Kamerstuk 33109-9

Beweegredenen voor het niet intrekken van het wetsvoorstel Bepalingen ter versterking van de zeggenschap en bescherming tegen geweld in de zorgrelatie van cliënten in de AWBZ-zorg (Beginselenwet AWBZ-zorg)

Dossier: Bepalingen ter versterking van de zeggenschap en bescherming tegen geweld in de zorgrelatie van cliënten in de AWBZ-zorg (Beginselenwet AWBZ-zorg)

Gepubliceerd: 25 januari 2013
Indiener(s): Martin van Rijn (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA)
Onderwerpen: organisatie en beleid zorg en gezondheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33109-9.html
ID: 33109-9

Nr. 9 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 januari 2013

In antwoord op uw brief van 20 december 2012 over de beweegredenen die hebben geleid tot het niet intrekken van het voorstel Beginselenwet AWBZ-zorg (33 109) bericht ik u het volgende.

Mensen die voor de invulling van hun dagelijkse leven afhankelijk zijn van langdurige zorg verdienen een steun in de rug bij het formuleren en gerealiseerd krijgen van hun wensen met betrekking tot de inrichting van hun leven. Zij ervaren in de dagelijkse praktijk problemen als het erom gaat zelf zoveel mogelijk zeggenschap te kunnen hebben over de wijze waarop zij hun leven inrichten, de ondersteuning die zij daarbij ontvangen en het respecteren van hun autonomie en privacy. De dringende wens om de kwaliteit van leven en de eigen regie goed te waarborgen voor mensen die van zorg afhankelijk zijn heeft geleid tot het voorstel Beginselenwet AWBZ-zorg (33 109).

We staan nu aan de vooravond van forse hervormingen in de langdurige zorg. Met het oog op deze hervormingen was het gewenst nader te bezien of de wijze waarop de kwaliteit van leven en de eigen regie van cliënten gewaarborgd zou moeten worden op een andere wijze zou moeten worden vormgegeven.

Ik ben evenwel tot de conclusie gekomen dat het voorstel Beginselenwet AWBZ-zorg, ongeacht de verdere hervormingen in de langdurige zorg, tot zinvolle en noodzakelijke verbeteringen leidt voor de groep cliënten die AWBZ-zorg ontvangt. Dat is de reden waarom het kabinet dit wetsvoorstel wil doorzetten.

Wij zien de behandeling van dit wetsvoorstel als de snelste weg om de in het voorstel verankerde zeggenschap van de onderhavige groep afhankelijke AWBZ-cliёnten te realiseren. Dat laat onverlet dat deze verankering van de zeggenschap bij de hervormingen in de langdurige zorg en de nieuwe opzet van de AWBZ kan en zal worden betrokken.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn