Kamerstuk 33619-7

Ontwerpbesluit houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit Wet op de Jeugdzorg

Dossier: Aanpassingen van de Wet op de jeugdzorg en enkele andere wetten ten behoeve van de professionalisering van de jeugdzorg

Gepubliceerd: 22 november 2013
Indiener(s): Martin van Rijn (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA)
Onderwerpen: jongeren zorg en gezondheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33619-7.html
ID: 33619-7

Nr. 7 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Ontvangen ter Griffie op 25 november 2013.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer overgelegd tot en met 23 december 2013.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 24 december 2013.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 november 2013

Hierbij zend ik u, mede namens de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie een ontwerpbesluit1, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit Wet op de Jeugdzorg in verband met de professionalisering van de jeugdzorg. Deze overlegging geschiedt ter uitvoering van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 109 van de Wet op de jeugdzorg) en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State (Afdeling advisering) wordt voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.

Gelijktijdig met de voorhang bij uw Kamer wordt het ontwerpbesluit ingevolge artikel 109 van de Wet op de jeugdzorg in de Staatscourant bekend gemaakt om een ieder de gelegenheid te geven wensen en bedenkingen kenbaar te maken, binnen vier weken.

Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken na de bekendmaking van het ontwerpbesluit in de Staatscourant.

Het ontwerpbesluit strekt ertoe een structuur te bieden voor de ambitie dat geregistreerde jeugdprofessionals bereid zijn zich te houden aan de voor hun beroepsgroep geldende beroepsethische normen, zijn opgenomen in een beroepsregister, voldoen aan de bijbehorende opleidingseisen en eisen van bij- en nascholing en reflectie, met tuchtrecht als sluitstuk. Ook wordt een positie geregeld van een beroepsregister.

Er wordt gestreefd naar een zo spoedig mogelijke inwerkingtreding van het besluit.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn