Voorgesteld 19 juni 2012
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het voor mensen die werken voor een salaris in de laagste schalen van het loongebouw, moeilijker is om eerder uit te treden vanwege het relatief grote koopkrachtverlies;
overwegende dat veel mensen met zware beroepen en een lang arbeidsverleden werken in de laagste loonschalen;
overwegende dat het juist voor hen een reële mogelijkheid moet zijn om eerder uit te treden;
roept de regering op, vormen te zoeken voor deze werknemers om hun inkomen aan te kunnen vullen om uit te kunnen treden op 65-jarige leeftijd,
en gaat over tot de orde van de dag.
Hamer