Ontvangen 11 april 2012
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
a.
Artikel VII komt te luiden:
ARTIKEL VII
Artikel 38 van de Gezondheidswet wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid vervallen «uitsluitend» en onderdeel i en komt onderdeel h te luiden:
h. Vergunningwet BES.
2. In het derde lid wordt «de Wet Inspectie voor de Volksgezondheid BES, zoals die luidde op 1 januari 2011» vervangen door: de Wet Inspectie Biociden BES.
b.
Artikel VIII komt te luiden:
ARTIKEL VIII
Artikel 19b, eerste lid, van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding wordt als volgt gewijzigd:
1. Het derde gedachtestreepje met de daarbij horende tekst komt te vervallen.
2. In de tekst bij het derde (nieuw) gedachtestreepje wordt «artikel 294» vervangen door «artikel 293» en wordt «artikel 307» vervangen door: artikel 306.
3. Na de tekst bij het derde (nieuw) gedachtestreepje wordt ingevoegd:
– artikel 8, eerste lid, wordt in plaats van «artikel 7, tweede lid, van de Wet op de lijkbezorging» gelezen: artikel 1, derde lid, van de Wet verklaringen van overlijden BES.
In het voorstel voor artikel VII ter aanpassing van artikel 38, tweede lid, van de Gezondheidswet was abusievelijk geen rekening gehouden met de aanpassing van dat lid via de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Via die aanpassingswet zijn in het tweede lid de Wet afbreking zwangerschap en de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding in de onderdelen h en i opgenomen. Met deze nota van wijziging wordt dat hersteld, waarbij tevens een correctie wordt doorgevoerd op dat wat met de aanpassingswet ter zake is aangebracht. De genoemde twee wetten zijn indertijd in artikel 38, tweede lid, van de Gezondheidswet opgenomen opdat de Inspectie voor de Gezondheidszorg op gelijke wijze als in het Europese deel van Nederland toezicht houdt op de naleving van beide wetten in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De vermelding van de Wet afbreking zwangerschap in artikel 38, tweede lid, van de Gezondheidswet is evenwel overbodig. Via artikel 14a jo artikel 20a blijkt al dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg toezicht houdt op de naleving van de Wet afbreking zwangerschap voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Die bepaling hoeft daarmee niet nogmaals te worden opgenomen in artikel 38, tweede lid, van de Gezondheidswet. Op de naleving van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding in het Europese deel van Nederland houdt de Inspectie voor de Gezondheidszorg geen toezicht. Om die reden wordt voorgesteld de situatie voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba daarmee gelijk te stellen en de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding niet meer op te nemen in artikel 38, tweede lid, van de Gezondheidswet. De rol van de Inspectie voor de Gezondheidszorg, zoals die aan de inspectie is toebedeeld (anders dus dan die van toezichthouder) op grond van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, blijft hiermee onverlet.
In de tekst bij het derde gedachtestreepje van artikel 19b, eerste lid, van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding staat abusievelijk nog een verwijzing naar de Wet Inspectie voor de Volksgezondheid BES. Laatstgenoemde wet wordt met het voorstel voor de onderhavige wet vervangen door de Wet Inspectie Biociden BES omdat het toezicht op grond van die wet wordt beperkt tot het toezicht op de naleving van de wettelijke regelingen op het gebied van bestrijdingsmiddelen, gewasbeschermingsmiddelen, biociden en milieuaangelegenheden. De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft daarin geen rol.
De minister van Volksgezondheid,Welzijn en Sport, E. I. Schippers