Gepubliceerd: 28 januari 2013
Indiener(s): Melanie Schultz van Haegen (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD)
Onderwerpen: organisatie en beleid ruimte en infrastructuur
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33527-2.html
ID: 33527-2

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter bevordering van een goede vervulling van bepaalde publiekrechtelijke taken wenselijk is om een basisregistratie grootschalige topografie tot stand te brengen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

authentiek gegeven:

in een basisregistratie opgenomen gegeven dat bij of krachtens de wet als authentiek is aangemerkt;

basislijn:

basislijn volgens het op 10 december 1982 te Montego-Bay tot stand gekomen Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (Trb. 1983, 83);

basisregistratie:

verzameling gegevens waarvan bij wet is bepaald dat deze een basisregistratie vormt;

bronhouder:

bestuursorgaan of rechtspersoon aan wie bij deze wet de verantwoordelijkheid voor het bijhouden van geografische gegevens is opgedragen;

catalogus:

catalogus als bedoeld in artikel 4;

defensieterrein:

terrein in eigendom van de Staat en in materieel beheer bij het Ministerie van Defensie met uitzondering van oefen- en schietterreinen;

Dienst:

Dienst voor het kadaster en de openbare registers, als bedoeld in artikel 2 van de Organisatiewet Kadaster;

geografisch gegeven:
  • 1°. in artikel 7, tweede lid, genoemd geografisch object;

  • 2°. in de catalogus opgenomen kenmerk als bedoeld in artikel 7, derde lid, dat aan een geografisch object is toegekend;

Onze Minister:

Onze Minister van Infrastructuur en Milieu.

Artikel 2

  • 1. Er is een basisregistratie grootschalige topografie, bestaande uit een landsdekkend topografisch bestand op een schaalniveau van 1:500 tot en met 1:5.000.

  • 2. De basisregistratie grootschalige topografie wordt gehouden door de Dienst.

Artikel 3

De basisregistratie grootschalige topografie heeft als doel het aan eenieder beschikbaar stellen van de bij of krachtens deze wet in die basisregistratie opgenomen gegevens ten behoeve van:

  • a. een goede vervulling van publiekrechtelijke taken;

  • b. de bevordering van een efficiënte uitwisseling en een efficiënt gebruik van geo-informatie.

Artikel 4

  • 1. Bij ministeriële regeling wordt een catalogus vastgesteld.

  • 2. De catalogus definieert het informatiemodel voor de geografische gegevens die krachtens deze wet in de basisregistratie grootschalige topografie worden opgenomen.

Artikel 5

De in de hoofdstukken 3 en 6 voor de bronhouder opgenomen verplichtingen zijn slechts voor die bronhouder van toepassing voor zover het betreft een geografisch object dat op grond van artikel 10 of artikel 16 aan zijn verantwoordelijkheid is toebedeeld.

Artikel 6

  • 1. Personen die door de bronhouder zijn belast met het verzamelen en geometrisch vastleggen van geografische gegevens ten behoeve van de uitvoering van deze wet zijn bevoegd met medeneming van de benodigde apparatuur en andere hulpmiddelen elke plaats te betreden, met uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner, en daar waarnemingen of metingen te verrichten, voor zover dat redelijkerwijs nodig is voor de vervulling van hun taak.

  • 2. De eigenaar, de beperkt gerechtigde en de gebruiker van een onroerende zaak zijn verplicht aan de personen, bedoeld in het eerste lid, binnen de door dezen gestelde redelijke termijn alle medewerking te verlenen die dezen redelijkerwijs kunnen vorderen bij de uitoefening van de bevoegdheden, genoemd in het eerste lid, met dien verstande dat toegang slechts wordt verleend tussen acht uur ’s morgens en zes uur ’s avonds en dat die niet behoeft te worden verleend op zaterdagen, zondagen en algemeen erkende feestdagen, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald.

  • 3. Indien de toegang wordt geweigerd, verschaffen de personen, bedoeld in het eerste lid, zich zo nodig toegang met behulp van de sterke arm. Indien het verrichten van de handelingen, bedoeld in het eerste lid, niet wordt toegestaan zijn de personen, bedoeld in het eerste lid, bevoegd het verrichten van die handelingen zo nodig met behulp van de sterke arm mogelijk te maken.

