Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 december 2015
Bij Koninklijke boodschap van 3 februari 2012 is door het vorige kabinet aan uw Kamer het voorstel van wet tot instelling van een algemeen verbod op het dragen van gelaatsbedekkende kleding aangeboden (Kamerstuk 33 165).
In het Regeerakkoord «Bruggen slaan» van 29 oktober 2012 is afgesproken dat gezichtsbedekkende kleding wordt verboden in het onderwijs, de zorg, het openbaar vervoer en overheidsgebouwen. Hieraan is uitvoering gegeven door middel van het op 27 november jl. bij de Tweede Kamer ingediende wetsvoorstel tot instelling van een gedeeltelijk verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding (Kamerstuk 34 349). Zoals aangekondigd en toegelicht in de memorie van toelichting bij het laatstgenoemde wetsvoorstel, kan het bij de Tweede Kamer aanhangige voorstel van wet tot instelling van een algemeen verbod op het dragen van gelaatsbedekkende kleding daarmee worden ingetrokken.
Daartoe gemachtigd door Z.M. de Koning trek ik het eerstgenoemde voorstel van wet hierbij in.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk