Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om een aantal socialezekerheidswetten te vereenvoudigen om zo de kosten gemoeid met de uitvoering te verlagen en tegelijkertijd de transparantie, de doelmatigheid en de eigen verantwoordelijkheid voor de burger te vergroten;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Werkloosheidswet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 worden, onder vervanging van de punt aan het eind van onderdeel n door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:
1° uur waarover een werknemer inkomen uit arbeid heeft ontvangen;
2° uur waarover een werknemer recht heeft op inkomen uit arbeid;
3° uur dat op grond van bij ministeriële regeling te stellen regels, wordt gelijkgesteld met een uur waarover een werknemer inkomen uit arbeid heeft ontvangen;
loon, zoals gedefinieerd in artikel 16 van de Wet financiering sociale verzekeringen voor de werknemer, bedoeld in artikel 1, onderdeel o, van die wet, met dien verstande dat niet tot het inkomen worden gerekend:
1° uitkeringen op grond van een werknemersverzekering, al dan niet vermeerderd met een toeslag op grond van de Toeslagenwet en de aanvullingen daarop van degene tot wie de werknemer in dienstbetrekking staat;
2° hetgeen wordt genoten op grond van artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, alsmede hetgeen door de werknemer met een publiekrechtelijke dienstbetrekking wordt genoten op grond van naar aard en strekking met artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek overeenkomstige regelingen, al dan niet vermeerderd met een toeslag op grond van de Toeslagenwet en de aanvullingen daarop van degene tot wie de werknemer in dienstbetrekking staat.
B
Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
C
Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:
a. in een kalenderweek ten minste vijf arbeidsuren minder heeft dan zijn gemiddeld aantal arbeidsuren per kalenderweek of een aantal arbeidsuren heeft dat ten hoogste gelijk is aan de helft van zijn gemiddeld aantal arbeidsuren per kalenderweek; en.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Onder het in het eerste lid bedoelde gemiddeld aantal arbeidsuren per kalenderweek wordt verstaan het gemiddeld aantal arbeidsuren in de 26 kalenderweken onmiddellijk voorafgaande aan de kalenderweek als bedoeld in het eerste lid. Indien de werknemer ten hoogste vijf arbeidsuren per kalenderweek minder heeft dan zijn gemiddeld aantal arbeidsuren per kalenderweek, wordt bij de bepaling van het gemiddeld aantal arbeidsuren per kalenderweek, bedoeld in de eerste zin, mede in aanmerking genomen het aantal uren waarover de werknemer in de 26 kalenderweken onmiddellijk voorafgaande aan de kalenderweek als bedoeld in het eerste lid gemiddeld per week werkzaamheden heeft verricht uit hoofde waarvan hij niet als werknemer wordt beschouwd. Voor de vaststelling van de periode van 26 kalenderweken, bedoeld in de eerste en tweede zin, worden kalenderweken, tot een maximum van 78 kalenderweken, waarin de werknemer onbetaald verlof heeft genoten, niet in aanmerking genomen, tenzij dit leidt tot een lager gemiddeld aantal arbeidsuren per kalenderweek dan wanneer die kalenderweken wel in aanmerking zouden worden genomen.
3. Het derde en vierde lid vervallen onder vernummering van het vijfde lid tot derde lid.
4. In het derde lid (nieuw), onderdelen a en b, wordt «aantal gewerkte arbeidsuren» vervangen door: gemiddeld aantal arbeidsuren.
5. Het zesde, zevende en negende lid vervallen onder vernummering van het achtste lid tot vierde lid, tiende lid tot vijfde lid en elfde lid tot zesde lid.
6. Het vijfde lid (nieuw) wordt «wordt onder de in het eerste lid bedoelde arbeidsuren per kalenderweek verstaan» vervangen door «wordt onder het in het tweede lid bedoelde gemiddeld aantal arbeidsuren per kalenderweek verstaan» en wordt «een hoger aantal uren» vervangen door: een hoger aantal arbeidsuren.
D
Artikel 16a wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. «, alsmede een verlies van het recht op onverminderde doorbetaling van loon over die uren» vervalt.
b. «uren» wordt vervangen door «arbeidsuren».
