Kamerstuk 33243-8

Gevolgen latere behandeling wetsvoorstel inzake het Kwaliteitsinstituut

Dossier: Wijziging van de Wet cliƫntenrechten zorg en andere wetten in verband met de taken en bevoegdheden op het gebied van de kwaliteit van de zorg

Gepubliceerd: 21 november 2012
Indiener(s): Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD)
Onderwerpen: organisatie en beleid zorg en gezondheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33243-8.html
ID: 33243-8

Nr. 8 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 november 2012

Met deze brief kom ik tegemoet aan het verzoek dat de Vaste Commissie voor VWS heeft gedaan om spoedig een brief te ontvangen over de gevolgen van het feit dat plenaire behandeling van het wetvoorstel mogelijk niet meer voor het kerstreces kan plaatsvinden.

Doelstelling en positionering Kwaliteitsinstituut

Het doel van het wetsvoorstel dat bevoegdheden van het Kwaliteitsinstituut regelt1, is bestaande taken en verantwoordelijkheden op het gebied van kwaliteit van zorg, die op dit moment zijn ondergebracht bij verschillende organisaties, efficiënter vorm te geven en daardoor te komen tot een permanente verbetering van de cliëntgerichtheid, kwaliteit, veiligheid, doeltreffendheid, en doelmatigheid van zorg. Om de efficiëntere vormgeving te bereiken is ervoor gekozen om bestaande taken van vijf (programma)organisaties te bundelen en onder te brengen in één, onafhankelijk van de Minister opererende, organisatie. Het gaat daarbij om taken van het Centrum Klantervaring Zorg, het Coördinatieplatform Zorgstandaarden, kiesBeter, de Regieraad Kwaliteit en het programmabureau Zichtbare Zorg. Naast bundeling van deze taken worden door middel van het wetsvoorstel ook nieuwe taken toegevoegd waaronder de mogelijkheid om de regie op de ontwikkeling van professionele standaarden over te nemen (doorzettingsmacht).

Om te voorkomen dat een extra instituut in de gezondheidszorg wordt opgericht, is ervoor gekozen om aan te sluiten bij een bestaand bestuursorgaan, namelijk het College voor zorgverzekeringen (CVZ). Vanaf de inwerkingtreding van het wetsvoorstel zal het CVZ Zorginstituut Nederland heten. De beoogde uitbreiding van bevoegdheden en taken past inhoudelijk bij de bestaande taken van het CVZ. Die taken raken immers ook aan de publieke belangen toegankelijkheid, kwaliteit en betaalbaarheid van de gezondheidszorg. Het gaat daarbij onder meer om de inhoudelijke advisering over het pakket en de uitleg van het verzekerde pakket. Binnen het Zorginstituut Nederland zullen de taken op gebied van zorg in een apart programma worden ondergebracht dat het Kwaliteitsinstituut heet.

Opbouw Kwaliteitsinstituut en werkzaamheden CVZ tot inwerkingtreding wetsvoorstel

Ik heb het CVZ gevraagd om, zonder onomkeerbare stappen te zetten en vooruitlopend op aanvaarding van het wetsvoorstel, alle voorbereidingen te treffen om ervoor te zorgen dat het Kwaliteitsinstituut direct na inwerkingtreding van het wetsvoorstel volledig operationeel kan zijn. Daarmee bedoel ik dat Zorginstituut Nederland direct na inwerkingtreding van de wet voldoende toegerust is om zijn bevoegdheden te kunnen gebruiken zoals het definitief vaststellen van de meerjarenagenda en het toetsingskader, het bijschrijven van getoetste professionele standaarden in het register en, indien nodig, doorzettingsmacht gebruiken door het overnemen van de regie voor het ontwikkelen van professionele standaarden.

Dit jaar heeft het CVZ, samen met de medewerkers van de organisaties die in het toekomstig Kwaliteitsinstituut opgaan, grote stappen gezet ter voorbereiding op de toekomstige bevoegdheden. Daarbij zijn ook veldpartijen, onder meer door invitational conferences en een symposium, actief betrokken. Resultaten daarvan zijn dat er een adviescommissie is ingesteld en een voorlopig toetsingskader voor de ontwikkeling van professionele standaarden en meetinstrumenten gereed is die in de praktijk wordt getest. Ook wordt, met inbreng van het veld, gewerkt aan een meerjarenagenda en zijn prioriteiten voor 2013 benoemd. Deze voorbereidende werkzaamheden zullen ook de komende tijd worden doorgezet.

Daarnaast zal het CVZ vanaf 1 januari aanstaande de programmatische werkzaamheden overnemen van de organisaties die in het Kwaliteitsinstituut zullen opgaan. Dat doen zij samen met de medewerkers van de organisaties die overgaan naar het CVZ. Tot de officiële aanstelling, die van rechtswege ontstaat door inwerkingtreding van de wet, blijven die medewerkers in dienst van VWS en ZON en zullen zij vrijwillig op detacheringsbasis bij het CVZ gaan werken2.

De werkzaamheden die vanaf 1 januari worden overgenomen, hebben betrekking op het stimuleren en met kennis ondersteunen van de ontwikkeling van professionele standaarden en bijbehorende meetinstrumenten. Deze werkzaamheden ondersteunen de taak die het CVZ heeft in het bevorderen van de eenduidige uitleg van de aard, inhoud en omvang van de zorg waar verzekerden recht op hebben en de voorlichting daarover (artikel 64 en 65 Zorgverzekeringswet) en vergen daarom geen extra wettelijke basis.

Kortom, het CVZ kan vanaf 1 januari 2013, ook zonder de nieuwe wettelijke bevoegdheden al veel werkzaamheden uitvoeren die de totstandkoming van professionele standaarden, bijbehorende meetinstrumenten en de inzichtelijkheid van kwaliteit bevorderen. Het uitblijven van het wettelijk kader voor de officiële overgang van de medewerkers brengt echter inherent met zich mee dat medewerkers lang in onzekerheid blijven over hun toekomstige positie en daarmee het risico dat zij hun zekerheid elders zoeken. Het CVZ verliest dan in deze belangrijke opbouwfase kennis en kunde die nodig zijn om het Kwaliteitsinstituut een vliegende start te kunnen laten maken.

Daarnaast heeft het CVZ op 1 januari 2013 nog niet de wettelijke bevoegdheden die dienen als de stok achter de deur voor het geval veldpartijen bij de ontwikkeling van professionele standaarden en meetinstrumenten in gebreke blijven. Met andere woorden het CVZ kan nog geen doorzettingsmacht inzetten.

Ik hoop daarom dat u de behandeling van het wetsvoorstel zo spoedig mogelijk agendeert en dat inwerkingtreding per 1 juli 2013 nog mogelijk blijft.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. I. Schippers