Ontvangen 6 maart 2013
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In de beweegreden wordt na «dat het wenselijk is» ingevoegd: het kiesrecht voor de gemeenteraden voor te behouden aan Nederlanders, alsmede.
II
Artikel I, onderdeel C, komt te luiden:
III
Na artikel I, onderdeel DP, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
DPa
Artikel V 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid, vervalt de zinsnede: , indien het betreft een benoeming tot lid van de Tweede of Eerste Kamer of provinciale staten,.
2. Het vierde lid vervalt.
IV
Artikel I, onderdeel EL, vervalt.
V
Na artikel II wordt een artikel ingevoegd, luidende:
VI
Artikel V vervalt.
VII
Artikel VI komt te luiden:
A
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt de aanduiding «1.» en wordt na «dat men» ingevoegd: Nederlander is en.
2. Het tweede en derde lid vervallen.
B
In artikel 36a vervalt de zinsnede: , met dien verstande dat in artikel 10, tweede lid, onder b, voor «de dag waarop de gemeenteraad beslist over de toelating als lid tot de gemeenteraad» gelezen wordt: de dag waarop zij tot wethouder worden benoemd
Dit amendement voorziet erin dat bij verkiezingen het kiesrecht is voorbehouden aan uitsluitend mensen die in het bezit zijn van de Nederlandse nationaliteit. Dit geldt thans reeds voor de verkiezingen van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, van provinciale staten, en van de eilandsraden van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en wordt door het amendement uitgebreid tot de gemeenteraadsverkiezingen. Het amendement schrapt tevens artikel I, onderdeel EL, en artikel V van het wetsvoorstel, aangezien die onderdelen beogen te regelen niet-Nederlandse ingezetenen kiesrecht voor de eilandsraden krijgen.
Na aanname van dit amendement wordt in het opschrift van het wetsvoorstel na «houdende» ingevoegd: een regeling om het kiesrecht bij gemeenteraadsverkiezingen voor te behouden aan Nederlanders, alsmede.
Bosma