Kamerstuk 33542-21

Amendement van de leden Van Wijngaarden en Oosenburg over een getrapt systeem voor het bewaren en raadplegen van kentekengegevens

Dossier: Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de regeling van het vastleggen en bewaren van kentekengegevens door de politie

Gepubliceerd: 3 oktober 2016
Indiener(s): Jeroen van Wijngaarden (VVD), Astrid Oosenbrug (PvdA)
Onderwerpen: recht strafrecht
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33542-21.html
ID: 33542-21

Nr. 21 AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN WIJNGAARDEN EN OOSENBRUG

Ontvangen 3 oktober 2016

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I wordt artikel 126jj als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «vier weken» vervangen door: zes maanden.

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. De gegevens, bedoeld in het tweede lid, kunnen, bij bevel daartoe door de officier van justitie worden geraadpleegd door een daartoe door Onze Minister van Veiligheid en Justitie geautoriseerde opsporingsambtenaar:

    • a. gedurende zes maanden na vastlegging uitsluitend in geval van verdenking van een misdrijf waarop gevangenisstraf van acht jaar of meer is gesteld, een terroristisch misdrijf of een misdrijf ter voorbereiding of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf ten behoeve van de opsporing van dat misdrijf;

    • b. gedurende vier weken na vastlegging uitsluitend in geval van:

      • verdenking van een misdrijf als omschreven in artikel 67, eerste lid, ten behoeve van de opsporing van dat misdrijf, of

      • een voortvluchtige persoon als bedoeld in artikel 564 ter aanhouding van deze persoon.

    De raadpleging vindt slechts plaats door politiegegevens die voor één van deze doelen worden verwerkt, geautomatiseerd te vergelijken met de gegevens, bedoeld in het tweede lid, teneinde vast te stellen of de gegevens overeenkomen. Als de gegevens overeenkomen kunnen ze voor het desbetreffende doel verder worden verwerkt.

3. Na het derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 3a. Vanaf vier weken na vastlegging kan het bevel slechts worden gegeven:

    • a. in het belang van het onderzoek; en

    • b. na voorafgaande schriftelijke machtiging, op vordering van de officier van justitie te verlenen door de rechter-commissaris.

4. In het vierde lid, onder d, wordt «het doel, bedoeld in het derde lid, onder a dan wel b» vervangen door: het doel, bedoeld in het derde lid, onder a, dan wel het doel, bedoeld in het derde lid, onder b, onderdeel 1° dan wel 2°.

Toelichting

Dit amendement vervangt het door de regering voorgestelde alles-of-niets systeem bij het bewaren van kentekengegevens door een getrapt systeem waarbij aan steeds zwaardere privacy-eisen moet worden voldaan naarmate opsporingsinstanties in het belang van de (staats)veiligheid verder terug willen kijken in de tijd. Als kentekengegevens slechts vier weken bewaard mogen blijven voor het oplossen van misdrijven, dan staan politie en justitie met lege handen op het moment dat een misdrijf níet binnen vier weken kan worden opgelost en er na vier weken een nieuwe verdachte of een nieuw verdacht voertuig in beeld komt. Bij het oplossen van een moordzaak in Rotterdam (Xerxesweg) was hiervan bijvoorbeeld sprake. Ook na de aanslagen in Brussel was er brede maatschappelijke en politieke behoefte aan informatie over de huurauto van terrorist El Bakraoui die in maart 2016 op Zaventem Airport 32 mensen vermoordde en 94 mensen verwondde, waaronder drie Nederlanders.

Indieners zijn van mening dat het voor het oplossen van terroristische misdrijven en misdrijven waar acht jaar gevangenisstraf of langer op staat, mogelijk moet zijn om langer dan 4 weken terug te kijken in de tijd, omdat die misdrijven naar hun aard nu eenmaal meer tijd kunnen vergen om op te lossen. Hiermee verbetert de slagkracht van de opsporing en wordt voorkomen dat kentekengegevens in de eerste vier weken te gemakkelijk worden geraadpleegd omdat er in een alles-of-niets-systeem na die vier weken niets meer mogelijk is. Daarnaast gelden er op basis van dit amendement verzwaarde eisen ter waarborging van de proportionaliteit, subsidiariteit en de privacy van verdachten.

