Vastgesteld 10 augustus 2015
De vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu heeft op 25 juni 2015 overleg gevoerd met Staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu over Grondstoffen en afval.
(De volledige agenda is opgenomen aan het einde van het verslag.)
Van dit overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.
De voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu, Van Dekken
De griffier van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu, Sneep
Voorzitter: Van Dekken
Griffier: Koerselman
Aanwezig zijn tien leden der Kamer, te weten: Cegerek, Van Dekken, Remco Dijkstra, Dik-Faber, Houwers, Agnes Mulder, Ouwehand, Smaling, Van Tongeren en Van Veldhoven,
en Staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu.
Aanvang 10.02 uur.
De voorzitter: We praten in dit algemeen overleg over het grondstoffen- en afvalbeleid. Ik heet de Staatssecretaris, de ambtelijke staf en de mensen die het debat op de publieke tribune, via internet dan wel de sociale media volgen welkom. Ik stel voor om in de eerste termijn een spreektijd van maar liefst zeven minuten en twee interrupties per fractie te hanteren.
De heer Remco Dijkstra (VVD): Voorzitter. Dit is het leukste en spannendste algemeen overleg van het gehele jaar. We hebben behoorlijk wat te bespreken. Ik begin met mijn zespuntenplan dat ik de voorzitter zo zal overhandigen. Daarna heb ik enkele vragen en ten slotte spreek ik over verduurzaming en de raamovereenkomst.
Ik vraag de griffier om mijn afvalplan Haal meer uit afval aan de Staatssecretaris te overhandigen. Dit zespuntenplan is tot stand gekomen door twee jaar lang heel veel bedrijven, instanties en brancheverenigingen te bezoeken, met ze te spreken en te luisteren naar wat er speelt. Het plan Haal meer uit afval is te vinden op www.vvd.nl/haalmeeruitafval. Het is handig om met de zes punten die erin staan aan de slag te gaan, als dat al niet het geval is. De VVD wil afval een positieve waarde geven. Dat kan. Het stempel «afval» moeten we herzien. We willen de vervuilingsnorm voor kunststoffen verhogen. We willen aan fabrikanten de ruimte geven om hun afgedankte producten retour te nemen. We bestempelen die niet meer als afval, maar als een retourproduct. De VVD wil graag de import van afvalproducten mogelijk maken; in Nederland is er een enorme expertise en een mooie verwerkingscapaciteit om via nascheiding een product uit elkaar te halen en de grondstoffen te herwinnen. Dat geldt ook voor sorteerbaar restafval. Ten slotte willen we accu's van elektrische auto's een tweede ronde geven. Dat kan, maar daar is een en ander voor nodig. Ik vraag de Staatssecretaris om het plan door te nemen. Wellicht dat zij in een volgend algemeen overleg een terugkoppeling op de punten kan geven. In hoeverre past het plan in het beleid? Volgens mij sluit het heel mooi aan op het beleid Van Afval Naar Grondstof (VANG).
Mevrouw Van Veldhoven (D66): Veel dank aan mijn collega van de VVD, die er echt werk van heeft gemaakt. Het is mooi om met elkaar te werken aan een circulaire economie. Ik waardeer het initiatief enorm. De vervuilingsnorm voor grondstoffen klinkt aantrekkelijk: als we iets minder scherp zijn, kunnen we meer. Er is echter ook sprake van vervuiling door giftige stoffen. Als je het plastic hergebruikt om voedsel in te verpakken, heeft dat dan geen gezondheidseffecten? Vormt dat geen probleem voor de volksgezondheid? Heeft de heer Dijkstra hierover nagedacht en dit onderzocht?
De heer Remco Dijkstra (VVD): Dat is een goed punt. We willen herzien dat afval alleen afval is. Wat betreft kunststoffen is veel meer mogelijk. We kunnen de producten uit het buitenland halen en met sorteermachines en -technieken goed scheiden. Natuurlijk moeten er geen gevaarlijke stoffen in zitten. In de inleiding van het plan staat dat volksgezondheidsaspecten zwaar meewegen en dat we daar goed naar moeten kijken. De techniek is inmiddels zo veel verder dat een ruimere marge aangehouden kan worden. Destijds is gekozen voor een marge van 2%, maar daardoor worden hele ladingen afgekeurd en verbranden die uiteindelijk toch in de verbrandingsoven, terwijl er misschien een restje ketchup of boter of iets dergelijks in zit. We kunnen zonder gevaar voor de volksgezondheid door het gebruik van de huidige moderne scheidingstechnieken best ruimere normen hanteren.
Mevrouw Van Veldhoven (D66): Wil de heer Dijkstra met mij aan de Staatssecretaris vragen om expliciet te onderzoeken hoever de 2%-grens op te rekken is, zonder dat dit risico's voor de volksgezondheid oplevert? We gaan niet dood aan een restje ketchup, maar een restje terpentine of bestrijdingsmiddel is minder lekker als je appel daarin verpakt is. Wellicht kunnen we niet de 10%-norm als uitgangspunt nemen, maar de Staatssecretaris vragen om te bekijken of er ruimte in de norm zit. Als die er is, hoeven we inderdaad geen plastic in de verbrandingsoven te verbranden.
De heer Remco Dijkstra (VVD): Eens.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Mijn collega van de VVD heeft zo veel tijd in het plan gestoken, dat hij ook een aantal vragen hoort te krijgen. Punt vijf gaat over het importeren van afval. We halen op dit moment al flink wat afval uit Malta, Engeland en Italië. Is het de visie van de VVD dat we het afvalverwerking- en sorteerpunt van heel Europa worden? Wordt dit een nieuwe industrietak waarbij het afval naar Nederland vervoerd en hier verwerkt wordt?
De heer Remco Dijkstra (VVD): Dat klinkt goed: Nederland als circulaire hub. Afval bestaat niet meer. Het zijn grondstoffen, die we uit afval kunnen halen. We moeten die kunnen gebruiken en verwerken in nieuwe producten. Zo maken we de circulaire loop sluitend. We hebben daarvoor de expertise, de infrastructuur en de juiste bedrijven in huis. Dit is een enorme kans om een win-winsituatie te creëren tussen milieu en economie, die hierbij hand in hand gaan.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Moet er dan in de visie van de VVD ook iets gedaan worden aan de overcapaciteit van verbrandingsovens? In Nederland concurreren recyclebedrijven en verbrandingsoven om afval. In de optiek van GroenLinks moet je zo min mogelijk verbranden. Een van de redenen dat de afvalstromen naar Nederland op gang gekomen is, is dat sorteerders aan de slag willen en de ovens blijven draaien. Moet er op termijn geen vermindering van het aantal verbrandingsovens in Nederland komen als afval weer grondstof moet zijn?
