Ontvangen 2 september 2016
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel I, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:
1. De zinsnede «Artikel 10, vierde lid, komt te luiden:» wordt vervangen door:
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt na «een door hem te bepalen persoon» ingevoegd: dan wel dat de betrokkene geen bezwaar heeft tegen het na overlijden verwijderen van organen.
2. Het vierde lid komt te luiden:
2. In het tweede onderdeel (nieuw) wordt «die toestemming heeft verleend voor» gewijzigd in: geen bezwaar heeft tegen.
B
Artikel I, onderdeel C, wordt als volgt gewijzigd:
1. De aanhef komt te luiden: Na artikel 10 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
2. In artikel 10a, tweede en derde lid, wordt «toestemming heeft verleend voor» vervangen door: geen bezwaar heeft tegen.
3. Na artikel 10a wordt een artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 10b
1. De burgemeester draagt ervoor zorg dat aan een meerderjarige persoon die als ingezetene in de basisregistratie personen is ingeschreven bij het in behandeling van nemen van diens aanvraag voor een nationaal paspoort als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, van de Paspoortwet, een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet of een rijbewijs als bedoeld in artikel 107 van de Wegenverkeerswet 1994 schriftelijke informatie over donorregistratie wordt overhandigd en hoe de betrokkene de op hem betrekking hebbende registratie kan raadplegen en wijzigen.
2. De schriftelijke informatie wordt door Onze Minister kosteloos aan de burgemeester ter beschikking gesteld.
C
In artikel I, onderdeel D, wordt artikel 11 als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt na «die toestemming heeft verleend voor» ingevoegd «of die geen bezwaar heeft tegen» en wordt na «deze toestemming» ingevoegd: of dit geen bezwaar.
2. Onder vernummering van het vierde tot en met achtste lid tot vijfde tot en met negende lid, wordt na het derde lid een lid ingevoegd, luidende:
4. Indien van een meerderjarige geen registratie in het donorregister aanwezig is, kan na het vaststellen van de dood toestemming voor het verwijderen van zijn organen worden verleend door de bij zijn overlijden met hem samenlevende echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel, dan wel bij afwezigheid of onbereikbaarheid van deze door de onmiddellijk bereikbare meerderjarige bloedverwanten tot en met de tweede graad dan wel bij afwezigheid of onbereikbaarheid van dezen door de onmiddellijke bereikbare meerderjarige aanverwanten tot en met de tweede graad.
3. In het achtste lid (nieuw) wordt «zesde» vervangen door: zevende.
4. In het negende lid (nieuw) wordt «zesde en zevende lid» vervangen door: zevende en achtste lid.
D
In artikel I wordt na onderdeel D een onderdeel ingevoegd, luidende:
Da
Artikel 13 komt te luiden:
Artikel 13
Tenzij degene die toestemming verleent of geen bezwaar heeft uitdrukkelijk anders bepaalt, wordt toestemming als bedoeld in deze paragraaf verleend ten behoeve van, en heeft het geen bezwaar als bedoeld in deze paragraaf betrekking op, implantatie, daaronder begrepen op implantatie gericht wetenschappelijk onderzoek, indien het orgaan na de verwijdering voor implantatie ongeschikt blijkt te zijn. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat het verlenen van toestemming of het hebben van geen bezwaar niet is toegestaan voor bij die maatregel aan te wijzen, uit een oogpunt van geneeskundige behandeling niet van belang zijnde, doeleinden.
E
Artikel I, onderdeel E, wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vierde en vijfde lid wordt na «toestemming heeft verleend voor» ingevoegd: dan wel geen bezwaar heeft tegen.
2. In het zesde lid wordt «de betrokkene in het donorregister is geregistreerd als een persoon die de beslissing over het verwijderen van zijn organen wenst over te laten aan zijn nabestaanden» vervangen door: de betrokkene gebruik heeft gemaakt van de in de tweede volzin van artikel 9, tweede lid, bedoelde mogelijkheid.
