Ontvangen 12 juni 2013
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel 33 wordt aan het eerste lid een zin toegevoegd, luidende: Indien de Kamer de vaststelling, bedoeld in de vorige volzin, doet binnen een jaar nadat met de uitoefening van de desbetreffende werkzaamheid is aangevangen, wordt deze werkzaamheid binnen een week beëindigd.
De indiener van dit amendement maakt zich zorgen over eventuele concurrentie van de Kamer met de markt. In de voorgestelde wet is nu bepaald dat indien een mededingingsklacht is toegekend er nog altijd een periode van jaar geldt waarin de Kamer de betreffende taak kan blijven uitoefenen. Dat vindt de indiener onwenselijk. Bij lang bestaande producten kan er enige tijd nodig zijn om ermee te stoppen, maar bij nieuwere producten hoeft dit nooit een excuus te zijn en kan het feit dat de markt iets zelf oppikt enkel toegejuicht worden. Om die reden stelt de indiener voor om de uitfaseringstermijn bij diensten die korter dan een jaar worden aangeboden op een week te zetten.
Verhoeven