Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 20 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba enkele regelingen zijn vastgesteld en dat ingevolge artikel 21, eerste lid, van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba deze ministeriële regelingen bij wet dienen te worden goedgekeurd, en dat het hiernaast wenselijk is een technische wijziging door te voeren in een wet voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
1. De artikelen I tot en met XI en artikel XVIII, voor zover dit artikel betrekking heeft op de artikelen I tot en met XI, van de regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 22 augustus 2011, nr. 2011–2000347514, houdende wijziging van de Werkliedenwet 1944 BES en intrekking van de Wet vergoeding behandelings- en verplegingskosten BES en de Wet tegemoetkoming ziektekosten overheidsgepensioneerden BES (Stcrt. 2011, 15554) worden goedgekeurd.
2. De regeling van de minister van Veiligheid en Justitie van 26 september 2011, nr. 5711004/11/6, tot wijziging van artikel 22 van de Luchtvaartwet BES (Strct. 2011, 17349) wordt goedgekeurd.
3. De artikelen I, III tot en met XI en artikel XXXVI, voor zover dit artikel betrekking heeft op de artikelen I en III tot en met XI, van de regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 3 oktober 2011, nr. 2011–2000437015, tot herstructurering van het materieel ambtenarenrecht BES (Stcrt. 2011, 18097) worden goedgekeurd.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,