Ontvangen 4 november 2016
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Na artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:
In artikel 4, tweede lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften wordt de eerste volzin vervangen door: De bekendmaking van de beschikking geschiedt binnen vier maanden nadat de gedraging heeft plaatsgevonden, door toezending van de beschikking aan het adres dat betrokkene heeft opgegeven. Indien dat niet mogelijk is en de gedraging heeft plaatsgevonden met of door middel van een motorrijtuig waarvoor een kenteken is opgegeven, dient de bekendmaking van de beschikking binnen vier maanden nadat de naam en het adres van de kentekenhouder van dat motorrijtuig bekend zijn te geschieden, door toezending van de beschikking aan dat adres, met dien verstande dat de bekendmaking van de beschikking geschiedt uiterlijk binnen vijf jaar nadat de gedraging heeft plaatsgevonden.
In de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) is thans in artikel 4 bepaald dat de bekendmaking van een beschikking (bekeuring) moet geschieden binnen vier maanden nadat de beboetbare gedraging heeft plaatsgevonden. Dit amendement regelt dat voor gedragingen die op kenteken zijn geconstateerd, de termijn pas gaat lopen op het moment dat de naam en het adres van de betreffende kentekenhouder bekend zijn geworden. Zodra de naam en het adres van de betreffende kentekenhouder bekend zijn, dient dat de beschikking binnen vier maanden aan diegene bekend te zijn gemaakt.
De maximale termijn waarbinnen de beschikking moet worden uitgereikt, bedraagt op grond van dit amendement vijf jaar vanaf het moment dat de beboetbare gedraging heeft plaatsgevonden. Met deze termijn wordt aangesloten bij de termijn van vijf jaar uit artikel 8, zesde lid, van de Wet politiegegevens.
De aanleiding van het amendement is de constatering dat het moeilijk is gebleken verkeersovertreders met een buitenlands kenteken te beboeten. De Minister van Veiligheid en Justitie heeft, in reactie op een verzoek van het lid Visser (VVD), aangegeven dat hij graag de handhavingstermijn voor het opleggen van een boete maximaal wil benutten (Kamerstuk 29 398, nr. 497, p. 3–4). Op die manier kan hij beter handhavend optreden tegen buitenlandse verkeersovertreders. Onderhavig amendement kan de Minister helpen bij zijn streven.
Van Wijngaarden Van Toorenburg