Gepubliceerd: 1 oktober 2012
Indiener(s): Paul de Krom (staatssecretaris sociale zaken en werkgelegenheid) (VVD)
Onderwerpen: organisatie en beleid sociale zekerheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33327-7.html
ID: 33327-7
Origineel: 33327-2

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 1 oktober 2012

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1

Artikel I, onderdeel C, wordt als volgt gewijzigd:

1. In het in onderdeel 2 voorgestelde artikel 16, tweede lid, wordt in de eerste zin «als bedoeld in het eerste lid» vervangen door « , bedoeld in het eerste lid» en wordt in de tweede zin «als bedoeld in het eerste lid» vervangen door « , bedoeld in het eerste lid,».

2. Onderdeel 5 komt te luiden:

5. Het zesde en zevende lid vervallen onder vernummering van het achtste tot en met het elfde lid tot vierde tot en met zevende lid.

3. Onder vernummering van onderdeel 6 tot onderdeel 7 wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

6. Het vijfde lid (nieuw) komt te luiden:

5. In afwijking van het eerste lid is gedurende de periode dat de voor de werknemer rechtens geldende opzegtermijn langer duurt dan de opzegtermijn, bedoeld in artikel 64, eerste lid, onderdeel b, tevens werkloos de werknemer waarvan de werkgever het loon niet voldoet omdat hij verkeert in een toestand als bedoeld in artikel 61.

4. In onderdeel 7 (nieuw) wordt «vijfde lid» vervangen door: zesde lid.

2

In artikel I, onderdeel D, wordt aan onderdeel 1 een onderdeel toegevoegd, luidende:

c. «achtste lid» wordt vervangen door: vierde lid.

3

In artikel I, onderdeel J, wordt «artikel 16, vijfde lid» vervangen door: artikel 16, zesde lid.

4

Artikel I, onderdeel N, komt te luiden:

Artikel 27a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste, derde, vierde en vijfde lid wordt na «door de werknemer» telkens ingevoegd: of door de werkgever, bedoeld in artikel 18, eerste lid,.

2. In het twaalfde lid wordt na «de werknemer» ingevoegd: of de werkgever, bedoeld in artikel 18, eerste lid,.

5

Aan het in artikel I, onderdeel P, voorgestelde artikel 35ab wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. Met ingang van de dag waarop de werknemer die toestemming van het UWV heeft verkregen om werkzaamheden als bedoeld in artikel 77a, eerste lid, te verrichten, handelt in strijd met artikel 77a, eerste lid, onderdeel d, wordt de uitkering voor de resterende duur van die toestemming verminderd met 100% van de uitkering.

6

Artikel I, onderdeel T, wordt als volgt gewijzigd:

a. «1. Artikel 45, eerste lid, komt te luiden:» wordt vervangen door:

Artikel 45 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:.

b. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

2. In het tweede lid wordt na «worden» ingevoegd: , onder meer wanneer de dienstbetrekking, bedoel in het eerste lid, korter heeft geduurd dan het jaar, bedoeld in het eerste lid,.

7

Artikel I, onderdeel U, komt te luiden:

U

Artikel 77a, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef vervalt: maximaal.

2. Onderdeel d komt te luiden:

d. geen werkzaamheden verricht worden in opdracht, ten behoeve, of onder verantwoordelijkheid van de werkgever bij wie de werknemer, bedoeld in het eerste lid,  onmiddellijk voorafgaande aan het intreden van zijn werkloosheid als werknemer arbeid heeft verricht;.

8

In artikel I wordt na onderdeel U een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ua

In artikel 116, eerste lid, vervalt: 16, zesde lid,.

9

Artikel II wordt als volgt gewijzigd:

a. «Artikel 15, eerste lid, van de Ziektewet komt te luiden:» wordt vervangen door:

Artikel 15 van de Ziektewet wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:.

b. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

2. In het tweede lid wordt na «worden» ingevoegd:, onder meer wanneer de dienstbetrekking, bedoel in het eerste lid, korter heeft geduurd dan het jaar, bedoeld in het eerste lid,.

10

Artikel IV komt te luiden:

ARTIKEL IV. WIJZIGING VAN DE WET STRUCTUUR UITVOERINGSORGANISATIE WERK EN INKOMEN

De Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 30, zesde lid, wordt «ontheffing als bedoeld in artikel 8, derde lid, van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945» vervangen door: vrijstelling als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945.

