Ontvangen 26 juni 2012
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
1
Aan het in artikel I, onderdeel D, opgenomen artikel 14h, wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Indien als gevolg van de verrekening, bedoeld in het eerste en tweede lid, algemene bijstand op grond van de Wet werk en bijstand wordt toegekend, wordt bij de verrekening een bij ministeriële regeling bepaald deel van de toeslag op grond van deze wet vrijgelaten in verband met zorgkosten, woonkosten en de kosten van kinderen. Het vrij te laten deel van de toeslag kan afhankelijk worden gesteld van de leefsituatie.
2
Aan het in artikel II, onderdeel D, opgenomen artikel 27h, wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Indien als gevolg van de verrekening, bedoeld in het eerste en tweede lid, algemene bijstand op grond van de Wet werk en bijstand wordt toegekend, wordt bij de verrekening een bij ministeriële regeling bepaald deel van de uitkering op grond van deze wet vrijgelaten in verband met zorgkosten, woonkosten en de kosten van kinderen. Het vrij te laten deel van de uitkering kan afhankelijk worden gesteld van de leefsituatie.
3
Aan het in artikel III, onderdeel D, opgenomen artikel 54a, wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Indien als gevolg van de verrekening, bedoeld in het eerste en tweede lid, algemene bijstand op grond van de Wet werk en bijstand wordt toegekend, wordt bij de verrekening een bij ministeriële regeling bepaald deel van de uitkering op grond van deze wet vrijgelaten in verband met zorgkosten, woonkosten en de kosten van kinderen. Het vrij te laten deel van de uitkering kan afhankelijk worden gesteld van de leefsituatie.
4
Aan het in artikel IV, onderdeel D, opgenomen artikel 24a, wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Indien als gevolg van de verrekening, bedoeld in het eerste en tweede lid, algemene bijstand op grond van de Wet werk en bijstand wordt toegekend, wordt bij de verrekening een bij ministeriële regeling bepaald deel van de uitkering op grond van deze wet vrijgelaten in verband met zorgkosten, woonkosten en de kosten van kinderen. Het vrij te laten deel van de uitkering kan afhankelijk worden gesteld van de leefsituatie.
5
Aan het in artikel V, onderdeel D, opgenomen artikel 29h, wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Indien als gevolg van de verrekening, bedoeld in het eerste en tweede lid, algemene bijstand op grond van de Wet werk en bijstand wordt toegekend, wordt bij de verrekening een bij ministeriële regeling bepaald deel van de uitkering op grond van deze wet vrijgelaten in verband met zorgkosten, woonkosten en de kosten van kinderen. Het vrij te laten deel van de uitkering kan afhankelijk worden gesteld van de leefsituatie.
6
Aan het in artikel VI, onderdeel G, opgenomen artikel 3:44, wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Indien als gevolg van de verrekening, bedoeld in het eerste en tweede lid, algemene bijstand op grond van de Wet werk en bijstand wordt toegekend, wordt bij de verrekening een bij ministeriële regeling bepaald deel van de uitkering op grond van deze wet vrijgelaten in verband met zorgkosten, woonkosten en de kosten van kinderen. Het vrij te laten deel van de uitkering kan afhankelijk worden gesteld van de leefsituatie.
7
Aan het in artikel VII, onderdeel E, opgenomen artikel 97, wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Indien als gevolg van de verrekening, bedoeld in het eerste en tweede lid, algemene bijstand op grond van de Wet werk en bijstand wordt toegekend, wordt bij de verrekening een bij ministeriële regeling bepaald deel van de uitkering op grond van deze wet vrijgelaten in verband met zorgkosten, woonkosten en de kosten van kinderen. Het vrij te laten deel van de uitkering kan afhankelijk worden gesteld van de leefsituatie.
8
Aan het in artikel VIII, onderdeel F, opgenomen artikel 45h, wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Indien als gevolg van de verrekening, bedoeld in het eerste en tweede lid, algemene bijstand op grond van de Wet werk en bijstand wordt toegekend, wordt bij de verrekening een bij ministeriële regeling bepaald deel van de uitkering op grond van deze wet vrijgelaten in verband met zorgkosten, woonkosten en de kosten van kinderen. Het vrij te laten deel van de uitkering kan afhankelijk worden gesteld van de leefsituatie.
9
Aan het in artikel IX, onderdeel D, opgenomen artikel 17h, wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Indien als gevolg van de verrekening, bedoeld in het eerste en tweede lid, algemene bijstand op grond van de Wet werk en bijstand wordt toegekend, wordt bij de verrekening een bij ministeriële regeling bepaald deel van de kinderbijslag op grond van deze wet vrijgelaten in verband met zorgkosten, woonkosten en de kosten van kinderen. Het vrij te laten deel van de kinderbijslag kan afhankelijk worden gesteld van de leefsituatie.
10
Aan het in artikel X, onderdeel D, opgenomen artikel 45a, wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Indien als gevolg van de verrekening, bedoeld in het eerste en tweede lid, algemene bijstand op grond van de Wet werk en bijstand wordt toegekend, wordt bij de verrekening een bij ministeriële regeling bepaald deel van de uitkering op grond van deze wet vrijgelaten in verband met zorgkosten, woonkosten en de kosten van kinderen. Het vrij te laten deel van de uitkering kan afhankelijk worden gesteld van de leefsituatie.