De heer Remco Dijkstra (VVD): De overcapaciteit van verbrandingsovens is een kwestie van vraag en aanbod die zich zal uitkristalliseren. Ik zie geen rol voor de overheid om de capaciteit te verminderen. Ik heb liever dat we de grondstoffen uit ons afval halen, dan dat we het verbranden.
Kan de Staatssecretaris reageren op de brandbrief die de Metaal Recycling Federatie (MRF) heeft gestuurd? Ik heb met mevrouw Van Veldhoven aan de basis van de certificering gestaan. De verwerking van elektronisch afval, e-waste, moet netjes gebeuren, maar er zitten wat haken en ogen aan. Het duurt langer dan gepland, er moeten certificeerders uit het buitenland worden ingevlogen en de Nederlandse certificering is nog niet op orde. De kosten zijn vele malen hoger dan in het rapport van het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal) is benoemd. Ik verzoek de Staatssecretaris om een halfjaar respijt, tot 31 december van dit jaar. Ik vind de argumenten namelijk valide. We moeten niet per 1 juli meteen met allerlei boetes over de vloer komen. Dat is niet handig. Ik vraag de Staatssecretaris om de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) te instrueren om de bedrijven een halfjaar langer de tijd te geven. We moeten de bezwaren serieus nemen en goede afspraken over de handhaving maken.
Ik heb hier een kassabon die ik bij een bouwmarkt kreeg. De winkelier vertelde dat hij deze iedere dag na sluitingstijd moet uitdraaien en dat dit aan de overheid ligt. Kan de Staatssecretaris uitzoeken waarom dit is? Is dit vanwege een fiscale verplichting of iets dergelijks? Als iedere winkelier dit moet doen en het aan de overheid ligt, kunnen we daar iets aan veranderen. Of ligt het misschien aan de kassaleverancier? De winkelier gooit de bon namelijk gewoon in de prullenbak. Dat is zonde.
Ik hoor heel positieve geluiden over de gescheiden inzameling van drankenkartons. Dat is leuk, want ook hiervan hebben wij aan de basis gestaan. Van 6% gaan we misschien wel naar 40%, 50% of 60% in de toekomst. Gemeenten pakken dit met veel enthousiasme op. Ik geloof dat inmiddels meer dan 239 gemeenten meedoen en dat een groot deel nog gaat meedoen. We zijn goed op weg. We recyclen de drankenkartons en winnen alle grondstoffen er weer uit. We moeten echter oppassen dat we niet te veel capaciteit krijgen. Laten we die les leren uit de verbrandingsovens. Het zijn heel goede initiatieven, maar de capaciteit moet zo zijn dat alles met elkaar in evenwicht is en dat de businesscase van de investerende partijen ook in de toekomst gewaarborgd is.
In de Raamovereenkomst Verpakkingen wordt veel geschreven over houtverpakkingen. Het is lullig dat houtpallets niet in de genoemde stromen meegenomen worden, omdat het product en niet het materiaal wordt hergebruikt. Dat staat eigenlijk veel hoger in de ladder van Lansink, maar vanwege onze monitoringssystematiek is de houtpallet het haasje. Dat is zonde. Dit straalt negatief af op de raamovereenkomst waar ik juist zo enthousiast over ben. Kan de Staatssecretaris naar de monitoringssystematiek kijken?
Is er een milieuprobleem met de sloop van tweewielers? Ik begrijp van de branche dat dit het geval is. Door het afmelden van de kentekens en dergelijke is het voor auto's vanaf 1 april goed geregeld. De branche heeft met de partijen een heel mooi recyclingnetwerk opgezet dat ook gebruikt kan worden voor tweewielers. Recyclen gebeurt dan op een professionele manier en er wordt minimaal 95% teruggewonnen. Er zit echter geen druk achter. Hoe kunnen we de verwerking van brom- en snorfietsen via het huidige kanaal professionaliseren? Is de Staatssecretaris iets van plan? Valt er te denken aan een termijn die inhoudt dat je na 25 jaar een brom- of snorfiets in eigen beheer kunt slopen en dat het voor die tijd via het officiële kanaal moet gaan?
Ik ben erg tevreden met de raamovereenkomst die ervoor zorgt dat we de keten sluiten. We moeten de partijen rust geven. De discussie over het statiegeld voeren we straks ongetwijfeld nog. Ik hecht eraan te benadrukken dat het milieueffect van de Raamovereenkomst Verpakkingen inclusief vrijgave van het statiegeld positief is. Iedereen moet dat in zijn oren knopen. Het doel hoort namelijk centraal te staan en niet het middel.