2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. «een van de overige in dat lid bedoelde voorwaarden» wordt vervangen door: de andere in dat lid bedoelde voorwaarde.
b. «overige voorwaarden» wordt vervangen door: andere voorwaarde.
3. Het derde lid vervalt.
E
Artikel 17 komt te luiden:
F
Artikel 17a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «weken» telkens vervangen door: kalenderweken.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Voor de vaststelling van het in artikel 17 bedoelde aantal van 26 kalenderweken worden arbeidsuren in een kalenderweek slechts in aanmerking genomen, voor zover deze betrekking hebben op de dienstbetrekking waaruit de werknemer werkloos is geworden en op een of meer dienstbetrekkingen waarvoor eerstgenoemde dienstbetrekking in de plaats is gekomen, en voor zover deze niet reeds eerder hebben geleid tot het ontstaan van een recht op uitkering op grond van dit hoofdstuk of op grond van hoofdstuk 7 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
3. In het derde lid wordt «weken» telkens vervangen door: kalenderweken.
4. In het vierde lid wordt «weken» telkens vervangen door «kalenderweken» en wordt «arbeid is verricht» telkens vervangen door «arbeidsuren zijn gewerkt».
G
Artikel 18 komt te luiden:
1. Indien de werkgever gebruik maakt van de op grond van artikel 8, tweede lid, van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 verleende vrijstelling, heeft de werknemer volgens bij ministeriële regeling te stellen regels recht op uitkering.
2. Bij de ministeriële regeling, bedoeld in het eerste lid, kan worden bepaald dat ten aanzien van de werknemer, bedoeld in het eerste lid, artikel 17 of 42 geheel of gedeeltelijk buiten toepassing wordt gelaten in bij die regeling te benoemen buitengewone omstandigheden als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945.
H
In artikel 19, eerste lid, onderdeel l, vervalt: , tenzij voor de werknemer een ontheffing is verleend op grond van artikel 8, derde lid, van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945.
I
Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het derde lid komt te luiden:
3. Voor de werknemer op wie het eerste lid, onderdeel b, van toepassing is, eindigt het recht op uitkering ter zake van het aantal arbeidsuren dat hij in een kalenderweek werkt dan wel ter zake van het aantal arbeidsuren in een kalenderweek waarop hij minder beschikbaar is voor arbeid.
2. Het vierde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt «een zodanig aantal uren arbeid als werknemer verricht» vervangen door: een zodanig aantal arbeidsuren per kalenderweek werkt.
b. In de onderdelen a en b wordt «zijn arbeidsuren» vervangen door: zijn gemiddeld aantal arbeidsuren.
3. In het vijfde lid, onderdeel a, wordt «van uren waarin arbeid wordt verricht en de gelijkstelling van uren waarin geen arbeid is verricht met uren waarin arbeid wordt verricht» vervangen door: van arbeidsuren en de gelijkstelling van uren met arbeidsuren;.
4. In het zesde lid, onderdeel b, wordt «op een moment waarop sprake is van volledig verlies van zijn arbeidsuren» vervangen door: op een moment waarop gedurende 13 aaneengesloten kalenderweken sprake is geweest van volledig verlies van zijn arbeidsuren.
5. In het tiende lid wordt «geldt voor toepassing van het zesde lid, onderdeel b, ten aanzien van dat nieuwe recht niet langer de voorwaarde dat de werknemer ten minste 52 weken onafgebroken recht op uitkering heeft gehad» vervangen door: gelden voor de toepassing van het zesde lid, onderdeel b, ten aanzien van dat nieuwe recht niet langer de voorwaarden dat de werknemer ten minste 52 weken onafgebroken recht op uitkering heeft gehad en dat gedurende 13 aaneengesloten kalenderweken sprake is geweest van volledig verlies van zijn arbeidsuren.
6. In het twaalfde lid wordt «het gemiddeld aantal arbeidsuren per week dat de werknemer in die dienstbetrekking arbeid heeft verricht» vervangen door: het gemiddeld aantal arbeidsuren per kalenderweek in die dienstbetrekking.
7. Na het twaalfde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
13. Indien de werknemer tijdens een recht op uitkering en na toepassing van het zesde lid, onderdeel b, opnieuw werkzaamheden als werknemer gaat verrichten, is het zesde lid, onderdeel b, onverminderd van toepassing, met dien verstande dat niet langer de voorwaarde geldt dat gedurende 13 aaneengesloten kalenderweken sprake is geweest van volledig verlies van zijn arbeidsuren.
J
In artikel 21, vijfde lid, wordt «artikel 16, tiende lid» vervangen door: artikel 16, vijfde lid.
K
Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid, wordt «en een uitkering die verband houdt met een verleende ontheffing op grond van artikel 8, derde lid, van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 worden» vervangen door: wordt.
2. In het vierde lid wordt «binnen zes weken» vervangen door: binnen 14 weken.
L
Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de werkgever, bedoeld in artikel 18, eerste lid, indien de betaling van de uitkering, bedoeld in artikel 18, eerste lid, geschiedt door zijn tussenkomst.
M
In de artikelen 26a, tweede lid, onderdeel a, en 27, tweede lid, onderdeel b, wordt «artikel 35aa, eerste lid, onderdeel b» telkens vervangen door: artikel 35aa, eerste lid.
N
In artikel 27a, eerste en tweede lid, wordt na «door de werknemer» ingevoegd: of door de werkgever, bedoeld in artikel 18, eerste lid,.
O
Artikel 35aa, eerste lid, komt te luiden:
1. De uitkering wordt verminderd met 70% van het inkomen indien artikel 20, zesde lid, onderdeel b, of negende lid, van toepassing is.
P
Na artikel 35aa wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Indien de werknemer toestemming van het UWV heeft verkregen om werkzaamheden als bedoeld in artikel 77a, eerste lid, te verrichten, wordt de uitkering voor de duur van die toestemming verminderd met 29% van de uitkering, dan wel met een lager, bij algemene maatregel van bestuur te bepalen, percentage van de uitkering.
2. Indien artikel 20, zesde lid, onderdeel b, of negende lid, van toepassing is, wordt het eerste lid toegepast nadat de inkomsten uit arbeid op grond van artikel 35aa, eerste lid, in mindering zijn gebracht op de uitkering.
Q
Aan artikel 36, eerste lid, wordt een zin toegevoegd, luidende:
Indien de uitkering, bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de werkgever wordt teruggevorderd, kan deze het teruggevorderde bedrag niet verhalen op de werknemer.
R
Artikel 42 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid, onderdeel a, wordt na «52 of meer dagen per kalenderjaar loon te hebben ontvangen» ingevoegd: respectievelijk 208 of meer arbeidsuren per kalenderjaar te hebben, waarbij voor 1 januari 2013 52 of meer dagen bepalend is en vanaf 1 januari 2013 208 of meer arbeidsuren.
2. In het vierde lid wordt, onder verlettering van onderdelen a en b tot onderdelen b en c, een onderdeel ingevoegd, luidende:
a. het aantal kalenderjaren, vanaf en met inbegrip van 2013 tot en met het kalenderjaar onmiddellijk voorafgaande aan het kalenderjaar waarin zijn eerste werkloosheidsdag is gelegen, waarin de werknemer 208 of meer arbeidsuren heeft; en.
3. In het vierde lid, onderdeel b (nieuw), wordt «tot en met het kalenderjaar onmiddellijk voorafgaande aan het kalenderjaar waarin zijn eerste werkloosheidsdag is gelegen» vervangen door: tot 2013.
4. In het vijfde lid wordt «onderdeel a» vervangen door «onderdelen a en b» en wordt na «52 of meer dagen loon heeft ontvangen» toegevoegd: respectievelijk 208 of meer arbeidsuren heeft.
S
Artikel 42a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «dagen waarover loon is ontvangen» ingevoegd: of met acht arbeidsuren.
2. In het tweede en derde lid wordt na «over 52 of meer dagen loon is ontvangen» ingevoegd:, respectievelijk sprake is van 208 of meer arbeidsuren.
