Ontvangen 5 april 2012
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I wordt na onderdeel G een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ga
Voor artikel 22 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 21a stelt de gemeenteraad basistarieven vast voor het verlenen van begeleiding.
2. De basistarieven worden vastgesteld:
a. op basis van reële kostprijzen van de onderscheidenlijke vormen van begeleiding; en
b. uitgaande van inzet van personeel door de aanbieder tegen arbeidsvoorwaarden die passen bij de vereiste vaardigheden benodigd voor het leveren van begeleiding.
3. Het college van burgemeester en wethouders neemt bij het aangaan van overeenkomsten met derden over het verlenen van begeleiding de door de gemeenteraad vastgestelde basistarieven in acht.
4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de vaststelling van de in het eerste lid bedoelde basistarieven en de in het tweede lid bedoelde arbeidsvoorwaarden.
5. Het ontwerp van een krachtens het vierde lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt aan de beide kamers der Staten-Generaal overgelegd. De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan worden gedaan nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken, tenzij binnen die termijn door of namens een der kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een der kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp van de algemene maatregel van bestuur bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend.
1. Indien het college van burgemeester en wethouders het verlenen van begeleiding door derden laat verrichten, waarborgt het college daarbij de kwaliteit en de continuïteit van de begeleiding.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de verplichting van het college van burgemeester en wethouders, bedoeld in het eerste lid.
Met dit amendement beoogt de indiener een basistarief te introduceren voor de functie begeleiding. De indiener volgt hiervoor dezelfde systematiek als de aanvaarde initiatiefwet die dit regelt voor de huishoudelijke verzorging.
Het vaststellen van een basistarief geschiedt door de gemeenteraad. Dat kan op voorstel van college van B en W, maar ook op initiatief van de gemeenteraad zelf. Het basistarief wordt vastgesteld op basis van geformuleerde kwaliteitseisen, die gesteld worden aan begeleiding dat als overheidsopdracht door derden wordt uitgevoerd.
De indiener is van mening dat dit amendement leidt tot meer overeenstemming binnen de Wmo als het gaat om het vaststellen van kwaliteitseisen op het gebied van de overheidsopdrachten ten aanzien van begeleiding en huishoudelijke verzorging.
Voor dit amendement zijn geen financiële gevolgen te verwachten. De efficiencykorting van 5%, die de regering beoogt, wordt namelijk verwacht door het afstemmen van begeleiding en niet door loonsverlagingen van mensen die werken als begeleider.
Leijten