Ik ben ook positief over de geïntensiveerde aanpak van het zwerfvuil. Ik zie kansen om mensen daarbij te betrekken. De mensen bij sportverenigingen kunnen op deze manier hun eigen contributie bij elkaar sparen. Dat betekent dat het statiegeld niet uitgebreid wordt met kleine flesjes, maar dat ze in bulk kunnen worden ingeleverd. Dat is een positieve ontwikkeling. Ik ben als liberaal de politiek ingegaan omdat ik geef om mijn leefomgeving, dus ik vind het goed als we op deze manier het goede voorbeeld geven. Ik heb een hekel aan zwerfafval. Het is en blijft echter een strijd tegen de mentaliteit. Die moet veranderen. Als je daar op deze manier een aanvang mee kunt maken, ben ik positief gestemd.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Voorzitter. De VVD zei net dat het niet de hoeveelheid verpakkingsmateriaal is die het afval veroorzaakt, maar de mentaliteit van de mensen. Dat is in de geest van «guns don't kill people, people kill people.» Het zou fijn zijn als we het afval zo veel mogelijk verminderen. We voeren al vele jaren het debat hierover met de Staatssecretaris en haar voorgangers en dringen steeds aan om te beginnen bij de bron. Het tandpastatube-akkoord is maar een van de vele voorbeelden. Er is afgesproken om het afval te verminderen, maar je kunt in elke supermarkt constateren dat daar niets van terecht is gekomen. De tubes zitten in een doosje en je krijgt van de drogist ook nog een klein tasje mee. Hoe kunnen wij meer energie steken in het verminderen van de afvalstromen? In Nederland hebben wij dat tot op zekere hoogte gedaan, maar dan krijgen we het probleem dat ik in het interruptiedebat met de heer Dijkstra probeerde te schetsen: de hoeveelheid verbrandingsovens en de hoeveelheid recyclingplants zijn veel en veel te hoog voor de hoeveelheid afval die geproduceerd wordt. De doelstelling is om de hoeveelheid afval te verminderen en het als grondstof te gebruiken. Toch wil mijn VVD-collega niets doen aan de concurrentie tussen de verbrandingsovens en de recyclingplants. Het is van tweeën een: of je neemt het verminderen van afval serieus en doet iets aan de voorkant, of je zorgt ervoor dat bedrijven flink kunnen verdienen en laat het afval van over de grens komen.
Het concept van de circulaire economie slaat aan. Het Europees parlement wil bindende afspraken over afvalvermindering en op termijn een verbod om recyclebaar afval te verbranden. GroenLinks is daar heel erg voor.
Afval moeten we tot een absoluut minimum beperken. In de winkels gaat het met een heleboel producten juist de andere kant op: er wordt meer in plaats van minder verpakt. Er is een positieve tendens bij sommige supermarkten die veel spullen zonder verpakking verkopen. Het is back to the future. Ik herinner mij uit mijn tijd in Australië dat je met je verpakking naar de supermarkt ging en je flesje uit een tienliterpak shampoo vulde.
We hebben al heel veel verschillende debatten over de statiegeldregeling gehad. Ik ben blij dat het statiegeld tenminste nog aan een zijden draadje hangt, als ik de berichten van de Staatssecretaris goed interpreteer. GroenLinks vindt en vond dat het statiegeld uitgebreid moet worden naar de kleine flesjes en de drinkkartons. Experimenten zijn een goede eerste stap, maar dan moet het volume van de experimenten groter zijn dan 40 gemeenten. Het is vrij merkwaardig dat kleine flesjes en blikjes alleen via sportclubs of het koor van de kerk opgehaald kunnen worden. Je verzamelt thuis de flesjes en kartons op één plek en dan moet je een kind vinden dat op een sportclub zit. De spullen moeten allemaal naar verschillende plekken. Dat moet meer gecentraliseerd worden. Bij de supermarkt moeten grote bakken staan waarin je papier en glas kwijt kunt. Ook moet je alle flessen en kartons bij de supermarkt kunnen afleveren. Er wordt gezegd dat de sportclubs een cent per blikje of karton moeten krijgen, zodat het voor hen de moeite waard is. Waarom kunnen winkeliers niet een klein beetje geld krijgen voor het innemen van blikjes en flesjes, ook de kleinere flesjes? Op die wijze open je niet weer een nieuw recyclingkanaal, maar centraliseer je alles op één plek. Niet alleen de sportclub krijgt een centje, maar iedereen die blikjes en flesjes bij de supermarkt inlevert. Ook mensen die geen buurjongetje hebben dat op een sportclub zit, leveren dan hun kleine flesjes en drinkkartons in.
De heer Remco Dijkstra (VVD): Ik dacht even: waar woont mevrouw Van Tongeren ook alweer? Je kunt toch allang alles in één zak doen? De sorteerders scheiden het netjes. Bij Plastic Heroes kun je je shampooflacons, je tube tandpasta en je kleine flesje inleveren. Die hoef je niet apart te houden. Er staan bakken bij de supermarkten, maar via het Plastic Hero-systeem wordt het ook vaak bij de mensen thuis opgehaald. Het gemak is er al, alleen weet mevrouw Van Tongeren dat blijkbaar nog niet. Klopt dat?
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Er zijn gemeenten die hebben gekozen voor voorscheiding en er zijn er die hebben gekozen voor nascheiding. In sommige grote gemeenten worden sommige dingen wel en andere niet opgehaald. Er is in Nederland geen eenduidig systeem waardoor overal op dezelfde wijze gehandeld wordt. Met het voorstel van de VNG om in 40 gemeenten te experimenteren met het inzamelen van flesjes en drankkartons, dat de Staatssecretaris ondersteunt, krijg je er nog een systeem naast. In Scandinavië heb je op alle stations drie verschillende bakken staan. We hebben zoiets bijvoorbeeld niet in onze eigen Eerste Kamer en in het ledenrestaurant of de kantine van de Tweede Kamer is er geen bak om je plastic in te doen.
De heer Remco Dijkstra (VVD): Ik ben benieuwd of GroenLinks voor een techniek kiest met bron- of nascheiding of dat mevrouw Van Tongeren het met mij eens is dat het niet zo veel uitmaakt als de doelstellingen maar gehaald worden, het consumentengemak maar gediend is en je een hoge kwaliteit haalt. Vanwege de diversiteit van Nederland moeten we de keuze aan gemeenten laten. Het is in steden wat lastiger om aan bronscheiding te doen. Is mevrouw Van Tongeren dat met mij eens of wil zij verplicht een systeem voorschrijven met alle nadelen van dien?
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Er is in Nederland een ongekend grote steun voor het statiegeldsysteem. Als er in een fatsoenlijk gevalideerde enquête wordt gevraagd wat mensen ervan vinden, zeggen ze stelselmatig dat ze eraan hechten. Bijna alle huishoudens maken er gebruik van. Gedrag slijt in. GroenLinks wil aansluiten bij wat mensen goed vinden om te doen en accepteren, en dat uitbreiden. Wij zeggen dit vanuit de zorg voor de leefomgeving. Het gaat niet alleen om het plaatselijke park, maar ook om wat in de rivieren verdwijnt en vervolgens de zee inspoelt. Wij zijn voor een sterkere vermindering van verpakkingen aan het begin en een uitbreiding van het statiegeldsysteem daarna. Wij steunen bijvoorbeeld het idee van de VVD om zeldzame metalen uit lampen terug te laten gaan naar de producent. Op die wijze moet je proberen om het hergebruik te stimuleren. Wij steunen niet de afkalving van het enige systeem dat enorm goed werkt, dat andere landen willen invoeren en waarover in Europa gedebatteerd wordt. Wij hebben dat systeem. Laten wij het behouden en uitbouwen.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA): Is GroenLinks bereid om het initiatief van de samenleving om afval op een andere manier in te zamelen, via de sportclubs, de scholen en noem maar op, een eerlijke kans te geven? Het lijkt erop dat GroenLinks dit plan al van tevoren torpedeert.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Het is absoluut geen geheim dat GroenLinks al sinds jaar en dag pleit voor het uitbreiden van het statiegeld naar kleine flesjes. Vroeger kreeg je geld voor oud papier. Ik heb jaren kranten voor de kerk opgehaald en ingeleverd op een plek waar iedereen kranten kon inleveren en er wat geld voor kreeg. Het is uitstekend dat sportclubs of mensen op een muziekfestival flesjes en blikjes inzamelen, maar ik wil dit niet beperken tot sportclubs. Je zit thuis met die flesjes en waar moet je er dan mee naartoe? Dan gaan ze het afval in. Ik wil het liefst dat iedereen overal grote flessen, kleine flessen, bierflesjes, drankkartons en aluminimum blikjes kan inleveren en dat die gerecycled worden.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA): Ik ben blij met deze toelichting, want het leek erop dat het plan al op voorhand werd getorpedeerd. Geef zo'n mooi initiatief vanuit de samenleving een eerlijke kans. Natuurlijk moeten we een aantal zaken aan de initiatiefnemers meegeven, daarvoor is dit debat bedoeld, maar torpedeer het niet op voorhand. Ik ben blij dat die ruimte er bij GroenLinks is.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Ik was bij de Scandinavische aanpak gekomen. Winkeliers, zeker kleine, moeten kosten maken om dingen in te nemen. Ze moeten daarvoor in de winkel ruimte reserveren en het is goed om daar een kleine vergoeding tegenover te stellen. Kan de Staatssecretaris hier een reactie op geven?
Het wordt echt tijd voor een goede wettelijke borging van het statiegeldsysteem. In reactie op de motie-Van Tongeren/Ouwehand (30 872, nr. 182) zet de Staatssecretaris de borging door het Afvalfonds Verpakkingen uiteen: het hogere tarief wordt toegepast bij overschrijdingen van 50.000 kilo aan verpakkingsmateriaal. Als prikkel richting de producenten schiet dit tekort. Het is immers niet zo moeilijk om de bedrijfsvoering over meerdere bv's te verspreiden en zo per bv onder de grens van 50.000 kilo te blijven. Dat zijn ongelofelijk veel flessen. Supermarkten vallen überhaupt niet onder het Afvalfonds, maar tot 1 januari 2015 onder de productschapsverordening. Die is inmiddels afgeschaft, dus er is geen handhaving in de richting van de supermarkten. Nederland is het enige land zonder wettelijk geborgd statiegeldsysteem. Wij willen graag dat die wettelijke borging er komt. Het is tijd voor een ministeriële regeling die onder het Besluit beheer verpakkingen 2014 valt.
De opzet van de studie voldoet niet. Er is niet gekeken naar de milieuwinst die de raamovereenkomst plus de handhaving van het huidige statiegeldsysteem oplevert. Er is al helemaal niet gekeken naar wat de huidige raamovereenkomst plus de uitbreiding van het statiegeld zou opleveren. Als je wilt bekijken wat het beste voor het milieu is, moet je ook kijken naar bijvoorbeeld de uitbreiding van het statiegeld en wat dit oplevert. Je moet ook naar de status quo, de raamovereenkomst en het handhaven van de huidige statiegeldregeling kijken. Dat is niet gebeurd. Uit een Vlaamse studie blijkt dat als je een van beide doet, je een kostenvoordeel krijgt. Het probleem met de huidige studie is dat een aantal dingen bekeken is, maar andere dingen niet. Dit wordt duidelijk aangegeven in het verhaal, maar daardoor ontstaat nog geen fair beeld van de oplossing die milieutechnisch de beste voor Nederland is.
Mevrouw Van Veldhoven (D66): Voorzitter. Ik begin met de raamovereenkomst en een rijtje negatieve hergebruikpercentages die ik uit de rapportage van Nedvang haal: glas, een daling van 4% ten opzichte van 2011; hout, een daling van 8% ten opzichte van 2011; kunststof, een daling van 10%. Hoe verhoudt dit zich tot de afspraken in de raamovereenkomst en onze doelstellingen? De cijfers voor papier en karton blijven gelijk, maar mogen dalen omdat er een lagere doelstelling geldt. Ik kijk met pijn in mijn hart naar deze cijfers en ik kan mij niet anders dan voorstellen dat de Staatssecretaris dit ook doet. De Raamovereenkomst Verpakkingen spreekt van de hoogst haalbare doelen. Dat betekent niet dat die eerst naar beneden worden bijgesteld. Is de stok achter de deur wel stevig genoeg? De hoogst haalbare doelen worden door het bedrijfsleven zelf vastgesteld. Hoe wordt onafhankelijk getoetst of deze werkelijk de meest ambitieuze zijn? Hoe zorgen we ervoor dat die hoogste haalbare doelen, die misschien over vijf jaar achterhaald zijn, worden geijkt en de hoogst haalbare doelen blijven?
De Staatssecretaris schrijft in haar brief van 28 januari dat zij werkt aan een AMvB met daarin de hoogst haalbare doelen. Daarmee wordt wettelijk geregeld dat het verpakkende bedrijfsleven structureel toewerkt naar een verduurzaming van de verpakkingen. Een borging van toekomstvastheid kan daar prima in staan. In de voortgangsrapportage wordt echter niet meer gesproken over een AMvB in 2015, maar over een ministeriële regeling in 2016. Behalve het verschil van het tijdstip staat er nog een cruciaal verschil in: het parlement wordt er niet bij betrokken. Ik denk dat dit niet de bedoeling van de Staatssecretaris is. Graag een reactie.
