Ontvangen 31 mei 2013
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel I worden de onderdelen A tot en met D geletterd tot B tot en met E en wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
A
Artikel 1, onderdeel a, onder 4, komt te luiden:
4. Lichamen met rechtspersoonlijkheid, ingesteld met toepassing van de Wet gemeenschappelijke regelingen;.
B
Onder vernummering van artikel III tot artikel IV wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL III
Artikel 9, tweede en derde lid, van de Wet BDU verkeer en vervoer vervallen.
Algemeen
Voor de algemene toelichting bij Artikel A en B wordt verwezen naar hoofdstuk 2 van de nota naar aanleiding van het verslag.
Artikelsgewijs
Artikel A
Met dit artikel wordt geregeld dat alle lichamen met rechtspersoonlijkheid die zijn ingesteld met toepassing van de Wet gemeenschappelijke regelingen, verplicht worden hun overtollige middelen in de schatkist van het Rijk aan te houden.
Artikel B
In dit artikel komt de verplichting tot het behalen van een bepaald rendement op de reserves van de uitkeringen op basis van de Wet BDU verkeer en vervoer te vervallen. Ook de bedragen die ingevolge de Wet BDU verkeer en vervoer kunnen worden gereserveerd worden in de schatkist van het Rijk gehouden.
De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem