Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om ex ante toezicht op de postmarkt in te voeren voor zover een postvervoerbedrijf aanmerkelijke marktmacht heeft;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Postwet 2009 wordt gewijzigd als volgt:
A
Aan artikel 2, eerste lid, worden onder vervanging van de punt door een puntkomma achter onderdeel k de volgende onderdelen toegevoegd:
netwerk waarmee postvervoer wordt verricht;
bij een postvervoernetwerk of een postvervoerdienst behorende diensten, fysieke infrastructuren en andere faciliteiten of elementen die het aanbieden van diensten via dat netwerk of die dienst mogelijk maken of ondersteunen;
het aan een ander postvervoerbedrijf beschikbaar stellen van onderdelen van het postvervoernetwerk en bijbehorende faciliteiten onder voorwaarden ten behoeve van het aanbieden van postvervoerdiensten door dat postvervoerbedrijf;
natuurlijke persoon of rechtspersoon die van een postvervoerdienst gebruik maakt of wil gaan maken en die niet zelf postvervoerdiensten aanbiedt.
B
Artikel 9 vervalt.
C
Na artikel 13 wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd, luidende:
Onder een postvervoerbedrijf dat beschikt over aanmerkelijke marktmacht wordt verstaan een postvervoerbedrijf dat alleen of tezamen met andere ondernemingen beschikt over een economische kracht op een in overeenstemming met de beginselen van het algemene Europese mededingingsrecht afgebakende markt voor postvervoerdiensten die het in staat stelt zich op deze markt in belangrijke mate onafhankelijk van zijn concurrenten, klanten en uiteindelijk consumenten te gedragen.
1. Indien de Autoriteit Consument en Markt op basis van een marktanalyse van oordeel is dat een postvervoerbedrijf beschikt over aanmerkelijke marktmacht kan zij dat postvervoerbedrijf een verplichting, als bedoeld in de artikelen 13e tot en met 13k opleggen.
2. De Autoriteit Consument en Markt kan de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 13e tot en met 13k, niet opleggen aan de verlener van de universele postdienst met betrekking tot postvervoerdiensten die bij of krachtens de artikelen 16 en 17 deel uitmaken van de universele postdienst.
3. De Autoriteit Consument en Markt neemt bij het opleggen van de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 13e tot en met 13k de eisen van proportionaliteit in acht.
1. Uiterlijk binnen drie jaar nadat een besluit als bedoeld in artikel 13b, eerste lid, in werking is getreden of in stand is gehouden, besluit de Autoriteit Consument en Markt op basis van een marktanalyse of de verplichting in stand blijft, gewijzigd wordt of wordt ingetrokken.
2. De Autoriteit Consument en Markt trekt de verplichting, bedoeld in de artikelen 13e tot en met 13k in ieder geval in, indien de Autoriteit Consument en Markt van oordeel is dat een postvervoerbedrijf niet meer over aanmerkelijke marktmacht beschikt.
1. Op de voorbereiding van een besluit als bedoeld in artikel 13b, eerste lid, of 13c is de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
2. In afwijking van het eerste lid kan de Autoriteit Consument en Markt besluiten om de in het eerste lid bedoelde procedure niet toe te passen:
a. indien het besluit geen aanzienlijke gevolgen heeft voor de desbetreffende markt,
b. in uitzonderlijke omstandigheden indien de vereiste spoed zich verzet tegen de toepassing van de procedure, teneinde de concurrentie te waarborgen of de belangen van de gebruikers te beschermen,
3. Een besluit als bedoeld in artikel 13b dat wordt genomen met toepassing van onderdeel b geldt voor een periode van maximaal 26 weken.
4. Indien het een besluit op aanvraag betreft, is artikel 3.18, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.
5. Van een besluit als bedoeld in de artikelen 13b of 13c of het tweede lid wordt door de Autoriteit Consument en Markt mededeling gedaan in de Staatscourant. Van gegevens als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel c, van de Wet openbaarheid van bestuur wordt geen mededeling gedaan.
1. De Autoriteit Consument en Markt kan de verplichting opleggen om te voldoen aan redelijke verzoeken tot door haar te bepalen vormen van toegang.
2. Indien de Autoriteit Consument en Markt de verplichting, bedoeld in het eerste lid, oplegt, verleent het desbetreffende postvervoerbedrijf toegang onder gelijke omstandigheden onder gelijke voorwaarden, met dien verstande dat het postvervoerbedrijf in ieder geval gelijke voorwaarden toepast als die welke onder gelijke omstandigheden gelden voor haarzelf, haar dochterondernemingen of haar partnerondernemingen.
3. De Autoriteit Consument en Markt kan aan de verplichting, bedoeld in het eerste lid, voorschriften verbinden betreffende billijkheid, redelijkheid en opportuniteit.
4. Indien dit nodig is om toegang mogelijk te maken, kan de Autoriteit Consument en Markt technische of operationele voorschriften vaststellen die een postvervoerbedrijf dat toegang moet verlenen of een postvervoerbedrijf dat toegang heeft gekregen, in acht neemt.
1. De Autoriteit Consument en Markt kan voor door haar te bepalen vormen van toegang een verplichting opleggen betreffende de hiervoor te berekenen tarieven of de kostentoerekening indien naar het oordeel van de Autoriteit Consument en Markt uit een marktanalyse blijkt dat het betrokken postvervoerbedrijf doordat het beschikt over aanmerkelijke marktmacht de tarieven op een buitensporig hoog peil kan handhaven of de marges kan uithollen.
2. Een verplichting als bedoeld in het eerste lid kan inhouden dat voor toegang een kostengeoriënteerd tarief moet worden gerekend of dat een door de Autoriteit Consument en Markt te bepalen of goed te keuren kostentoerekeningsysteem moet worden gehanteerd.
3. Indien de Autoriteit Consument en Markt een postvervoerbedrijf heeft verplicht om voor toegang een kostengeoriënteerd tarief te rekenen, toont het bedrijf aan dat zijn tarieven werkelijk kostengeoriënteerd zijn.
4. De Autoriteit Consument en Markt kan aan een verplichting als bedoeld in het eerste lid voorschriften verbinden.
5. Indien een verplichting tot het opstellen van een kostentoerekeningsysteem is opgelegd, maakt het postvervoerbedrijf, met inachtneming van de door de Autoriteit Consument en Markt gegeven voorschriften, op genoegzame wijze een beschrijving van het systeem bekend die ten minste de hoofdcategorieën bevat waarin de kosten worden ingedeeld en de voor de toerekening van de kosten toegepaste regels.
6. De Autoriteit Consument en Markt of een door haar aan te wijzen onafhankelijke deskundige onderzoekt jaarlijks of het postvervoerbedrijf in overeenstemming met de opgelegde verplichting heeft gehandeld.
1. De Autoriteit Consument en Markt kan de verplichting opleggen om door haar nader te bepalen informatie bekend te maken op een door haar te bepalen wijze.
2. De Autoriteit Consument en Markt kan de verplichting opleggen om een referentieaanbod bekend te maken waarin een omschrijving is opgenomen van door haar te bepalen vormen van toegang. Het referentieaanbod is opgesplitst naar de door de Autoriteit Consument en Markt onderscheiden vormen van toegang en de daarbij gehanteerde tarieven en andere voorwaarden.
3. Aan een verplichting als bedoeld in het eerste of tweede lid kan de Autoriteit Consument en Markt voorschriften verbinden met betrekking tot de mate van detaillering en de wijze van bekendmaking.
1. De Autoriteit Consument en Markt kan de verplichting opleggen om een gescheiden boekhouding te voeren waarin de opbrengsten en de kosten van de door haar te bepalen postvervoerdiensten die het postvervoerbedrijf aanbiedt aan de onderneming zelf, aan andere postvervoerbedrijven of aan eindgebruikers, gescheiden zijn van die van de door het postvervoerbedrijf verrichte overige activiteiten.
2. Aan de verplichting tot het voeren van een gescheiden boekhouding als bedoeld in het eerste lid, kan de Autoriteit Consument en Markt voorschriften verbinden met betrekking tot de methode van inrichting van de boekhouding, de mate van detaillering en het aan de Autoriteit Consument en Markt verstrekken van boekhoudkundige documenten met inbegrip van gegevens over van derden ontvangen inkomsten.
1. De Autoriteit Consument en Markt kan de verplichting opleggen om bij de levering van door haar te bepalen postvervoerdiensten aan andere postvervoerbedrijven of eindgebruikers:
a. een door haar te bepalen postvervoerdienst los te leveren van andere diensten;
b. deze andere postvervoerbedrijven en eindgebruikers in gelijke gevallen gelijk te behandelen;
c. een redelijk kwaliteitsniveau te garanderen.
2. Aan een verplichting als bedoeld in het eerste lid kunnen door de Autoriteit Consument en Markt nadere voorschriften worden verbonden die nodig zijn voor een goede uitvoering van die verplichtingen.
1. Voor door haar te bepalen postvervoerdiensten aan eindgebruikers kan de Autoriteit Consument en Markt verplichtingen opleggen betreffende het beheersen van de hiervoor te rekenen tarieven of de kostentoerekening.
2. Artikel 13f, tweede tot en met vijfde lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
3. Aan een verplichting als bedoeld in het eerste lid kunnen door de Autoriteit Consument en Markt nadere voorschriften worden verbonden die nodig zijn voor een goede uitvoering van die verplichtingen.
1. Indien de Autoriteit Consument en Markt een verplichting als bedoeld in artikel 13j oplegt of in stand houdt, kan zij tevens de verplichting opleggen om invoering van nieuwe of gewijzigde tarieven voor postvervoerdiensten aan eindgebruikers niet plaats te laten vinden dan nadat zij deze tarieven heeft goedgekeurd.
2. De Autoriteit Consument en Markt beoordeelt binnen drie weken na ontvangst van een verzoek tot goedkeuring, of het nieuwe of gewijzigde tarief in overeenstemming is met de opgelegde of in stand gehouden verplichting, bedoeld in artikel 13j, eerste lid. Indien gegevens als bedoeld in het zevende lid, ontbreken wordt het postvervoerbedrijf binnen drie dagen na ontvangst van het verzoek, hiervan op de hoogte gesteld.
3. De Autoriteit Consument en Markt kan de termijn, bedoeld in het tweede lid, eerste volzin, eenmaal met drie weken verlengen. Zij doet hiervan schriftelijk mededeling aan het postvervoerbedrijf dat het verzoek heeft ingediend.
4. Indien de Autoriteit Consument en Markt van oordeel is dat het nieuwe of gewijzigde tarief in overeenstemming is met de opgelegde of in stand gehouden verplichting, bedoeld in artikel 13j, eerste lid, keurt zij de invoering hiervan goed.
5. Indien de Autoriteit Consument en Markt van oordeel is dat het nieuwe of gewijzigde tarief niet in overeenstemming is met de verplichting, bedoeld in artikel 13j, eerste lid, doet zij hiervan mededeling aan het desbetreffende postvervoerbedrijf. Zij deelt hierbij mede op welke punten niet voldaan is aan de verplichting, bedoeld in artikel 13j, eerste lid.
6. Het postvervoerbedrijf deelt de Autoriteit Consument en Markt binnen vier weken na de datum van de mededeling, bedoeld in het vijfde lid, schriftelijk mede in hoeverre het nieuwe of gewijzigde tarief wordt aangepast aan de mededeling van de Autoriteit Consument en Markt. De Autoriteit Consument en Markt beoordeelt binnen drie weken na ontvangst van de mededeling van het postvervoerbedrijf, bedoeld in de eerste volzin, op het verzoek tot goedkeuring, of het nieuwe of gewijzigde tarief in overeenstemming is met de opgelegde of in stand gehouden verplichting, bedoeld in artikel 13j, eerste lid.
7. Uiterlijk op het tijdstip waarop de Autoriteit Consument en Markt een verplichting als bedoeld in artikel 13j oplegt of in stand houdt, in werking treedt, stelt zij vast welke gegevens door de desbetreffende onderneming bij een verzoek als bedoeld in het tweede lid overgelegd moeten worden, en in welke vorm deze gegevens worden ingediend. De Autoriteit Consument en Markt doet hiervan mededeling aan het desbetreffende postvervoerbedrijf.
E
In artikel 49, eerste lid, vervalt «9» en wordt na «13» ingevoegd: , 13b tot en met 13k.
F
Artikel 58 wordt als volgt gewijzigd:
a. In het eerste lid, wordt «in hoofdstuk 3» vervangen door: in de hoofdstukken 3 en 3a.
b. Onder vernummering van het tweede tot het derde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:
2. Onder een geschil als bedoeld in het eerste lid, wordt mede verstaan een geschil inzake de vraag of, indien de in dat lid bedoelde postvervoerbedrijven, natuurlijke of rechtspersonen een overeenkomst hebben gesloten op basis van een bij of krachtens de hoofdstukken 3 en 3a van deze wet, een op een of meer van hen rustende verplichting, de ter zake daarvan tussen hen bestaande verbintenissen, of de wijze waarop die verbintenissen worden nagekomen strijdig zijn, onderscheidenlijk strijdig is met het bij of krachtens deze wet bepaalde.
De Algemene wet bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:
a. In Bijlage 1: de Regeling rechtstreeks beroep wordt in de alfabetische rangschikking ingevoegd:
Postwet 2009: hoofdstuk 3a.
b. In artikel 4 van Bijlage 2: Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak wordt in de alfabetische rangschikking ingevoegd:
Postwet 2009: hoofdstuk 3a.
c. In de artikelen 7 en 11 van Bijlage 2: Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak wordt «Postwet 2009» vervangen door: Postwet 2009, met uitzondering van hoofdstuk 3a.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Economische Zaken,