De heer Remco Dijkstra (VVD): Ik deel de mening van mevrouw Van Veldhoven dat het parlement erbij betrokken moet zijn. Dat is goed, zeker als het over de hoofdlijnen gaat. Ik vond D66 echter niet aan mijn zijde toen ik laatst een motie indiende waarin ik vroeg om een wettelijk verbod op plastic tasjes via de Kamer te laten lopen, vanwege alle negatieve effecten, het symbolische karakter ervan en het probleem met de handhaving waarvoor je een plasticpolitie moet optuigen. D66 zei toen: het voelt goed, maar we hebben daar geen wet voor nodig en er is geen rol voor de Tweede Kamer. Hoe zit dat? Ik zie een groot verschil in houding.
Mevrouw Van Veldhoven (D66): In de reactie van de heer Dijkstra hoor ik zo al een aantal redenen die maken dat ik een inhoudelijk probleem met de motie heb. Het gaat er niet zozeer om of de Kamer wel of niet betrokken wordt. De VVD roept te pas en te onpas dat we niet op de stoel van de Minister moeten gaan zitten. Zij wil dit alleen doen als het uitkomt, omdat zij het ergens inhoudelijk niet mee eens is. Het feit dat we de motie niet steunen is niet bedoeld om te blokkeren. Als er een gerechtvaardigde reden is, moet de Kamer betrokken worden.
De heer Remco Dijkstra (VVD): Ik vind dit bijzonder. Als het D66 uitkomt zegt de partij: laat het maar zo lopen. Als een wet echter niet te handhaven is en men op de markt moet controleren of iemand wel of niet voor een tasje heeft betaald, zegt D66: dit is eigenlijk niet te handhaven, maar laat het maar over aan de Staatssecretaris. Ik constateer een grote tegenstelling.
Mevrouw Van Veldhoven (D66): De heer Dijkstra constateert iets wat hij graag wil constateren, maar wat niet gebaseerd is op de inzet van D66. Dat weet de heer Dijkstra heel goed.
Voorzitter. Ik herinner de Staatssecretaris aan de aangenomen motie van D66 en de PvdA waarin is gezegd dat de hoogst haalbare doelen er medio 2015 moeten liggen. Anders is er sprake van een breuk met de afspraken in de Raamovereenkomst Verpakkingen.
We weten twee dingen: het statiegeld op grote flessen voorkomt geen zwerfafval, want dan zouden we dat niet hebben, en het belonen van het inleveren helpt. D66 wil een retourpremie op kleine flesjes en blikjes. Het lijkt ons heel nuttig om op deze manier mensen te stimuleren om het afval in te leveren. We kijken graag naar de concrete uitwerking door de Staatssecretaris. Het is goed dat scholen en sportverenigingen een centje bij kunnen verdienen, maar we vinden het jammer dat particulieren hier geen gebruik van kunnen maken. Wil de Staatssecretaris het nieuwe systeem straks grondig evalueren en onderzoeken of het mogelijk is om het uit te breiden tot particulieren of andere maatschappelijke organisaties? Wat als de buurtvereniging wil inzamelen of als de kinderboerderij met de ouders die er vaak komen wil opruimen en het geld wil gebruiken voor nieuwe hokken voor de cavia's? Ik ben bereid om op dit punt een motie in te dienen.
De Staatssecretaris schrijft in haar brief dat de ILT de betrouwbaarheid en juistheid van het recyclingcijfer van 22% heeft onderzocht en niet kan vaststellen of dit percentage correct is. De conclusie in het rapport is echter net ietsje scherper: de ILT zegt dat het gerapporteerde cijfer op essentiële onderdelen onbetrouwbaar en onjuist is. Ik zie enig licht tussen de uitspraken. Dit is ernstig, want wat doen wij hier als wij geen betrouwbare gegevens hebben? De Staatssecretaris schuift het vervolgens op de lange baan. Ze dringt aan op maatregelen, maar wil pas in 2017 weer onderzoek door de ILT laten doen. Dat lijkt mij niet de bedoeling.
De raamovereenkomst loopt tot 2022. Wat gaan we daarna doen? Hoe zorgen we ervoor dat de financiële- en verduurzamingsafspraken ook na 2022 blijven bestaan? Het kan niet de bedoeling zijn dat die dan zijn afgeschaft en dat de ambities blijven stilstaan.
Ik kom op de voortgangsrapportage van het programma VANG. Van 8 operationele doelstellingen en 39 acties zijn we naar 9 operationele doelstellingen en 54 acties gegaan. Er gebeurt dus heel veel, maar actie 27 en 28 over milieunormen voor organische stoffen, het sluiten van ketens en het verduurzamen van biomassa, komen niet meer terug. Het punt over het verduurzamen van biomassa is belangrijk, want we willen op allerlei manieren gebruik van biomassa maken. Vorig jaar dienden D66 en GroenLinks een motie in over niet meer dan 5% bijmenging van conventionele biobrandstoffen. Hoe verhoudt die motie zich tot het ontbreken van verduurzaming van gebruik van biomassa in VANG?
Op allerlei plekken is men bezig met duurzaamheidscriteria voor biomassa. We doen dat in de commissie-Corbey en ook met de energiecentrales zijn duurzaamheidscriteria afgesproken. Er is sprake een wisselwerking. Sommige sectoren concurreren met elkaar om biomassa. Is het niet goed om tot één certificeringsautoriteit voor biomassa in Nederland te komen? Er bestaan nu allemaal aparte clubjes. Kunnen die niet vaker in elkaar opgaan?
D66 hecht veel waarde aan een goede monitoring. Kan de Staatssecretaris toezeggen dat zij in de volgende voortgangsrapportage per actie naast de inhoudelijke stand van zaken aangeeft welke partijen betrokken zijn, wat de indicatoren en deadlines zijn en welke financiële instrumenten worden ingezet?
Kunnen gemeenten een vergunning voor uitbreiding of nieuwbouw van een afvalverbrandingsinstallatie (AVI) weigeren? Zo ja, op welke gronden?
Kan de Staatssecretaris toezeggen dat ze de wettelijke obstakels voor de circulaire economie zo snel mogelijk oppakt? Deze zijn benoemd door RACE, de coalitie voor de accelaratie van de circulaire economie. Wil zij de Kamer laten weten welke belemmeringen dit zijn en wat zij eraan gaat doen?