  • 4. De schade die uit de toepassing van het eerste lid voortvloeit, wordt door de bronhouder op verzoek vergoed. De vordering tot schadevergoeding staat ter kennisneming van de kantonrechter bij de rechtbank van het arrondissement waarin de onroerende zaak geheel of gedeeltelijk is gelegen. Tegen de uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

HOOFDSTUK 2. INHOUD BASISREGISTRATIE GROOTSCHALIGE TOPOGRAFIE

Artikel 7

  • 1. De basisregistratie grootschalige topografie is toegankelijk door middel van een identificerend objectnummer of een locatie op de kaart.

  • 2. De basisregistratie grootschalige topografie bevat de cartografische weergave van de volgende geografische objecten:

    • a. wegdeel;

    • b. ondersteunend wegdeel;

    • c. spoor;

    • d. begroeid terreindeel;

    • e. onbegroeid terreindeel;

    • f. waterdeel;

    • g. ondersteunend waterdeel;

    • h. pand;

    • i. overig bouwwerk;

    • j. scheiding;

    • k. as spoor;

    • l. kunstwerk;

    • m. kering, en

    • n. ongeclassificeerd object.

  • 3. De basisregistratie grootschalige topografie bevat ten aanzien van elk geografisch object een identificerend objectnummer, beschrijvende, geometrische, cartografische en temporele kenmerken alsmede meta-kenmerken overeenkomstig de daarvoor in de catalogus gestelde regels.

  • 4. De meta-kenmerken, bedoeld in het derde lid, hebben in ieder geval betrekking op de beschrijving van de oorsprong en de kwaliteit of nauwkeurigheid van de geografische gegevens.

  • 5. De gegevens, bedoeld in het tweede en derde lid, zijn authentieke gegevens.

Artikel 8

Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat in de basisregistratie grootschalige topografie een ander bij die maatregel als authentiek gegeven aan te wijzen gegeven wordt opgenomen dan de gegevens, bedoeld in artikel 7, indien:

  • a. de kenbaarheid van het betreffende gegeven van belang blijkt voor de uitoefening van een publiekrechtelijke taak door bestuursorganen, en

  • b. er geen gewichtige redenen zijn die zich daartegen verzetten.

Artikel 9

  • 1. Indien een authentiek gegeven krachtens een wet tot instelling van een andere basisregistratie dan de basisregistratie grootschalige topografie als authentiek gegeven wordt aangemerkt, geldt dat gegeven voor de toepassing van deze wet als een uit die andere basisregistratie overgenomen authentiek gegeven.

  • 2. In de basisregistratie grootschalige topografie wordt een authentiek gegeven dat is overgenomen uit een andere basisregistratie door middel van een kenmerk onderscheiden van een authentiek gegeven ingevolge artikel 7 en 8 van deze wet.

HOOFDSTUK 3. HET BIJHOUDEN VAN DE BASISREGISTRATIE GROOTSCHALIGE TOPOGRAFIE

§ 3.1 Verplichtingen van de bronhouders

Artikel 10

  • 1. Bronhouder zijn:

    • a. het dagelijks bestuur van een waterschap, voor zover het betreft geografische objecten die onderdeel zijn van oppervlaktewateren, waterkeringen en kunstwerken, waarvoor een legger als bedoeld in artikel 5.1 van de Waterwet is vastgesteld, alsmede de daartoe behorende terreinen en de wegen die in beheer zijn bij een waterschap;

    • b. gedeputeerde staten van de provincie, voor zover het betreft geografische objecten die onderdeel zijn van wegen, spoorwegen, oppervlaktewaterlichamen, waterkeringen, kunstwerken en de daartoe behorende terreinen die in beheer zijn bij de provincie;

    • c. Onze Minister, voor zover het betreft geografische objecten die onderdeel zijn van wegen, oppervlaktewaterlichamen, waterkeringen, kunstwerken en de daartoe behorende terreinen die in beheer zijn bij het Rijk;

    • d. de beheerder van de hoofdspoorweginfrastructuur als bedoeld in artikel 1, onder h, van de Spoorwegwet, voor zover het betreft geografische objecten die onderdeel zijn van spoorwegen, kunstwerken en de daartoe behorende terreinen waarover deze het beheer voert;

