Ontvangen 25 april 2016
Artikel 3, tweede lid, van het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel b wordt «J 4a, derde lid» vervangen door «J 6» en wordt na «artikelen 56, tweede lid,» ingevoegd: 58.
2. In onderdeel c vervalt: J 1, vierde lid, N 2 tot en met.
De voorgestelde wijziging leidt er in de eerste plaats toe dat de mogelijkheid om af te wijken van de artikelen J 4a, derde lid en J 1, vierde lid, van de Kieswet vervalt. In navolging van de adviezen van de Commissie-Van Beek ziet initiatiefnemer ervan af te regelen dat de kiezer zelf zijn stembiljet kan scannen, direct na het uitbrengen van de stem. Reden is dat niet alleen een stemprinter compromitterende straling genereert, maar ook een elektronische scanner. Het werkt kostenverhogend om ook de stemmenteller uit te rusten met maatregelen tegen het aflezen van deze straling. Daar komt bij dat zelf scannen een groter risico op storingen meebrengt gedurende de dag van de stemming (bijvoorbeeld vanwege papier dat komt vast te zitten, of vanwege kiezers die hun stembiljet meerdere keren of juist niet scannen). Ook moeten kiezers die hun stem hebben uitgebracht ingeval van een storing aan de scanapparatuur, wachten tot de apparatuur is vervangen. Omdat hun stempas al is ingenomen, kunnen zij immers niet meer naar een ander stemlokaal worden verwezen. Het tellen van de stembiljetten vindt derhalve plaats na afloop van de stemming (zoals thans ook is geregeld in de Kieswet).
In de tweede plaats leidt de voorgestelde wijziging ertoe dat de mogelijkheid wordt gecreëerd af te wijken van artikel J 6 van de Kieswet. Dit artikel geeft de gemeenteraad de bevoegdheid om te bepalen dat tegelijk met de stemming in het stemlokaal ook een andere, door de gemeenteraad uitgeschreven, stemming plaatsvindt. Zoals de Kiesraad in zijn advies aangeeft is het niet uit te sluiten dat het beheer en de voorwaarden voor certificering van stemprinters het onmogelijk maken om ook bij een door de gemeenteraad uitgeschreven stemming elektronische hulpmiddelen in te zetten. Het is onwenselijk als een kiezer in het stemlokaal voor twee stemmingen op een verschillende manier zijn of haar stem moet uitbrengen. Om die redenen is het wenselijk om artikel J 6 van de Kieswet buiten toepassing te kunnen verklaren. Dat betekent dat er niet tegelijkertijd een door de gemeenteraad uitgeschreven stemming kan plaatsvinden en een experiment in deze gemeente kan worden gehouden ingevolge deze experimentenwet.
In de derde plaats wordt met invoeging van artikel 58 van de Wet raadgevend referendum geregeld dat ook voor referenda een aangepast stembiljet kan worden vastgesteld voor een experiment met een stemprinter of stemmenteller.
Tot slot vervalt met de voorgestelde wijziging de mogelijkheid af te wijken van de artikelen N 2 en N 3 van de Kieswet. Voor een experiment met een stemmenteller is het nodig om af te wijken van de bepalingen uit de Kieswet die bepalen hoe het tellen van de stembiljetten verloopt. Het is evenwel niet nodig af te wijken van de bepalingen over het in pakken doen van stempassen en stembiljetten en het onmiddellijk na verzegeling daarvan openen van de stembus.
Taverne