Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 april 2012
De heer Roemer heeft tijdens de Regeling van Werkzaamheden verzocht om een reactie naar aanleiding van de uitzending van Nieuwsuur van 10 april 2012. In deze uitzending wordt ingegaan op het sociale werkvoorzieningsbedrijf in Tilburg dat ik februari jongstleden samen met de de heer Roemer en de toenmalige voorzitter van de PvdA-fractie heb bezocht. Ik wil, mede namens de staatssecretaris van SZW, als volgt op de door de heer Roemer gestelde vragen reageren.
In het regeerakkoord is afgesproken dat Wsw-geïndiceerden met een Wsw-dienstbetrekking of een dienstbetrekking op basis van «begeleid werken» die werkzaam zijn op 1 januari 2013, na de invoering van de Wet Werken Naar Vermogen hun wettelijke rechten en plichten behouden. De staatssecretaris van SZW heeft op 6 april 2012 de nota naar aanleiding van het verslag inzake de Invoeringswet WWNV (33 161) aan uw Kamer aangeboden. In deze nota is aangegeven dat de regering geen enkele reden ziet voor ontslagen om bedrijfseconomische redenen, gegeven de beschikbare rijksbijdrage en de overige financiële mogelijkheden van gemeenten. Het gebundelde re-integratiebudget bedraagt in 2015 ongeveer € 2,6 miljard. Uitgaande van een bedrag van circa € 1,8 miljard voor 81 000 Wsw-plekken in 2015, zouden gemeenten jaarlijks € 800 miljoen kunnen besteden aan trajecten en begeleidingskosten voor de gemeentelijke doelgroepen. Er is dan ook geen sprake dat werkgevers zouden worden gedwongen om afscheid te nemen van mensen met een beperking vanwege het wegvallen van de begeleiding.
De eerder genoemde nota naar aanleiding van het verslag gaat uitvoerig in op de mogelijkheden voor gemeenten om te komen tot een kostenefficiëntere uitvoering van de Wsw. De staatsecretaris van SZW heeft reeds bij meerdere gelegenheden uiteengezet welke mogelijkheden gemeenten hebben om de inkomsten te verhogen, de uitgaven te verlagen en/of efficiënter te gaan werken. Het kabinet is daarom van mening dat de voorgenomen hervorming van de sociale werkvoorziening verantwoord kan worden vormgegeven.
De minister-president minister van Algemene Zaken, M. Rutte