3. In het zesde lid wordt na «gelijkgesteld met dagen, waarover loon is ontvangen» ingevoegd: of met acht arbeidsuren.
T
Artikel 45, eerste lid, komt te luiden:
1. Voor de berekening van de uitkering waarop op grond van dit hoofdstuk recht bestaat, wordt als dagloon beschouwd 1/261 deel van het loon dat de werknemer in de periode van één jaar, die eindigt op de laatste dag van het tweede aangiftetijdvak voorafgaande aan het aangiftetijdvak waarin het arbeidsurenverlies, bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdeel a, is ingetreden, verdiende in de dienstbetrekking waaruit hij werkloos is geworden, doch ten hoogste het bedrag, bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen, met betrekking tot een loontijdvak van een dag.
U
In artikel 77a, eerste lid, vervalt onderdeel d, onder verlettering van onderdeel e tot onderdeel d.
V
Aan hoofdstuk XB wordt een artikel waarvan de nummering aansluit op het laatste artikel van dat hoofdstuk toegevoegd, luidende:
1. Op de werknemer die voor de inwerkingtreding van artikel I, onderdelen O en P van de Wet vereenvoudiging regelingen UWV met toestemming van het UWV werkzaamheden als bedoeld in artikel 77a, eerste lid, ging verrichten:
a. blijven artikel 35aa en de daarop berustende bepalingen, zoals deze luidden op de dag voor inwerkingtreding van die wet, van toepassing; en
b. is artikel 35ab niet van toepassing.
2. Dit artikel vervalt 5 jaar na het tijdstip van zijn inwerkingtreding.
W
Artikel 135b vervalt.
Artikel 15, eerste lid, van de Ziektewet komt te luiden:
1. Voor de berekening van het ziekengeld waarop op grond van deze wet recht bestaat wordt als dagloon beschouwd 1/261 deel van het loon dat de werknemer in de periode van één jaar, die eindigt op de laatste dag van het tweede aangiftetijdvak voorafgaande aan het aangiftetijdvak waarin de ongeschiktheid tot werken is ingetreden, verdiende in de dienstbetrekking waaruit hij door ziekte arbeidsongeschikt is geworden tot het verrichten van zijn arbeid, doch ten hoogste het bedrag, bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen, met betrekking tot een loontijdvak van een dag.
De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 worden in de alfabetische rangschikking de volgende begripsomschrijvingen ingevoegd:
1° uur waarover een werknemer inkomen uit arbeid heeft ontvangen;
2° uur waarover een werknemer recht heeft op inkomen uit arbeid;
3° uur dat op grond van bij ministeriële regeling te stellen regels, wordt gelijkgesteld met een uur waarover een werknemer inkomen uit arbeid heeft ontvangen;
loon, zoals gedefinieerd in artikel 16 van de Wet financiering sociale verzekeringen voor de werknemer, bedoeld in artikel 1, onderdeel o, van die wet, met dien verstande dat niet tot het inkomen worden gerekend:
1° uitkeringen op grond van een werknemersverzekering, al dan niet vermeerderd met een toeslag op grond van de Toeslagenwet en de aanvullingen daarop van degene tot wie de werknemer in dienstbetrekking staat;
2° hetgeen wordt genoten op grond van artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, alsmede hetgeen door de werknemer met een publiekrechtelijke dienstbetrekking wordt genoten op grond van naar aard en strekking met artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek overeenkomstige regelingen, al dan niet vermeerderd met een toeslag op grond van de Toeslagenwet en de aanvullingen daarop van degene tot wie de werknemer in dienstbetrekking staat;.
B
Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
C
Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt onder verlettering van onderdelen a en b tot onderdelen b en c, een onderdeel ingevoegd, luidende:
a. het aantal kalenderjaren, vanaf en met inbegrip van 2013 tot en met het kalenderjaar onmiddellijk voorafgaande aan het kalenderjaar waarin de dag is gelegen waarop het recht op een uitkering op grond van deze wet is ontstaan, of zou zijn ontstaan als artikel 23, zesde lid, of 64, elfde lid, niet zou zijn toegepast, waarin de werknemer 208 of meer arbeidsuren heeft; en.
