Ontvangen 7 september 2012
Het voorstel van wet, artikel I, wordt als volgt gewijzigd:
A
Na onderdeel C wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ca
In artikel B 5, tweede lid, wordt na «de burgemeester van de gemeente ’s-Gravenhage» ingevoegd: en Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
B
In onderdeel L wordt «4. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de training.» vervangen door:
4. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de training, waaronder regels over een toets. Hierbij kan worden bepaald dat uitsluitend degenen die de toets met goed gevolg hebben afgelegd als lid of plaatsvervangend lid van het stembureau kunnen worden benoemd.
C
De onderdelen AA en AB komen te luiden:
AA
Artikel H 12 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. Artikel H 4, achtste lid, is van overeenkomstige toepassing.
2. Het derde lid, tweede zin, komt te luiden: Bij de indiening van een lijst voor een of meer kieskringen moet een bewijs worden ingeleverd.
AB
Artikel H 13 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. Artikel H 4, achtste lid, is van overeenkomstige toepassing.
2. Het derde lid, tweede zin, komt te luiden: Bij de indiening van een lijst voor een of meer kieskringen moet een bewijs worden ingeleverd.
D
Na onderdeel AB wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
ABa
Artikel H 14, tweede lid, komt te luiden:
2. Artikel H 4, achtste lid, is van overeenkomstige toepassing.
E
In onderdeel AO wordt, onder vernummering van het eerste en tweede lid tot tweede en derde lid, een lid ingevoegd, luidende:
1. Het tweede lid, eerste zin, komt te luiden:
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing voor de gevallen, bedoeld in artikel H 4, achtste lid, onderdelen a en b.
F
In onderdeel AU wordt «kan bij koninklijk besluit» vervangen door: kan bij het koninklijk besluit, bedoeld in dat artikel,.
G
In onderdeel BT, eerste lid, wordt «artikel D 3» vervangen door: de artikelen D 3 en M 3, eerste lid, tweede zin.
H
In onderdeel BZ wordt, onder vernummering van het tweede lid tot derde lid, een lid ingevoegd, luidende:
2. In het zesde lid wordt «de verzoekschriften, bedoeld in artikel M 4, vierde lid» vervangen door: de ingewilligde verzoekschriften.
I
Na onderdeel BZ wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
BZa
In artikel M 10, eerste lid, wordt «het verzoekschrift, bedoeld in artikel M 4, vierde lid» vervangen door: het ingewilligde verzoekschrift.
J
Na onderdeel CH wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
CHa
Artikel N 14 vervalt.
K
Onderdeel CI komt te luiden:
CI
Artikel N 16 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «de verzoekschriften, bedoeld in artikel M 4, vierde lid,» vervangen door: de ingewilligde verzoekschriften.
2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:
3. Artikel N 7 is van toepassing, met dien verstande dat voor de toepassing van het eerste lid, in plaats van «rood heeft gemaakt» wordt gelezen: rood, blauw, zwart of groen heeft gemaakt, en dat voor de toepassing van het derde lid, in plaats van «rood maken» wordt gelezen: rood, blauw, zwart of groen maken.
4. Artikel N 8, eerste lid, is van toepassing, met dien verstande dat in plaats van «artikel N 7» wordt gelezen: artikel N 16, derde lid,.
L
Onderdeel EM vervalt.
A
Deze wijziging regelt dat Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ervan op de hoogte wordt gesteld als een kiezer die buiten Nederland woonachtig is, door de Nederlandse rechter is ontzet uit het kiesrecht. Daarmee kan hij dan rekening houden bij de registratie van kiezers buiten Nederland die zich registeren via de vertegenwoordiging op Aruba, Curaçao of Sint Maarten.
B
Met deze wijziging wordt verduidelijkt dat, indien een landelijke toets voor stembureauleden wordt ingevoerd, bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat uitsluitend personen die deze toets met een goed gevolg hebben afgelegd kunnen worden benoemd als stembureaulid.
C tot en met E
Deze wijziging is toegelicht in paragraaf 2.7 van de nota naar aanleiding van het verslag.
F
Deze wijziging is toegelicht in paragraaf 2.8 van de nota naar aanleiding van het verslag.
G
De wijziging ziet erop toe dat de burgemeester van Den Haag de stembescheiden blijft sturen naar de kiezers buiten Nederland die hun werkelijke woonplaats in Nederland hebben.
H, I en K
Dit betreft een technische wijziging. De verwijzing naar artikel M 4, vierde lid, moet worden aangepast, vanwege de wijziging van artikel M 4, vierde lid, in dit wetsvoorstel.
J
Artikel N 14 heeft betrekking op de stemopneming in stembureaus waarin op andere wijze dan door middel van stembiljetten worden gestemd. In de wet van 29 oktober 2009, houdende wijziging van de Kieswet en enkele andere wetten houdende invoering van het stemmen met een stempas in een stembureau naar keuze binnen de eigen gemeente (Stb. 2009, 452) zijn enkele bepalingen inzake het stemmen anders dan door middel van stembiljetten vervallen. Artikel N 14 had in dat kader ook moeten vervallen. Deze omissie wordt nu hersteld.
L
Deze wijziging is toegelicht in paragraaf 2.10 van de nota naar aanleiding van het verslag.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J. W. E. Spies