VANG heeft een sterke nationale focus. Het zou mooi zijn als we bekijken op welke manier we de circulaire economie Europees kunnen uitrollen. De Staatssecretaris kent mijn ambitie op dit punt. In het bijzonder zou het heel mooi zijn als we ons tijdens het Nederlandse EU-voorzitterschap heel sterk positioneren als koploper en misschien zelfs een mooie green deal afsluiten. D66 zou met name heel blij zijn als we op het punt van de Noordzeegrondstoffenrotonde voortgang maken.
Wat is de status van de uitvoering van de motie van de VVD en D66 over de certificering van tweewielers? Wat doet de Staatssecretaris aan handhaving? Dit moet goed geregeld zijn.
Mevrouw Cegerek (PvdA): Voorzitter. Allereerst complimenten aan de Staatssecretaris dat zij duidelijk zegt dat het statiegeld niet wordt afgeschaft en dat ze aan de slag is met de retourpremies. Dat is een enorme stap en een enorme winst voor het milieu. Al sinds de jaren vijftig kent Nederland statiegeld. Het is ooit ingevoerd door de leveranciers van producten om de kosten voor hun verpakkingsmateriaal zo laag mogelijk te houden. De geschiedenis laat zien dat statiegeld vele vormen, maar ook vele discussies heeft overleefd. Kijk om je heen als je ergens wandelt: zwerfafval bestaat zelden uit grote petflessen, maar wel uit blikjes en kleine petflessen. We zijn dan ook blij dat het statiegeld blijft bestaan. Het is een populair systeem dat ervoor zorgt dat 95% van de grote flessen gerecycled wordt. Daarmee zijn we er niet. Het doel is om de verpakkingen te verduurzamen en de milieudruk te verlagen. In de afgelopen twee jaar werden de doelen in de raamovereenkomst echter niet gehaald. Dat heeft uiteraard consequenties. De afspraak, waarmee wij het niet eens waren, was dat als de branche de recyclingdoelen zou halen, in ruil daarvoor het statiegeld op petflessen zou worden vrijgegeven. Het is nu tijd om verder te kijken naar de manier waarop we zwerfafval gaan aanpakken en meer en hoogwaardig kunnen recyclen. We moeten ook bekijken op welke manier we de circulaire economie een impuls kunnen geven.
We zijn blij dat de Staatssecretaris aan de slag is met ons idee voor retourpremies op blikjes en kleine plastic flesjes. Retourpremies kunnen ervoor zorgen dat we minder weggooien en meer terugbrengen. Statiegeld leert ons dat beloningssystemen daadwerkelijk werken. Dit idee moet in de toekomst verder worden uitgewerkt. Naast een retourpremie op flesjes en blikjes zien we graag een retourpremie op meer materialen en nieuwe beloningssystemen, waardoor niet alleen organisaties maar ook individuele burgers beloond worden. Verschillende sprekers hebben dit signaal gegeven. We willen graag dat de mogelijkheden hiervoor breed worden verkend. Is de Staatssecretaris bereid dit te onderzoeken? Er is bijvoorbeeld een green deal voor textielinzameling. Kan bekeken worden of daarbinnen een beloningssysteem toegepast kan worden?
De Europese Unie kwam met het voorstel om lidstaten op te dragen iets aan de plastic tasjes te doen. In 2016 wordt het verboden om gratis plastic tassen bij de toonbank te verstrekken. De Staatssecretaris bekijkt of er een uitzondering komt voor biobased en biodegradable tassen. Zo'n tas is natuurlijk wel milieuvriendelijk, maar welke winst levert dit op voor het milieu en het zwerfafval?
Het programma VANG is ontwikkeld om de hoeveelheid materiaal die de economie verlaat in tien jaar tijd van 10 miljoen ton naar 5 miljoen ton te verminderen, met als uitgangspunten dat de vervuiler betaalt, dat bedrijven en burgers de ruimte krijgen en dat marktfalen wordt aangepakt. Inmiddels is de eerste voortgangsrapportage beschikbaar. Het is nog te vroeg om algemeen zichtbare resultaten te presenteren. Er staan een paar positieve punten in, met name als het gaat om de reductie en de export van teerhoudend asfaltgranulaat. We zijn blij dat op dit punt positieve resultaten zijn geboekt. Of is er op een ander dossier, zoals de reductie van huishoudelijk afval, ook resultaat geboekt? Ik was onlangs op een symposium in Overijssel over ROVA 100-100-100, een heel mooi project. De Staatssecretaris was een van de sprekers. Daar is aangetoond dat door samenwerking daadwerkelijk een enorme reductie van huishoudelijk afval gerealiseerd kan worden. De landelijke richtlijn is om in 2020 te komen tot 100 kilo per persoon. Door het project is een resultaat geboekt van 22 kilo gemiddeld per persoon op jaarbasis. Dat is een enorm succes.
In de raamovereenkomst zijn afspraken gemaakt over de te zetten stappen op het gebied van recycling. In 2013 zijn de normen voor recycling van papier, karton, kunststof en metaal gehaald, maar voor glas en hout niet. We zijn tevreden dat gerecycled afval over het algemeen aan de normen voldoet. We willen wel weten of we voor de toekomst nieuwe en ambitieuze doelen stellen. Wat kan nog beter? We zijn ontevreden dat voor glas en hout de doelstellingen niet zijn gehaald. Vooral over hout maken we ons zorgen, omdat er zelfs sprake is van een daling. Welke stappen worden gezet om deze ontwikkeling te keren?
We gooien veel voedsel weg, 84 tot wel 151 kilo per persoon per jaar. De voedselverspilling in Nederland is veel te groot. Voor een groot deel ligt dit aan de consument, maar voor een deel ook aan de supermarkten. In Frankrijk is in mei een wet aangenomen die supermarkten verbiedt om goed voedsel weg te gooien. Men moet het bijvoorbeeld naar de voedselbanken brengen. We willen dat de Staatssecretaris bekijkt of het mogelijk is om een soortgelijke regelgeving voor supermarkten in Nederland in te voeren. Levert dit daadwerkelijk positieve resultaten op? Welke andere stappen, zoals het aanspreken van consumenten, kunnen genomen worden om voedselverspilling te verminderen zodat we minder voedsel als afval hebben?
De heer Houwers (Houwers): Het is een sympathiek idee om zo min mogelijk voedsel weg te gooien, maar moet je dit verplichten? Het kan niet anders dan dat dit tot extra kosten leidt. Is mevrouw Cegerek zich ervan bewust dat het kosten met zich meebrengt als de supermarkten verplicht worden om geen voedsel meer weg te gooien, zeker als ze het voor niks naar de voedselbank moeten brengen? Die kosten worden waarschijnlijk versleuteld in de prijs van de producten. Hoe kijkt zij daartegenaan?
Mevrouw Cegerek (PvdA): Ik ben me uiteraard bewust van de negatieve kanten die aan zo'n wet zitten. Vandaar dat ik de Staatssecretaris vraag om de positieve en de mogelijk negatieve resultaten te bekijken en de Kamer van informatie te voorzien. We moeten in Nederland meer stappen zetten om minder voedsel te verspillen en als afval te hebben.
De heer Houwers (Houwers): Is mevrouw Cegerek bereid om niet nu al te spreken over een plicht, maar eerst te bekijken of we dit via stimulering of een soort goodwillactie kunnen bewerkstelligen? Men doet uit overtuiging iets voor de goede zaak. Het kan voor een supermarkt reclame of marketing zijn. Is zij bereid om een tussenstap te overwegen?
Mevrouw Cegerek (PvdA): Mijn vraag is heel duidelijk. We willen dat de Staatssecretaris de mogelijkheden verkent en vergelijkt. In Frankrijk zetten ze een dergelijke stap. Ik hoop dat die goede resultaten oplevert. Als dat zo is, is het misschien een optie om dit ook in Nederland in te voeren.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): De woorden over voedselverspilling bieden perspectief voor de behandeling van mijn initiatiefnota in september. Ik ben benieuwd naar de steun die ik van de PvdA krijg. Mijn vraag gaat over de inzameling van kleine petflessen. De Staatssecretaris kiest voor een retourpremie. Er staat echter in de supermarkten een heel logistiek systeem om kleine petflessen in te zamelen. Is het een optie om daar nog eens goed naar te kijken en niet direct al te kiezen voor het retoursysteem en de retourpremie? We kunnen in de aanloop naar de pilot bekijken of statiegeld op kleine petflessen een goed alternatief is.
Mevrouw Cegerek (PvdA): De discussie over het uitbreiden van statiegeld naar kleine petflessen en blikjes hebben we al eerder gevoerd. Die ga ik niet herhalen. Binnen de raamovereenkomst is voor uitbreiding geen ruimte. Daarom stelt de PvdA voor om te kijken naar de mogelijkheden van het invoeren van retourpremies voor kleine flesjes en blikjes, maar ook voor andere materialen. Uitbreiding van statiegeld naar de kleine flesjes en blikjes krijgt binnen de raamovereenkomst op dit moment geen ruimte.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Die ruimte is er wel. We gaan werken met retourpremies voor allerhande materialen omdat dit een goed alternatief is om tot een meer circulaire economie te komen. In supermarkten is echter al een heel systeem voor de inzameling van petflessen en de kleine petflesjes kunnen daarin gemakkelijk meelopen. Pet is een heel waardevolle grondstof die nu vaak in het zwerfafval terechtkomt. Als we die stroom geclusterd inzamelen, is de milieuwinst heel groot. Ik vraag niet of we dat direct doen, maar of er bij de PvdA-fractie ruimte is om met een pilot te werken en te onderzoeken of het statiegeldsysteem voor kleine petflessen nog beter werkt dan de retourpremie.
Mevrouw Cegerek (PvdA): In Eerbeek heeft een ondernemer een inzamelapparaat waar verschillende plastic verpakkingen in gestopt kunnen worden. Ik heb de Staatssecretaris gevraagd om breed te verkennen wat mogelijk is. Ik gebruik niet de woorden «statiegeld op kleine flesjes en blikjes» maar het woord «retourpremies». Die bieden op dit moment meer mogelijkheden.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA): Voorzitter. De complimenten van de CDA-fractie aan de Staatssecretaris en alle partners voor de uitvoering van de Raamovereenkomst Verpakkingen. Het is jammer dat niet alle zeven prestatieafspraken zijn gehaald, want er zit nog steeds pvc in verpakkingen in de supermarkt. We hopen dat er werk van wordt gemaakt om dit er zo snel mogelijk uit te krijgen. Is het door de Staatssecretaris aangescherpte beleid voldoende om die doelstelling alsnog te behalen?
Omdat niet alle afspraken zijn nagekomen, blijft het statiegeld op de grote petflessen bestaan. Heel veel inwoners gaven de afgelopen jaren bij de Tweede Kamer aan dat ze heel blij zijn met het statiegeld. De prijspikkel van het statiegeldsysteem maakt mensen bewuster van afval en het hergebruik van afval. Is dat echter het enige wat wij moeten doen? Een belangrijke vraag aan de Staatssecretaris is of zij voldoende stokken achter de deur heeft, nu het behoud van het statiegeldsysteem een feit is. Het was een van de redenen om de doelstellingen versneld te halen.
De vele bedrijven die de gezamenlijke recyclingprestaties en de verhoging daarvan mogelijk hebben gemaakt, verdienen een compliment. We zien dit terug in de resultaten: kunststof verpakkingsmateriaal is geschikt gemaakt voor recycling en de gerecyclede hoeveelheid is hoger dan het afgesproken aantal tonnage. Ten opzichte van 2013 gaat het om een stijging. Ook ligt het gebruik van de recyclage ten opzichte van 2013 10% boven de afgesproken doelstelling. Dit doet mij goed. Het CDA vindt het belangrijk dat we de verduurzaming echt doorzetten. Ik was verrast door de sprekers voor mij die wat negatief naar allerlei dingen kijken. Ik ben tevreden over de geboekte voortgang. Natuurlijk kan het altijd beter en in 2023 moeten we absoluut nieuwe afspraken maken, maar zullen we het eerst eens evalueren en niet op voorhand denken dat het niet goed is, nooit wat wordt en niet beter kan?