11
Aan het in artikel XI, onderdeel D, opgenomen artikel 17j, wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Indien als gevolg van de verrekening, bedoeld in het eerste en tweede lid, algemene bijstand op grond van de Wet werk en bijstand wordt toegekend, wordt bij de verrekening een bij ministeriële regeling bepaald deel van het ouderdomspensioen op grond van deze wet vrijgelaten in verband met zorgkosten, woonkosten en de kosten van kinderen. Het vrij te laten deel van het ouderdomspensioen kan afhankelijk worden gesteld van de leefsituatie.
12
Aan het in artikel XII, onderdeel E, opgenomen artikel 29, wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. Indien als gevolg van de verrekening, bedoeld in het eerste en vierde lid, algemene bijstand op grond van de Wet werk en bijstand wordt toegekend, wordt bij de verrekening een bij ministeriële regeling bepaald deel van de uitkering op grond van deze wet vrijgelaten in verband met zorgkosten, woonkosten en de kosten van kinderen. Het vrij te laten deel van de uitkering kan afhankelijk worden gesteld van de leefsituatie.
13
Aan het in artikel XIII, onderdeel E, opgenomen artikel 29, wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. Indien als gevolg van de verrekening, bedoeld in het eerste en vierde lid, algemene bijstand op grond van de Wet werk en bijstand wordt toegekend, wordt bij de verrekening een bij ministeriële regeling bepaald deel van de uitkering op grond van deze wet vrijgelaten in verband met zorgkosten, woonkosten en de kosten van kinderen. Het vrij te laten deel van de uitkering kan afhankelijk worden gesteld van de leefsituatie.
14
Artikel XIV wordt als volgt gewijzigd:
a. Na onderdeel B wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:
Ba
Aan artikel 31, tweede lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel w door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
x. het vrijgelaten deel van de toeslag, uitkering, kinderbijslag of ouderdomspensioen op grond van de artikelen 14h, vijfde lid, van de Toeslagenwet, 27h, vijfde lid, van de Werkloosheidswet, 54a, vijfde lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, 24a, vijfde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen, 29h,vijfde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 3:44, vijfde lid, van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten, 97, vijfde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, 45h, vijfde lid, van de Ziektewet, 17h, vijfde lid, van de Algemene Kinderbijslagwet, 45a, vijfde lid, van de Algemene nabestaandenwet, 17j, vijfde lid, van de Algemene Ouderdomswet, 29, zesde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, en 29, zesde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.
b. In het in onderdeel J opgenomen artikel 60b, eerste lid, wordt «ten hoogste vijf jaar» vervangen door: ten hoogste drie maanden.
Met deze nota van wijziging, mede uitgebracht namens de staatsecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, worden de bepalingen over de verrekening van de bestuurlijke boete bij recidive aangevuld met een nieuw lid op grond waarvan een deel van de uitkering wordt vrijgelaten.
De reden hiervan is dat in de situatie dat bij verrekening van de uitkering een beroep moet worden gedaan op algemene bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB), er veelal geen beroep meer kan worden gedaan op o.a. de zorgtoeslag en de huurtoeslag en het kindgebonden budget Bij de beoordeling of er sprake is van een recht op deze toeslagen wordt in deze situatie zowel de bruto uitkering, die geheel wordt verrekend, als de bijstandsuitkering in beschouwing genomen. Deze uitkeringen tezamen leveren een toetsingsinkomen op die geen of een sterk verminderd recht op deze toeslagen oplevert. In deze situatie zou betrokkene alleen een bijstandsuitkering hebben en geen of een sterk gereduceerd recht op toeslagen. Om dit onbedoelde effect weg te nemen wordt geregeld dat bij de verrekening een bij ministeriële regeling bepaald deel van de uitkering wordt vrijgelaten in verband met zorgkosten en woonkosten en de kosten van kinderen. Het vrij te laten deel van de uitkering kan afhankelijk worden gesteld van de leefsituatie. Met dit laatste wordt zowel de woonsituatie bedoeld (woont iemand al dan niet in een huurwoning) als de leefvorm (alleenstaand/samenwonend/kinderen). Voor de WWB is een dergelijke voorziening niet nodig omdat bij een volledige verrekening van de bijstandsuitkering het recht op de bedoelde toeslagen behouden blijft.
In onderdeel 14, onder a, is geregeld dat het vrijgelaten deel van de uitkering in verband met zorgkosten, woonkosten en kosten van kinderen niet behoort tot de middelen en daarmee tot het inkomen van de belanghebbende voor de bepaling van het recht op bijstand. Dit is van belang omdat anders het vrijgelaten deel van de uitkering wordt gekort op de bijstand terwijl er tegelijkertijd geen recht bestaat op zorgtoeslag, huurtoeslag of kindgebonden budget.
In onderdeel 14, onder b, wordt een omissie in de eerste nota van wijziging hersteld. De periode van verrekening, bedoeld in artikel 60b van de Wet werk en bijstand, is ten hoogte drie maanden overeenkomstig het ingediende wetsvoorstel op dit punt.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H. G. J. Kamp