Ontvangen 14 mei 2013
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Na artikel II wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IIA
Indien het bij koninklijke boodschap van 19 april 2012 ingediende voorstel van wet Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, het Burgerlijk Wet-boek, de Wet op de economische delicten en enige fiscale wetten ter imple-mentatie van richtlijn nr. 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) Nr. 1060/2009 en (EU) Nr. 1095/2010 (PbEU 2011, L 174) (Kamerstukken 33 235) tot wet wordt verheven, komt artikel VIII van dit wetsvoorstel te luiden:
ARTIKEL VIII
1. Deze wet, met uitzondering van artikel I, onderdelen AJ, AO, AP, AT en BB, treedt in werking met ingang van 22 juli 2013. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 21 juli 2013, treedt zij, met uitzondering van artikel I, onderdelen AJ, AO, AP, AT en BB, in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
2. Artikel I, onderdelen AJ, AO, AP, AT en BB, treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Deze nota van wijziging voorziet in een aanvulling van de in het oorspronkelijke AIFM-implementatiewetsvoorstel (33 235) opgenomen inwerkingtredingsbepaling. In dat wetsvoorstel is thans bepaald dat de wet in werking treedt op 22 juli 2013, te weten de datum waarop de AIFM-richtlijn uiterlijk moet zijn geïmplementeerd. De aanvulling van de inwerkingtredingsbepaling bevat een voorziening voor het geval de parlementaire behandeling van de implementatiewet niet tijdig kan worden afgerond om die wet nog op 22 juli 2013 in werking te kunnen laten treden. In dat geval zal, zo regelt de aanvulling, de implementatiewet zo spoedig mogelijk na haar totstandkoming in werking treden, namelijk op de eerste dag na publicatie in het Staatsblad.
In verband met deze aanvulling wijzigt bovendien de redactie van het artikel. De uitzondering aangaande de latere inwerkingtreding van het derdelandenbeleid van de richtlijn is thans in het tweede lid opgenomen. Inhoudelijk zijn hierin geen wijzigingen aangebracht.
De minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem