Voorgesteld 22 januari 2013
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat lidstaten door de uitspraak van het Hof van Justitie verplicht worden studiefinanciering te verstrekken aan studenten die nauwelijks een band hebben met deze lidstaat;
overwegende dat de Staat bij het Hof terecht heeft aangevoerd dat de Europese verordening 492/2011, betreffende het vrije verkeer van werknemers, sociale voordelen alleen betrekt op de migrerend werknemers en dat hun kinderen minder vergaande rechten hebben;
overwegende dat lidstaten de vrijheid moeten hebben om redelijke eisen te stellen inzake de verbondenheid en integratie van de student die aanspraak wil maken op studiefinanciering;
verzoekt de regering, in Europees verband te pleiten voor verheldering dan wel aanpassing van verordening 492/2011, in eerste instantie door een inbreng bij de OJCS Raad van 13 februari 2013, in die zin dat lidstaten de vrijheid hebben om redelijke eisen te stellen aan kinderen van migrerend werknemers,
en gaat over tot de orde van de dag.
Bisschop
Rog