Ontvangen 4 oktober 2012
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel B van artikel II komt te luiden:
B
Artikel 908 wordt als volgt gewijzigd:
1. In lid 1 vervalt het woord «onherroepelijk».
2. In lid 2 worden na de eerste zin twee zinnen toegevoegd, luidende:
De rechter kan het de partijen die de overeenkomst hebben gesloten, toestaan, dat de gerechtigden tot een vergoeding verzocht worden om met de in de eerste zin bedoelde mededeling nadere gegevens te verstrekken. Indien de in de tweede zin bedoelde gegevens niet worden verstrekt, dan wel onjuist of onvolledig zijn, tast dat niet de geldigheid aan van de in de eerste zin bedoelde mededeling.
3. De eerste zin van lid 4 komt te luiden:
Een beding dat een partij bij de overeenkomst ten nadele van de gerechtigden tot een vergoeding van een verbintenis bevrijdt is na een verbindendverklaring nietig, tenzij het de partijen op wie een verplichting tot vergoeding van de schade rust gezamenlijk de bevoegdheid geeft om uiterlijk binnen zes maanden na verloop van de in lid 2 bedoelde door de rechter te bepalen termijn de overeenkomst op te zeggen op de grond dat de verbindendverklaring voor te weinig gerechtigden tot een vergoeding gevolgen heeft of op een andere in de overeenkomst vermelde grond onvoldoende gevolgen heeft.
2. Aan onderdeel D van artikel III wordt het volgende nummer toegevoegd:
4. Na het vierde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. De verzoekers kunnen het gerechtshof te Amsterdam verzoeken om ter uitvoering van de in het derde en vierde lid bedoelde meldingen en aankondigingen nadere aanwijzingen te verstrekken.
De minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten