Ontvangen 3 juli 2013
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel C, artikel 2, wordt aan het eerste lid, tweede volzin, een zinsnede toegevoegd, luidende: voor zover deze meer bedragen dan 5% van het begrotingstotaal van het openbare lichaam tot een maximum van € 30.000.000.
De enige aanleiding volgens indiener om schulden van het Rijk te verminderen door te salderen met vermogens van decentrale overheden moet zijn dat hierdoor beter inzichtelijk wordt wat de werkelijke schuldpositie is van Nederland. Dit belang moet afgewogen worden tegen de ingreep in de autonome bevoegdheid van de decentrale overheden om zelf hun
middelen te beheren en tegen de ondoelmatigheid van het heen en weer boeken van financiële middelen. De indiener vindt het daarom wenselijk de drempelwaarde voor het schatkistbankieren te verhogen naar 5% van het begrotingstotaal van het openbare lichaam tot een drempel van 30 miljoen euro. Hiermee wordt het schatkistbankieren beperkt tot die decentrale overheden die aanzienlijke vermogens hebben en krijgen die meer financiële ruimte.
Dijkgraaf