Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 september 2013
Bij de parlementaire behandeling van het Wetsvoorstel tot wijziging van de Paspoortwet in verband met onder meer de status van de Nederlandse identiteitskaart (Handelingen II 2013/14, nr. 2), is door het lid Van der Linde (VVD) een amendement ingediend waarmee wordt geregeld dat in een reisdocument van een minderjarige verplicht de geslachtsnaam en voornamen dan wel andere gegevens worden vermeld van degenen die het gezag uitoefenen over de minderjarige (Kamerstuk 33 440 (R1190), nr. 10). Daarover bericht ik u, mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het volgende.
Het bijschrijven van de persoon met gezag over het minderjarige kind kan soms een middel zijn om problemen bij grenspassage te voorkomen wanneer een ouder met gezag een andere geslachtsnaam heeft dan het meereizend kind. Daarnaast kan het een middel zijn om internationale kinderontvoering tegen te gaan. De ervaring leert immers dat als een kind eenmaal ongeoorloofd – bijvoorbeeld zonder toestemming van de (andere) ouder met gezag of de (andere) voogd – naar het buitenland is meegenomen, het moeilijk is om te bewerkstelligen dat het terugkeert naar Nederland. Dat geldt temeer als het kind is meegenomen naar een land dat niet is aangesloten bij het Haags Kinderontvoeringsverdrag. Het voorkomen van dergelijke situaties is belangrijk. Ik sta daarom positief tegenover de gedachte achter het amendement.
Er zijn echter ook aandachtspunten die de vraag betreffen of medewerkers van de grensbewaking inderdaad kunnen afgaan op de gegevens op het reisdocument. Wat als ondertussen het gezag over de minderjarige is gewijzigd of als de minderjarige onder toezicht is gesteld en uit huis is geplaatst? Schijnzekerheid moet worden vermeden. Daarnaast kan het verplicht vermelden van de namen van ouders indien zij van hetzelfde geslacht zijn, mogelijk tot problemen leiden bij verkrijgen van toegang tot bepaalde landen. Gelet op deze bezwaren ontraad ik het amendement.
Om aan de intenties van de indiener tegemoet te komen, ben ik voornemens de komende periode in overleg te treden met de organisaties die van doen hebben met internationale kinderontvoering (onder meer: Centrum Internationale Kinderontvoering, politie, Koninklijke Marechaussee, Nationaal Rapporteur Mensenhandel). Daarbij neem ik mee dat de Europese Commissie op 2 augustus 2013 ten behoeve van het Europese Parlement een verslag heeft uitgebracht betreffende de voorschriften voor kinderen die de buitengrenzen van de lidstaten overschrijden, waarin zij zich onder meer positief uitlaten over het ontwikkelen van een modelformulier betreffende «toestemming om te reizen»1.
Voor het einde van dit jaar zal ik uw Kamer berichten over de uitkomst van de gesprekken met de diverse organisaties en hoe de grenspassage van ouders die reizen met een kind kan worden vergemakkelijkt.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven