Ontvangen 4 april 2012
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Aan artikel I, onderdeel B, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
4. Na onderdeel i wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel i door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
j. op welke wijze de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders bevorderen dat de derden die maatschappelijke ondersteuning verlenen rekening houden met de pluriformiteit van de samenleving.
Met dit amendement wordt geregeld dat gemeenten bij de vaststelling van het plan inzake de maatschappelijke ondersteuning en de te stellen regels die noodzakelijk zijn om het daaruit voortvloeiende beleid uit te voeren, daarop toe te zien en te handhaven, de nodige aandacht dienen te besteden aan de bevordering van het bewustzijn omtrent en het rekening houden met de pluriformiteit van de samenleving, door de derden die deze maatschappelijke ondersteuning verlenen. Het gaat dan om instellingen met een nationale functie, die een landelijke instroom van cliënten hebben. Kenmerkend van deze instellingen is dat zij vaak geen binding hebben met de burgers in de stad, omdat ze een landelijke instroom hebben.
De indiener van dit amendement beoogt met dit amendement te bereiken dat mensen die, ter bevordering van de participatie, behoefte hebben aan de specifieke ondersteuning, verleend door deze derden, deze ook kunnen krijgen. Ook als dit gaat om landelijk werkende instellingen. Dit betekent dat gemeenten bij het opstellen van het plan inzake maatschappelijke ondersteuning geacht worden bij de besteding van de middelen ervoor zorgen dat het totale pakket, door de gemeente verleende diensten, de pluriformiteit van de samenleving weerspiegelt.
Wiegman-van Meppelen Scheppink