B

In artikel 33d, eerste lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen wordt na «over 52 of meer dagen loon heeft ontvangen» ingevoegd: respectievelijk 208 of meer arbeidsuren heeft.

11

Na artikel VIII worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

ARTIKEL VIIIA. WIJZIGING VAN DE WET WERK EN INKOMEN NAAR ARBEIDSVERMOGEN IN VERBAND MET DE WET BEPERKING ZIEKTEVERZUIM EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID VANGNETTERS

Indien het bij Koninklijke boodschap van 23 april 2012 ingediende voorstel van wet, tot wijziging van de Ziektewet en enige andere wetten om ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid van vangnetters te beperken (Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters) tot wet is of wordt verheven en artikel III, onderdeel Ba, van die wet in werking is getreden of treedt, wordt in de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen aan artikel 66, zevende lid, toegevoegd: , tenzij de verzekerde laatstelijk in dienstbetrekking stond tot een eigenrisicodrager, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Ziektewet.

ARTIKEL VIIIB. WIJZIGING VAN DE WET FINANCIERING SOCIALE VERZEKERINGEN

In artikel 99, onderdeel e, van de Wet financiering sociale verzekeringen wordt «de toepassing van artikel 8, derde lid, van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945» vervangen door: een vrijstelling op grond van artikel 8, tweede lid, van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945.

Toelichting

Onderdelen 1, 2, 3 en 8 (Artikel I, onderdelen C, D, J en Ua)

Het vijfde lid was voorheen het negende lid. Oorspronkelijk is voorgesteld het negende lid te laten vervallen. De inhoud van het negende lid zou in lagere regelgeving opgenomen worden. Dit blijkt echter bij nader inzien niet wenselijk. Daarom wordt voorgesteld de inhoud van het negende lid te handhaven. Dit wordt nu opgenomen in het vijfde lid. De tekst van het artikellid is redactioneel aangepast aan de overige wijzigingen in het wetsvoorstel.

Ook als de werkgever geen loon meer betaalt, doordat er sprake is van betalingsonmacht, is er sprake van arbeidsuren. Dit vloeit voort uit de wijze waarop het begrip arbeidsuur is omschreven. Het gewijzigde artikel 16, vijfde lid (nieuw), bewerkstelligt dat in die situatie toch werkloosheid ontstaat, ongeacht of de werknemer op of na het moment waarop de betalingsonmacht ontstond nog gewerkt heeft.

Net als nu al het geval is, wordt in de situatie waarin werkloosheid ontstaat in het geval van betalingsonmacht geen toets op beschikbaarheid gedaan.

Onder 1 wordt daarnaast een technische verbetering in de verwijzing naar het eerste lid aangebracht.

Onderdeel 4 (Artikel I, onderdeel N)

De wijzigingsopdracht wordt aangepast in verband met de wijziging van artikel 27a, zoals deze is opgenomen in de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving.

Onderdelen 6 en 9 (Artikel I, onderdeel T, en artikel II)

Indien de dienstbetrekking waaruit een werknemer ziek of werkloos is geworden korter heeft geduurd dan een jaar, wordt de noemer van de breuk genoemd in het eerste lid naar evenredigheid aangepast bij de vaststelling van de hoogte van het dagloon. Omwille van de kenbaarheid en duidelijkheid wordt in de wettekst expliciet gemaakt dat ten aanzien van die uitzonderingssituatie andere regels kunnen worden gesteld.

Onderdelen 5 en 7 (Artikel I, onderdelen P en U)