F
In artikel I wordt na onderdeel E een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ea
In artikel 21 wordt onder verlettering van de onderdelen b en c tot c en d na onderdeel a een onderdeel ingevoegd, luidende:
b. de aangewezen functionaris, bedoeld in artikel 23, zich ervan heeft vergewist dat de overledene ten tijde van het verlenen van toestemming dan wel van de registratie als bedoeld in artikel 10a wilsbekwaam was;
G
Artikel I, onderdeel F, wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste onderdeel wordt na «Indien een persoon in het donorregister is geregistreerd als een persoon die toestemming heeft verleend voor» ingevoegd: of geen bezwaar heeft tegen.
2. Het tweede onderdeel komt te luiden:
2. In het tweede, derde en vierde lid wordt «Indien van een persoon geen wilsverklaring als bedoeld in artikel 9 of 10 aanwezig is» telkens vervangen door: Indien ten aanzien van een persoon in het donorregister geen registratie aanwezig is.
H
Na artikel II wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IIa
Onze Minister draagt voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet zorg voor adequate voorlichting over de invoering van het actief donorregistratiesysteem, in het bijzonder over de gevolgen die in dit systeem voor meerderjarige ingezetenen zijn verbonden aan het niet invullen en laten registreren van een donorformulier, als bedoeld in artikel 9 van de Wet op de orgaandonatie.
Met deze tweede nota van wijziging wordt het voorstel van wet op enkele punten aangepast.
Onderdelen A, D (invoegen onderdeel Da), E en G
Bij nadere overweging heeft de initiatiefneemster ervoor gekozen een zichtbaar onderscheid te maken tussen de verschillende manieren waarop men toestemming kan verlenen voor orgaandonatie na overlijden. Toestemming kan worden verleend of bezwaar kan worden gemaakt door het invullen en registeren van een donorformulier, maar er kan ook voor gekozen worden niet te reageren. In dat geval wordt men geregistreerd in het donorregister als iemand die «geen bewaar» heeft tegen orgaandonatie. Hiermee is voor nabestaanden duidelijk op welke wijze de registratie tot stand is gekomen. Deze manier van registeren maakt het bovendien mogelijk om er na een evaluatie voor te kiezen terug te gaan naar het systeem zoals we dat nu kennen, waarin alleen toestemming verleend kan worden door het zelf te laten registreren door middel van het donorformulier. Daarvan blijven nu de «geen bezwaar»-registraties, die tot stand zijn gekomen doordat mensen niet hebben gereageerd op een toegestuurd donorformulier, onderscheiden.
Onderdeel B
Met de opname van het nieuwe artikel 10b in artikel I, onderdeel C, van het wetsvoorstel wordt bewerkstelligd dat meerderjarige ingezetenen periodiek opnieuw worden geïnformeerd over donorregistratie. Dit zal geschieden door overhandiging van schriftelijke informatie, bijvoorbeeld in de vorm van een folder, door de ambtenaar van de gemeente bij de indiening van een aanvraag voor een paspoort, identiteitskaart of rijbewijs. Daarmee wordt beoogd dat de betrokkenen weten hoe zij de op hen betrekking hebbende registratie kunnen inzien en desgewenst kunnen wijzigen.
Het voorgestelde artikel heeft alleen betrekking op meerderjarige ingezetenen, omdat voor hen geldt dat zij door het niet invullen en laten registreren van een donorformulier geacht worden geen bezwaar te hebben tegen orgaandonatie. De folder moet door de gemeenteambtenaar in persoon worden uitgereikt bij het indienen van de aanvraag. Het is dus niet voldoende dat de documenten met de informatie op de balie of elders in het gemeentehuis beschikbaar zijn.
Gelet op de vereiste persoonlijke overhandiging is ervoor gekozen om dit te laten doen bij de indiening van een aanvraag voor een paspoort, identiteitskaart of rijbewijs. Deze documenten moeten namelijk in persoon worden aangevraagd (tenzij dit vanwege zwaarwegende redenen niet mogelijk is; en daarvan zal niet snel sprake zijn). Voorts kan hiermee daadwerkelijk de beoogde doelgroep worden bereikt, omdat – gelet op de Wet op de identificatieplicht – meerderjarige ingezetenen in het bezit dienen te zijn van tenminste één van deze documenten.
Deze identiteitsdocumenten moeten bovendien elke tien jaar opnieuw worden aangevraagd, zodat daarmee is gewaarborgd dat de uitreiking van de folder ook daadwerkelijk periodiek zal plaatsvinden. Dat kan eraan bijdragen dat van mensen hun actuele wens bekend is.
De verplichting rust op de burgemeester omdat hij het bevoegde bestuursorgaan is voor het in behandeling nemen van de aanvragen (artikel 26, eerste lid, onder a, en vierde lid, van de Paspoortwet en artikel 27 van het Reglement rijbewijzen). De documenten met de informatie worden beschikbaar gesteld door het Ministerie van VWS.
Onderdeel C
Door de wijziging van artikel I, onderdeel D, van het wetsvoorstel, wordt een voorziening getroffen voor de situatie dat er nog geen registratie van een meerderjarige in het donorregister beschikbaar is. Dat kan het geval zijn als de procedure ter verkrijging van de registratie nog loopt, omdat een persoon nog niet heeft gereageerd op een toegezonden donorformulier of de administratieve afhandeling nog gaande is. Bij personen van achttien jaar kan deze situatie zich ook voor doen. Op grond van het Besluit donorregister worden eenmaal per jaar de personen aangeschreven die in het afgelopen jaar achttien jaar geworden zijn. In de meeste gevallen verstrijkt er dus een periode tussen het bereiken van de achttienjarige leeftijd en het ontvangen van de eerste aanschrijving. In die periode is ook nog geen registratie in het donorregister opgenomen.
Daarnaast kan deze situatie zich voor doen bij nieuw ingezetenen en personen die geen ingezetene zijn en wel in Nederland komen te overlijden. Zij ontvangen immers geen donorformulier, of pas nadat zij drie jaar ingezetene zijn.
De met deze nota van wijziging getroffen voorziening bestaat eruit dat in de hierboven beschreven gevallen de nabestaanden toestemming kunnen geven voor orgaandonatie.
Onderdelen E en G
Abusievelijk is in de onderdelen E en F van artikel I van het wetsvoorstel geen rekening gehouden met de situatie waarin een overledene de beslissing omtrent orgaandonatie niet heeft overgelaten aan zijn nabestaanden, maar aan een door hem te bepalen persoon. Die omissie wordt met deze onderdelen van deze nota van wijziging hersteld, zodat de bestaande situatie gehandhaafd blijft.
Onderdeel F (invoegen nieuw onderdeel Ea)
Indien een wilsonbekwame in het donorregister geregistreerd staat als persoon die toestemming heeft verleend voor orgaandonatie, moet die toestemming worden bevestigd of teniet worden gedaan door de wettelijk vertegenwoordiger of bij diens afwezigheid door de nabestaanden. Als de nabestaanden ook niet aanwezig of bereikbaar zijn, wordt de toestemming geacht niet te zijn verleend. Juridisch gezien is het systeem dus sluitend. In de praktijk zal een arts zich er ook altijd van vergewissen of een persoon niet wilsonbekwaam is. Om echter alle twijfel en zorg op dit punt weg te nemen, wordt voorgesteld om die vergewisplicht uitdrukkelijk in artikel 21 van de Wet op de orgaandonatie vast te leggen.
Onderdeel H
Met het in dit onderdeel voorgestelde artikel IIa wordt gewaarborgd dat tijdig adequate voorlichting zal worden verschaft over de invoering van het actief donorregistratiesysteem en met name over het feit dat indien een meerderjarige geen gehoor geeft aan de oproep om een keuze over orgaandonatie te maken, deze zal worden geregistreerd als een persoon die geen bezwaar heeft tegen het na zijn overlijden verwijderen van zijn organen.
Pia Dijkstra