Kamerstuk 33328-26

Amendement van de leden Veldman en Bisschop dat regelt dat het aanstellen van een Informatiecommissaris pas geschiedt na de te houden evaluatie van de Wet open overheid en indien deze evaluatie heeft uitgewezen dat behoefte bestaat aan een dergelijke commissaris

Dossier: Voorstel van wet van de leden Snels en Sneller houdende regels over de toegankelijkheid van informatie van publiek belang (Wet open overheid)

Gepubliceerd: 12 april 2016
Indiener(s): Roelof Bisschop (SGP), Hayke Veldman (VVD)
Onderwerpen: bestuursrecht recht
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33328-26.html
ID: 33328-26
Wijzigingen: 33328-34

Nr. 26 AMENDEMENT VAN DE LEDEN VELDMAN EN BISSCHOP

Ontvangen 12 april 2016

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel 2.1 vervalt de omschrijving van «Informatiecommissaris».

II

Hoofdstuk 7 vervalt.

III

Artikel 8.9 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Na het eerste lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In deze evaluatie wordt in ieder geval aandacht besteed aan de vraag of het noodzakelijk is om een Informatiecommissaris in te stellen.

IV

Artikel 9.1 vervalt.

V

Artikel 9.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel A wordt «nemen» vervangen door «neemt» en vervalt: en, bij toepassing van artikel 8.45b, de Informatiecommissaris,.

2. Onderdeel C vervalt.

3. In onderdeel D vervalt het eerste onderdeel alsmede de aanduiding «2.» voor het tweede onderdeel.

4. Onderdeel E vervalt.

VI

Artikel 10.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «9.1, onderdelen A, B, C en D, 9.3, onderdelen C, D en E, en 9.61 en hoofdstuk 7» vervangen door: 9.3, onderdeel E, en 9.61.

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Artikel 9.3, onderdeel E, treedt in werking vier jaren na het tijdstip, bedoeld in het eerste lid.

Toelichting

Dit amendement regelt dat het aanstellen van een Informatiecommissaris pas geschiedt na de te houden evaluatie van de Wet open overheid en deze evaluatie heeft uitgewezen dat er behoefte aan zo’n commissaris bestaat. Er wordt dus niet automatisch vier jaar na inwerkingtreding van deze wet een Informatiecommissaris aangesteld. Mocht de evaluatie uitwijzen dat er een Informatiecommissaris moet komen, dan wordt deze bij wet ingesteld. Dan wordt ook bepaald wat de taken en bevoegdheden van de Informatiecommissaris zijn en waar deze functionaris wordt ondergebracht.

Wetstechnisch is dit amendement vormgegeven door het laten vervallen van hoofdstuk 7 van de WOO. Voorts is de evaluatiebepaling in artikel 8.9 aangepast. Bij de evaluatie wordt in ieder geval aandacht besteed aan de noodzaak tot het invoeren van een Informatiecommissaris. Naar aanleiding van die evaluatie kan worden bezien of de Informatiecommissaris al dan niet bij wet moet worden ingesteld, of dat hiervoor geen wet nodig is, zoals bij de Digicomissaris.

Veldman Bisschop