Geen werk voor oude werkgever

In het wetsvoorstel vereenvoudiging UWV regelingen wordt voorgesteld om de startersregeling te vereenvoudigen. In plaats van verrekening van inkomsten achteraf, wordt de WW-uitkering gedurende de startperiode van 26 weken met een vast percentage gekort. Misbruik en oneigenlijk gebruik van de startersregeling kan zich voordoen als een werknemer in overleg met zijn werkgever de arbeidsovereenkomst beëindigt en korte tijd later bij zijn voormalig werkgever als zelfstandige aan de slag gaat. In die situatie zou de WW-gerechtigde mogelijk gebruik kunnen maken van de startersregeling en de inkomsten als zelfstandige ontvangen naast zijn gekorte WW-uitkering. Deze situatie is ongewenst. Om misbruik en oneigenlijk gebruik van de startersregeling zoveel mogelijk te voorkomen, wordt een extra voorwaarde opgenomen voor deelname aan de startersregeling. Deelname aan de startersregeling is niet mogelijk als de starter werkzaamheden gaat verrichten voor zijn voormalig werkgever. Daarom wordt voorgesteld in artikel 77a, eerste lid, als voorwaarde voor de toestemming om werkzaamheden als zelfstandige te verrichten op te nemen dat geen werkzaamheden als zelfstandige verricht mogen worden in opdracht van of ten behoeve van de werkgever waarbij de werknemer in dienst was voordat hij werkloos werd. Daarbij gaat het niet alleen om het verrichten van werkzaamheden in opdracht van de oude werkgever. Ook als het werkzaamheden zijn die ten behoeve of onder verantwoordelijkheid van de oude werkgever worden verricht, wordt niet aan de voorwaarde uit artikel 77a, eerste lid, onderdeel d, voldaan. Als werkzaamheden worden verricht bij een dochteronderneming, een nevenvestiging of een filiaal van de voormalige werkgever, is eveneens sprake van het verrichten van werkzaamheden voor de voormalige werkgever. Het gaat daarbij om de feitelijke werkzaamheden. Voor het bepalen of sprake is van werkzaamheden die verricht worden voor de oude werkgever is niet relevant aan wie de factuur voor de werkzaamheden wordt gezonden.

Gevolgen werk voor oude werkgever

Het kan zich voordoen dat een WW-gerechtigde tijdens deelname aan de startersregeling, dus nadat het UWV toestemming heeft verleend, toch werkzaamheden gaat verrichten voor zijn voormalig werkgever. Ook in die situatie is het ongewenst dat de WW-gerechtigde naast zijn gekorte WW-uitkering inkomsten als zelfstandige ontvangt. Aan het voorgestelde artikel 35ab wordt daarom een derde lid toegevoegd waarin is geregeld dat indien toch werkzaamheden verricht worden voor de voormalige werkgever, de uitkering vanaf dat moment gedurende de rest van de periode waarin met toestemming van het UWV gewerkt wordt als zelfstandige, de uitkering met 100% wordt gekort. De werknemer kan dan wel op grond van artikel 77a WW als zelfstandige blijven werken waardoor hij gedurende de startperiode van zes maanden voor de WW aangemerkt blijft wordt als werknemer, maar hij ontvangt tijdelijk geen uitkering meer. Indien de werknemer niet zelf meldt dat werkzaamheden voor de voormalige werkgever worden verricht, dan voldoet hij niet aan de informatieplicht op grond van artikel 25. Op grond van artikel 27a kan dan tevens een boete worden opgelegd.

Voorts wordt voorgesteld te regelen dat de periode waarin de werknemer werkzaamheden als zelfstandige mag verrichten altijd 26 weken is, en dus niet meer maximaal 26 weken. Het gevolg hiervan is dat als de werknemer met toestemming gaat werken als zelfstandige, de uitkering altijd gedurende de volledige periode van 26 weken gekort wordt, conform artikel 35ab, ongeacht of deze persoon gedurende de gehele startperiode werkzaamheden als zelfstandige verricht. Overigens blijven de normale regels van de WW ook tijdens de startperiode van toepassing. Als iemand bijvoorbeeld tijdens deelname aan de startersregeling (ook) gedeeltelijk werkzaam is in dienstbetrekking, dan worden de als werknemer gewerkte uren gekort op de WW-uitkering en daarnaast wordt de forfaitaire korting toegepast.

Onderdelen 10 en 11 (Artikelen IV en VIIIb)

De verwijzingen naar artikel 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 worden aangepast in verband met de wijziging van dat artikel.

Onderdeel 11 (Artikel VIIIa)

Als de het wetsvoorstel beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (kamerstukken 33 241) tot wet wordt verheven en in werking is getreden, kunnen ook verzekerden die geen werkgever meer hebben in aanmerking komen voor de verkorte wachttijd voor de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. In het wetsvoorstel wordt voorgesteld in artikel 66 van de Wet WIA te regelen dat in die situatie geen medische verklaring namens de werkgever nodig is, er is immers geen werkgever. In het geval de voormalige werkgever eigenrisicodrager is, is dit anders. In die situatie kan de werkgever wel zorg dragen voor een medische verklaring van de bedrijfsarts. De voorgestelde wijziging van artikel 66, zevende lid, regelt dat de medische verklaring in deze situatie wel vereist is.

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, P. de Krom