Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Telecommunicatiewet te wijzigen in verband met de uitvoering van verordening nr. PM/2012 van het Europees Parlement en de Raad van PM 2012 betreffende roaming op openbare mobiele-communicatienetwerkenbinnen de Unie (PbEU 2012, L PM);
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Telecommunicatiewet wordt gewijzigd als volgt:
A
Artikel 1.1, onderdeel fff komt te luiden:
fff. roamingverordening: op grond van artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vastgestelde verordening van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie betreffende roaming op openbare mobiele-communicatienetwerken binnen de Unie, en de op grond van die verordening door de Europese Commissie vastgestelde uitvoeringshandelingen.
B
Artikel 18.22 wordt gewijzigd als volgt:
a. Voor de tekst wordt de aanduiding «1» geplaatst.
b. Na het eerste lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Onze Minister doet in de Staatscourant mededeling van de titel, de vindplaats en de datum van inwerkingtreding van de roamingverordening.
Artikel 15, onderdeel a, onder 3° van de Wet Onafhankelijke post- en telecommunicatieautoriteit komt te luiden:
3°. Een op grond van artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vastgestelde verordening van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie betreffende roaming op openbare mobiele-communicatienetwerken binnen de Unie, en de op grond van die verordening door de Europese Commissie vastgestelde uitvoeringshandelingen.
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, M. J. M. Verhagen