    • e. Onze Minister van Economische Zaken, voor zover het betreft begroeide terreindelen die in het kader van de uitvoering van artikel 24, eerste lid, van de Landbouwwet, en artikel 34, eerste lid, van de Meststoffenwet worden geïdentificeerd;

    • f. Onze Minister van Defensie, voor zover het betreft geografische objecten die onderdeel zijn van defensieterrein, alsmede de basislijn;

    • g. burgemeester en wethouders van de gemeente, voor zover het betreft geografische objecten:

      • 1°. gesitueerd in het gebied binnen de bebouwde kom, bedoeld in artikel 20a, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, met uitzondering van de geografische objecten waarvoor op grond van de onderdelen a tot en met f een andere bronhouder verantwoordelijk is;

      • 2°. gesitueerd in het gebied buiten de bebouwde kom en die onderdeel zijn van gebouwen met de bijbehorende erven, alsmede van wegen en kunstwerken en de daartoe behorende terreinen die in beheer zijn bij de gemeente, alsmede van spoorwegen waarvoor op grond van de onderdelen a tot en met f niet een andere bronhouder verantwoordelijk is.

  • 2. Voor een geografisch object als bedoeld in artikel 7, tweede lid, onderdeel n, bepalen bronhouders van de daaraan grenzende geografische objecten in onderlinge overeenstemming door wie de bijhouding, bedoeld in artikel 11, geschiedt.

Artikel 11

De bronhouder draagt zorg voor het bijhouden van de geografische gegevens in de basisregistratie grootschalige topografie door levering van de gegevens, bedoeld in de artikelen 7, tweede en derde lid, en 8 aan de Dienst.

Artikel 12

De bronhouder draagt zorg voor afstemming met een andere bronhouder over de begrenzing en de onderlinge aansluiting van de geografische objecten, voor zover dat nodig is om overlap van die objecten te voorkomen en om een landsdekkend topografisch bestand te waarborgen.

Artikel 13

Bij het leveren van een geografisch gegeven, bedoeld in artikel 11, draagt de bronhouder er zorg voor dat het geografische gegeven voldoet aan de kwaliteitseisen, gesteld in de catalogus.

Artikel 14

De bronhouder draagt er zorg voor dat een in de basisregistratie grootschalige topografie weergegeven geografisch object in overeenstemming is met de fysieke werkelijkheid, binnen de regels ten aanzien van actualiteit die daarover in de catalogus worden gesteld.

Artikel 15

  • 1. De levering van een geografisch gegeven door de bronhouder geschiedt langs elektronische weg.

  • 2. Bij het leveren van een geografisch gegeven, bedoeld in het eerste lid, neemt de bronhouder in acht de beschrijving van het elektronisch berichtenverkeer, bedoeld in artikel 20, eerste lid.

  • 3. Indien bij de bijhouding van een geografisch gegeven meerdere bronhouders betrokken zijn, dan leveren de bronhouders dat gegeven gezamenlijk aan de Dienst. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16

  • 1. Onze Minister kan, indien dat in het belang van een goede registratie geboden is, aan bronhouders een aanwijzing geven ter zake van:

    • a. de toebedeling van een afzonderlijk geografisch object aan de verantwoordelijkheid van een bronhouder, overeenkomstig artikel 10;

    • b. de onderlinge begrenzing van geografische objecten, indien de betrokken bronhouders daarover overeenkomstig artikel 12 niet tot overeenstemming kunnen komen.

  • 2. De aanwijzing wordt slechts gegeven nadat ter zake met de betrokken bronhouders overleg is gepleegd. Tegen de aanwijzing kan geen beroep worden ingesteld.

§ 3.2 Verplichtingen van de Dienst

Artikel 17

De Dienst draagt zorg voor een goede beschikbaarheid, werking en beveiliging van de basisregistratie grootschalige topografie en het register, bedoeld in artikel 27, derde lid, door middel van een daartoe strekkende voorziening.

Artikel 18

  • 1. De Dienst draagt zorg voor het verwerken van een door de bronhouder op grond van artikel 11 aan hem geleverd geografisch gegeven in de basisregistratie grootschalige topografie.