2. In het eerste lid, onderdeel b (nieuw), wordt «tot en met het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarin de dag is gelegen waarop het recht op een uitkering op grond van deze wet is ontstaan, of zou zijn ontstaan als artikel 23, zesde lid, of 64, elfde lid, niet zou zijn toegepast» vervangen door: tot 2013.
3. In het tweede lid wordt «onderdeel a» vervangen door «onderdelen a en b» en wordt na «52 of meer dagen loon heeft ontvangen» ingevoegd: respectievelijk 208 of meer arbeidsuren heeft, waarbij voor 1 januari 2013 52 of meer dagen bepalend is en vanaf 1 januari 2013 208 of meer arbeidsuren.
4. In het vierde en zesde lid wordt «onderdeel a» vervangen door «onderdelen a en b» en wordt na «52 of meer dagen loon is ontvangen» ingevoegd: respectievelijk 208 of meer arbeidsuren heeft, waarbij voor 1 januari 2013 52 of meer dagen bepalend is en vanaf 1 januari 2013 208 of meer arbeidsuren.
5. In het derde lid, aanhef, wordt «onderdeel a» vervangen door «onderdelen a en b» en wordt na «dagen waarover loon is ontvangen» ingevoegd: of met acht arbeidsuren.
6. In het vijfde lid wordt na «waarin over 52 of meer dagen loon is ontvangen» ingevoegd: respectievelijk sprake is van 208 of meer arbeidsuren.
7. In het negende lid wordt «onderdeel a» vervangen door «onderdelen a en b» en wordt na «gelijkgesteld met dagen, waarover loon is ontvangen» ingevoegd: of met acht arbeidsuren.
8. Het elfde lid komt te luiden:
11. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld:
a. ter vaststelling van het aantal dagen waarover loon is ontvangen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, en tweede lid;
b. op grond waarvan voor het bepalen van het aantal van 52 dagen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, dagen waarover, anders dan bedoeld in het negende lid, geen loon is ontvangen, worden gelijkgesteld met dagen waarover loon is ontvangen.
9. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
12. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ter vaststelling van het aantal arbeidsuren, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, en tweede lid.
D
Artikel 58 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt «weken» telkens vervangen door «kalenderweken» en wordt «als verzekerde arbeid heeft verricht» vervangen door: ten minste één arbeidsuur heeft gewerkt.
2. In het tweede en derde lid wordt «weken» telkens vervangen door: kalenderweken.
3. In het vierde lid wordt «weken» telkens vervangen door «kalenderweken», wordt «arbeid is verricht» vervangen door «arbeidsuren zijn gewerkt» en wordt «met weken waarin hij als verzekerde arbeid heeft verricht» vervangen door: met kalenderweken als bedoeld in het eerste lid.
In artikel 33d, eerste lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen wordt na «over 52 of meer dagen loon heeft ontvangen» ingevoegd: respectievelijk 208 of meer arbeidsuren heeft.
Het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 8 komt te luiden:
1. Het is de werkgever verboden de werktijd van de werknemer op minder uren per week te stellen of gesteld te houden dan voor of door die werknemer is overeengekomen.
2. Bij ministeriële regeling kan vrijstelling worden verleend van het in het eerste lid genoemde verbod in geval van buitengewone omstandigheden die tot gevolg hebben dat de arbeid tijdelijk geheel of gedeeltelijk niet kan worden verricht. Aan een vrijstelling kunnen beperkingen worden gesteld en voorschriften worden verbonden.
B
Artikel 10 vervalt.
Aan artikel 5 van de Toeslagenwet wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Indien de uitkering op grond van artikel 35ab van de Werkloosheidswet is verminderd, wordt voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen de uitkering in aanmerking genomen alsof die vermindering niet heeft plaatsgevonden.
In artikel 3:13, tweede lid, van de Wet arbeid en zorg, vervalt «met betrekking tot de werknemer, bedoeld in artikel 29b van de Ziektewet,» en wordt «die wet» vervangen door: de Ziektewet.