Schematisch ziet het regime er na aanname van dit amendement als hieronder weergegeven uit:

Termijn

Feiten

Beslissende autoriteit

Aanvullend criterium

4 weken

Voorlopige hechtenis - feiten

Officier van justitie

Nvt

4 weken–half jaar

Misdrijven waarop acht jaar of meer gevangenisstraf is gesteld + terroristische misdrijven (inclusief voorbereiding en vergemakkelijking)

Rechter-commissaris

In het belang van het onderzoek

Indieners zijn van mening dat verwijtbare nalatigheid in het respecteren van de privacy van automobilisten altijd moet resulteren in personele sancties voor degene aan wie die nalatigheid rechtstreeks valt toe te rekenen. De regering dient er op toe te zien dat dit voor zover dit niet al staande praktijk is alsnog wordt opgenomen en uitgevoerd in het personeelsbeleid van opsporingsinstanties.

Ook een verdachte heeft, op grond van artikel 25 tot en met 27 van de Wet politiegegevens, recht om ANPR-gegevens in te zien als dit van belang is voor zijn verdediging.

Onder 1 (wijziging artikel 126jj, tweede lid)

Met deze wijziging wordt de bewaartermijn van de gegevens verlengd tot zes maanden.

Onder 2 (wijziging artikel 126jj, derde lid)

De kentekengegevens zullen zes maanden worden bewaard. Voorgesteld wordt om binnen die zes maanden te differentiëren naar de misdrijven waarvoor de gegevens worden geraadpleegd en de autoriteit die over de toegang tot de gegevens beslist.

De eerste vier weken mogen de gegevens worden geraadpleegd in dezelfde gevallen en onder dezelfde voorwaarden als thans – na de indiening van de tweede nota van wijziging – in het wetsvoorstel is opgenomen (zie onder b). Dat betekent dat de gegevens op bevel van de officier van justitie mogen worden geraadpleegd bij een verdenking van een strafbaar feit waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten ten behoeve van de opsporing van dat misdrijf en ter aanhouding van een voortvluchtige persoon.

Na de eerste vier weken en tot een half jaar na de vastlegging, mogen de gegevens enkel nog worden geraadpleegd in gevallen waarin sprake is van een verdenking van een terroristisch misdrijf, alsmede een misdrijf ter voorbereiding of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf dan wel een misdrijf waarop een gevangenisstraf van acht jaar is gesteld (zie onder a). Voor de betekenis van «terroristisch misdrijf» wordt verwezen naar artikel 83 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr). De misdrijven ter voorbereiding of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf staan opgesomd in artikel 83b Sr.

Onder 3

In het nieuw voorgestelde lid 3a worden enkele voorwaarden gesteld voor de raadpleging na de eerste vier weken na de vastlegging. De gegevens mogen daarna alleen worden geraadpleegd «in het belang van het onderzoek». Dat criterium is ook opgenomen bij verschillende bijzondere opsporingsbevoegdheden. Met het criterium wordt het subsidiariteitsvereiste expliciet opgenomen in de wet. Omdat deze eis uitdrukkelijk wordt gesteld, dient in het bevel van de officier te worden gemotiveerd dat aan deze eis is voldaan. Bovendien geldt dat wanneer gegevens die langer dan vier weken geleden zijn vastgelegd, moeten worden geraadpleegd, deze raadpleging slechts kan plaatsvinden na machtiging door de rechter-commissaris.

Onder 4

Dit betreft een technische wijziging naar aanleiding van het in dit amendement voorgestelde nieuwe derde lid van artikel 126jj.

Van Wijngaarden Oosenbrug