  • 2. Het verwerken, bedoeld in het eerste lid, vindt plaats binnen vier werkdagen na ontvangst van het betreffende geografisch gegeven.

Artikel 19

De Dienst draagt er zorg voor dat de weergave van een krachtens deze wet in de basisregistratie grootschalige topografie opgenomen geografisch gegeven overeenstemt met het overeenkomstig artikel 15 door de bronhouder geleverde geografisch gegeven.

HOOFDSTUK 4. INRICHTING VAN DE BASISREGISTRATIE GROOTSCHALIGE TOPOGRAFIE

§ 1. Technische inrichting

Artikel 20

  • 1. Bij ministeriële regeling wordt een systeembeschrijving vastgesteld van de inrichting van de basisregistratie grootschalige topografie. De systeembeschrijving omvat in ieder geval de beschrijving van het elektronisch berichtenverkeer tussen bronhouders en de basisregistratie grootschalige topografie.

  • 2. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gegeven omtrent de technische en administratieve inrichting van de basisregistratie grootschalige topografie.

§ 2. Overleg

Artikel 21

  • 1. Onze Minister, de Dienst en een representatieve vertegenwoordiging van bronhouders plegen overleg omtrent aangelegenheden betreffende de technische en administratieve inrichting van de basisregistratie grootschalige topografie en de levering van geografische gegevens, bedoeld in artikel 15.

  • 2. Onze Minister, de Dienst en een representatieve vertegenwoordiging van bronhouders plegen overleg met een representatieve vertegenwoordiging van afnemers omtrent aangelegenheden betreffende het gebruik en de werking van de basisregistratie grootschalige topografie.

HOOFDSTUK 5. INZAGE, VERSTREKKING EN GEBRUIK VAN GEGEVENS

§ 1. Inzage en verstrekking van gegevens

Artikel 22

  • 1. De Dienst verleent aan eenieder op verzoek inzage in de basisregistratie grootschalige topografie en het register, bedoeld in artikel 27, derde lid, en verstrekt aan eenieder op verzoek de daarin opgenomen gegevens.

  • 2. De inzage in en het verstrekken van gegevens, bedoeld in het eerste lid, kan worden beperkt met overeenkomstige toepassing van artikel 10, eerste lid, onderdeel b, tweede lid, onderdelen a en c, en zevende lid, onderdeel b, van de Wet openbaarheid van bestuur.

  • 3. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gegeven omtrent de inzage in en het verstrekken van gegevens, bedoeld in het eerste lid, waarbij tarieven kunnen worden vastgesteld die verschuldigd zijn voor het verkrijgen van inzage of het verstrekken van gegevens. Gebruik van de basisregistratie grootschalige topografie dat bij of krachtens de wet verplicht is gesteld, is kosteloos.

§ 2. Gebruik van gegevens

Artikel 23

  • 1. Indien een bestuursorgaan bij de vervulling van zijn publiekrechtelijke taak een gegeven nodig heeft dat krachtens deze wet als authentiek gegeven in de basisregistratie grootschalige topografie beschikbaar is, gebruikt het dat authentiek gegeven.

  • 2. Een bestuursorgaan kan een ander gegeven gebruiken dan een authentiek gegeven krachtens deze wet, indien:

    • a. in het register, bedoeld in artikel 27, derde lid, bij het geografisch object waarop dat gegeven betrekking heeft de aantekening «in onderzoek» is geplaatst;

    • b. het met betrekking tot dat authentiek gegeven een melding heeft gedaan als bedoeld in artikel 25, eerste lid;

    • c. het door toepassing van het eerste lid zijn publiekrechtelijke taak niet naar behoren kan vervullen;

    • d. bij wettelijk voorschrift anders is bepaald dan in het eerste lid.

  • 3. Voor zover bij de uitoefening van een publiekrechtelijke taak gebruik wordt gemaakt van een topografische ondergrond, is een bestuursorgaan niet gehouden toepassing te geven aan het eerste lid, ingeval de uitoefening van die taak is gediend met gebruikmaking van een topografische ondergrond met een schaalniveau kleiner dan 1:5.000 of groter dan 1:500.