Indien het bij Koninklijke boodschap van 23 april 2012 ingediende voorstel van wet, tot wijziging van de Ziektewet en enige andere wetten om ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid van vangnetters te beperken (Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel E, van die wet in werking is getreden of treedt, wordt de Ziektewet als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 1, eerste lid, worden, onder vervanging van de punt aan het slot van dat lid door een puntkomma, twee onderdelen, waarvan de letteraanduiding alfabetisch aansluit op het laatste onderdeel, toegevoegd, luidende:
1° uur waarover een werknemer inkomen uit arbeid heeft ontvangen;
2° uur waarover een werknemer recht heeft op inkomen uit arbeid;
3° uur dat op grond van bij ministeriële regeling te stellen regels, wordt gelijkgesteld met een uur waarover een werknemer inkomen uit arbeid heeft ontvangen;
loon, zoals gedefinieerd in artikel 16 van de Wet financiering sociale verzekeringen voor de werknemer, bedoeld in artikel 1, onderdeel o, van die wet, met dien verstande dat niet tot het inkomen worden gerekend;
1° uitkeringen op grond van een werknemersverzekering, al dan niet vermeerderd met een toeslag op grond van de Toeslagenwet en de aanvullingen daarop van degene tot wie de werknemer in dienstbetrekking staat;
2° hetgeen wordt genoten op grond van artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, alsmede hetgeen door de werknemer met een publiekrechtelijke dienstbetrekking wordt genoten op grond van naar aard en strekking met artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek overeenkomstige regelingen, al dan niet vermeerderd met een toeslag op grond van de Toeslagenwet en de aanvullingen daarop van degene tot wie de werknemer in dienstbetrekking staat.
B
Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
C
Artikel 29f wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt, onder verlettering van de onderdelen a en b tot onderdelen b en c, een onderdeel ingevoegd, luidende:
a. het aantal kalenderjaren, vanaf en met inbegrip van 2013 tot en met het kalenderjaar onmiddellijk voorafgaande aan het kalenderjaar waarin de dag is gelegen waarop het recht op ziekengeld op grond van deze wet is ontstaan, waarin de werknemer 208 of meer arbeidsuren heeft; en.
2. In het eerste lid, onderdeel b (nieuw), wordt «tot en met het kalenderjaar voorafgaan aan het kalenderjaar waarin de dag is gelegen waarop het recht op ziekengeld op grond van deze wet is ontstaan» vervangen door: tot 2013.
3. In het tweede lid wordt «onderdeel a» vervangen door «onderdelen a en b» en wordt na «52 of meer dagen loon heeft ontvangen» ingevoegd «respectievelijk 208 of meer arbeidsuren heeft, waarbij voor 1 januari 2013 52 of meer dagen bepalend is en vanaf 1 januari 2013 208 of meer arbeidsuren.
4. In het vierde en zesde lid wordt «onderdeel a» vervangen door «onderdelen a en b» en wordt na «52 of meer dagen loon is ontvangen» ingevoegd «respectievelijk 208 of meer arbeidsuren heeft, waarbij voor 1 januari 2013 52 of meer dagen bepalend is en vanaf 1 januari 2013 208 of meer arbeidsuren.
5. In het derde lid, aanhef, wordt «onderdeel a» vervangen door «onderdelen a en b» en wordt na «dagen waarover loon is ontvangen» ingevoegd «of met acht arbeidsuren».
6. In het vijfde lid wordt na «waarin over 52 of meer dagen loon is ontvangen» ingevoegd: respectievelijk sprake is van 208 of meer arbeidsuren.
7. In het negende lid wordt «onderdeel a» vervangen door «onderdelen a en b» en wordt na «gelijkgesteld met dagen, waarover loon is ontvangen» ingevoegd «of met acht arbeidsuren».
8. Het elfde lid komt te luiden:
11. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld:
a. ter vaststelling van het aantal dagen waarover loon is ontvangen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, en tweede lid;
b. op grond waarvan voor het bepalen van het aantal van 52 dagen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, dagen waarover, anders dan bedoeld in het negende lid, geen loon is ontvangen, worden gelijkgesteld met dagen waarover loon is ontvangen.
9. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
12. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ter vaststelling van het aantal arbeidsuren, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, en tweede lid.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,