Artikel 24

Degene aan wie door een bestuursorgaan gevraagd wordt om een gegeven te verstrekken dat krachtens deze wet als authentiek gegeven in de basisregistratie grootschalige topografie beschikbaar is, behoeft dat gegeven niet te verstrekken, behoudens:

  • a. ingeval in het register, bedoeld in artikel 27, derde lid, bij het geografisch object waarop dat gegeven betrekking heeft de aantekening «in onderzoek» is geplaatst;

  • b. in geval van opsporing of onderzoek naar overtreding van een wettelijk voorschrift of van controle op de naleving van een wettelijk voorschrift;

  • c. in geval van dreiging van, of het zich voordoen van, een oproerige beweging, wanordelijkheden, verstoring van de openbare orde, rampen of zware ongevallen;

  • d. ingeval bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, of

  • e. ingeval het betreffende authentiek gegeven noodzakelijk is voor de identificatie van een object.

HOOFDSTUK 6. WIJZIGING VAN DE IN DE BASISREGISTRATIE GROOTSCHALIGE TOPOGRAFIE OPGENOMEN GEGEVENS

Artikel 25

  • 1. Een bestuursorgaan dat gerede twijfel heeft over het in overeenstemming zijn met de fysieke werkelijkheid van een in de basisregistratie grootschalige topografie opgenomen authentiek gegeven, binnen de normen ten aanzien van actualiteit en nauwkeurigheid die aan dat gegeven in de catalogus worden gesteld, of over het ontbreken van een authentiek gegeven in de basisregistratie grootschalige topografie, doet daarvan onder opgaaf van redenen melding aan de Dienst.

  • 2. De melding, bedoeld in het eerste lid, kan achterwege blijven indien:

    • a. een wettelijk voorschrift daaraan in de weg staat;

    • b. de gerede twijfel ontstaat in een geval waarin een onderzoek naar een strafbaar feit plaatsvindt.

Artikel 26

Na ontvangst van een melding als bedoeld in artikel 25, eerste lid, zendt de Dienst die melding onverwijld door naar de bronhouder waaraan de verantwoordelijkheid voor het bijhouden van het geografisch object waarop het authentiek gegeven betrekking heeft op grond van artikel 10 of 16, eerste lid, onder a, is toebedeeld.

Artikel 27

  • 1. De bronhouder beslist na ontvangst van een melding als bedoeld in artikel 25, eerste lid, over de wijziging dan wel opneming van het betreffende authentiek gegeven.

  • 2. Indien de bronhouder niet binnen een werkdag na ontvangst van de melding, bedoeld in artikel 25, eerste lid, heeft beslist over de wijziging dan wel opneming van het betreffende authentieke gegeven, bericht hij aan de Dienst dat het geografisch object waarop het authentiek gegeven betrekking heeft in onderzoek is.

  • 3. Op de levering en de verwerking van een bericht als bedoeld in het tweede lid zijn de artikelen 15 en 18 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de Dienst in afwijking van artikel 18, eerste lid, het bericht verwerkt in een afzonderlijk register.

  • 4. De bronhouder onderzoekt het betreffende authentiek gegeven en beslist zo spoedig mogelijk over de wijziging dan wel opneming van dat gegeven, doch uiterlijk op het moment van de eerstvolgende bijhouding van het desbetreffende geografische object op grond van de actualiteitseisen die aan dat object in de catalogus worden gesteld.

  • 5. In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid zendt de bronhouder een melding als bedoeld in artikel 25, eerste lid, met betrekking tot een authentiek gegeven dat uit een andere basisregistratie is overgenomen door naar de houder van de betreffende basisregistratie indien de bronhouder constateert dat het authentiek gegeven in de basisregistratie grootschalige topografie daaruit juist is afgeleid. De bronhouder doet hiervan mededeling aan het bestuursorgaan dat de melding heeft gedaan.

Artikel 28

  • 1. Indien de bronhouder op grond van artikel 27, eerste dan wel vierde lid, heeft beslist over wijziging dan wel opneming van het betreffende authentiek gegeven, levert hij indien van toepassing dat authentiek gegeven onverwijld aan de Dienst en bericht de bronhouder aan de Dienst dat het geografisch object waarop het authentiek gegeven betrekking heeft niet langer in onderzoek is.

  • 2. De Dienst verwerkt een bericht als bedoeld in het eerste lid in het register, bedoeld in artikel 27, derde lid, tegelijk met de verwerking van de wijziging in de basisregistratie grootschalige topografie of, indien een melding als bedoeld in artikel 25, eerste lid, niet tot wijziging leidt, binnen vier werkdagen na ontvangst van dat bericht.

  • 3. De bronhouder maakt zijn beslissing over wijziging dan wel opneming van het betreffende authentiek gegeven onverwijld bekend aan het bestuursorgaan dat de melding, bedoeld in artikel 25, eerste lid, heeft gedaan.

HOOFDSTUK 7. CONTROLE

Artikel 29

  • 1. Onze Minister controleert ten minste eens per drie jaar de juistheid en volledigheid van de authentieke gegevens in de basisregistratie grootschalige topografie.

  • 2. Onze Minister maakt de controleresultaten openbaar door terinzagelegging daarvan bij het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.

  • 3. Bij ministeriële regeling worden regels gegeven omtrent de elementen en de wijze van uitvoering van de controle, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 30

  • 1. De bronhouder verricht eens per jaar een onderzoek naar de uitvoering van de voor hem krachtens deze wet geldende verplichtingen.

  • 2. De bronhouder zendt aan Onze Minister een afschrift van de resultaten van het onderzoek. Onze Minister maakt deze resultaten openbaar door terinzagelegging daarvan bij het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.

  • 3. Bij ministeriële regeling:

    • a. worden regels gegeven omtrent de elementen en de wijze van uitvoering van het onderzoek, bedoeld in het eerste lid;

    • b. kunnen nadere regels worden gegeven omtrent de uitvoering van de verplichting, bedoeld in het tweede lid, eerste volzin.

Artikel 31

  • 1. Indien een bronhouder, zijnde het dagelijks bestuur van een waterschap of de beheerder van de hoofdspoorweginfrastructuur als bedoeld in artikel 1, onder h, van de Spoorwegwet, een bij of krachtens deze wet gevorderde beslissing niet of niet naar behoren neemt dan wel een bij of krachtens deze wet gevorderde handeling niet of niet naar behoren verricht, kan Onze Minister besluiten daarin te voorzien ten laste van die bronhouder. De artikelen 121, tweede lid, 121a tot en met 121c, 121e en 121g van de Provinciewet zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Van een besluit tot indeplaatsstelling worden de beide Kamers der Staten-Generaal onverwijld in kennis gesteld. Voor zover de indeplaatsstelling het dagelijks bestuur van een waterschap betreft, wordt een afschrift van het besluit gezonden aan provinciale staten.

HOOFDSTUK 8. WIJZIGING VAN ANDERE WETTEN

Artikel 32

Aan de bijlage, bedoeld in artikel 124b, eerste lid, van de Gemeentewet, wordt onder C toegevoegd:

  • 5. Wet basisregistratie grootschalige topografie.

Artikel 33

De Kadasterwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel m wordt «, en» vervangen door een puntkomma.

2. In onderdeel n wordt de punt aan het slot van het onderdeel vervangen door:, en.

3. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • o. het houden van en verwerken van geografische gegevens in de basisregistratie grootschalige topografie, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistratie grootschalige topografie, alsmede het verlenen van inzage in die basisregistratie en het verstrekken van de daarin opgenomen gegevens overeenkomstig artikel 23 van die wet.

B

Artikel 117 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het zevende en achtste lid komt de tweede volzin te luiden: Het zesde lid, tweede volzin, is van overeenkomstige toepassing.

2. Onder vernummering van het negende lid tot tiende lid, wordt na het achtste lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 9. De Dienst is aansprakelijk voor de schade die is veroorzaakt door een vergissing, verzuim, vertraging of andere onregelmatigheid van de Dienst, door hem begaan bij het houden van de basisregistratie grootschalige topografie, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Wet basisregistratie grootschalige topografie, bij het verwerken van gegevens in die basisregistratie als bedoeld in artikel 18 van die wet, dan wel bij het verlenen van inzage in of het verstrekken van gegevens uit die basisregistratie. Het zesde lid, tweede volzin, is van overeenkomstige toepassing.

HOOFDSTUK 9. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 34

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel 35

Deze wet wordt aangehaald als: Wet basisregistratie grootschalige topografie.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Infrastructuur en Milieu,