Door de raamovereenkomst is de samenwerking zo goed geworden dat de VNG, scholen en sportverenigingen een gezamenlijk plan maken. Deze clubs kunnen nog uitgebreid worden met andere clubs, zoals die voor cavia's. Er is veel sympathie voor het plan. Laten we de retourpremie een kans geven om de komende maanden verder uitgewerkt te worden. Laat het plan 1 oktober naar de Kamer komen. Ik kan me voorstellen dat we de retourpremie willen vergelijken met statiegeld op kleine petflessen. De Staatssecretaris kan dit ongetwijfeld meenemen en er een reactie op geven. Het is mooi dat de samenleving aan zet is, dat men samen aan de bak gaat, dat de basis voor de samenwerking eerder is gelegd en dat het wordt opgepakt.
Net als veel anderen erger ik me groen en geel aan alle rotzooi die op straat ligt. Daar moeten we echt een einde aan maken. Het CDA is positief over het plan voor het zwerfafval. Het sluit aan bij wat de Staatssecretaris doet op het gebied van het zwerfafval in de zeeën, met name van het plastic afval. Ik heb me vaak sterk gemaakt voor microplastics. De stoffen die in ons milieu terechtkomen, komen vaak in zee terecht. We vinden dit een belangrijke stap. Is de Staatssecretaris bereid om het brede initiatief uit de samenleving te steunen? De aanpak van zwerfafval zien wij graag tegemoet. Is de Staatssecretaris bereid om specifiek in te gaan op de effecten op microplastics? Worden de waterschappen hierbij betrokken? Veel plastic flesjes liggen in het water.
Houten verpakkingen bestaan voor 90% uit houtpallets. De doelen voor hout uit de raamovereenkomst worden niet gehaald. De 50% recyclage komt niet in zicht, omdat die pallets vaak een andere bestemming vinden, onder andere als bijstook van biomassa in de kolencentrales. Dat is een heel slechte zaak. We zien graag dat die perverse prikkel eruit gaat. Het toenemend hergebruik en reparatie van pallets wordt niet gezien als recyclage. De pallets worden niet verwerkt tot nieuwe producten, maar op een heel andere manier gebruikt. Het CDA vindt dat heel mooi. We zien houten pallets bij festivals, waar je op kunt zitten. Dit hergebruik is toch niet negatief? Zo ontstaat de absurde situatie dat een product duurzaam wordt gebruikt, maar dat duurzame doelen niet worden gehaald. In hoeverre heeft de Staatssecretaris dit probleem in het vizier? Is zij bereid om te kijken naar een andere definitie voor het hergebruik van houten pallets, in plaats van enkel recyclage? Is zij bereid met de sector nieuwe afspraken over realistische doelen te maken? Ziet zij mogelijkheden om hout een aparte status te geven?
In andere Europese lidstaten wordt gewerkt met een vastgesteld percentage van plantaardige bestanddelen in draagtassen. Dat percentage varieert van 30% tot volledig afbreekbaar. Bioplastics kunnen sterk bijdragen aan het ontwikkelen van een biobased economy. Hoe denkt de Staatssecretaris hierover?
Er is gisteren een bijeenkomst met de Benelux geweest. We kunnen in Benelux-verband op het gebied van afval nog meer optrekken. In de gemeente Sluis, dicht bij de Belgische gemeente Knokke, moeten ze het afval naar Moerdijk brengen. Is dat duurzaam? Kunnen we in Benelux-verband naar andere mogelijkheden kijken?
Misschien kunnen voor textiel tot pragmatische oplossingen komen. Het zit nu nog in het nascheidingsgebruik en zou daar eigenlijk uit moeten.
De heer Smaling (SP): Voorzitter. Door de uitspraak in het Urgenda-proces van gisteren is het best een bijzondere week. We mogen hopen dat we met een dergelijke uitspraak een nieuwe periode van verlichting inslaan. Er zijn vandaag zaken die daaraan te koppelen zijn, zoals het afvalplan van de VVD. Ik moet het nog lezen, maar ik denk dat er een heel brede coalitie is en dat we zevenmijlslaarzen vorderingen kunnen maken. Het plan gaat niet specifiek over de vermindering van CO2-uitstoot, maar heeft er zijdelings veel mee te maken.
Ik ben blij met de resultaten van de proef met 100 gezinnen die 100 dagen probeerden om minder afval te leveren, die enige weken geleden werden gepresenteerd. Mevrouw Cegerek refereerde daar ook aan. Die gezinnen zijn erin geslaagd om op jaarbasis van 200 naar 22 kilo afval te gaan. Dat is een reuzenstap. Het gaat natuurlijk om gezinnen die zich aangemeld hebben, om voorlopers, maar zo werkt het. Als dit breed wordt verspreid, willen meer mensen dit ook proberen. Je leert er ook een heleboel van. Naast het feit dat mensen geen verpakte chips en dergelijke meer kopen, staat er in het NOS-bericht dat een vrouw onder de deelnemers geen watjes, maar een washandje gebruikte om haar make-up te verwijderen. Dat betekent dus geen afval. Ik ben benieuwd welke dames in de zaal nog watjes gebruiken om hun make-up mee te verwijderen?
De voorzitter: Meneer Smaling, u weet niet wat u over u afroept als u dit soort vragen stelt.
De heer Smaling (SP): Er zijn veel voorbeelden die inhoud geven aan de onderwerpen waarover wij vandaag praten. Dat is het leuke; iedereen vindt er iets in waardoor hij of zij persoonlijk kan bijdragen aan het verminderen van afvalstromen en het gebruik van grondstoffen.
Ik geef de Staatssecretaris complimenten voor haar besluit over het statiegeld. Zij heeft hierover een heldere brief gestuurd die ze ongetwijfeld straks toelicht. De vraag is of het uitstel of afstel is. Ook op andere domeinen moeten we de voortgang erin houden. Op het gebied van hout en glas zien we niet de vaart in de afvalvermindering en de recycling die we graag willen zien.
VANG loopt voor mijn gevoel een beetje door het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP) heen. Of ligt dat aan mij? Ik heb het idee dat de rapportages elkaar in de weg zitten. Een fundamentele vraag is hoe kwantitatief de rapportage van VANG wordt. De Staatssecretaris stuurt bij de brief een bijlage van 50 punten die in woorden aangeven wat het resultaat is. Dat is in de beginfase prima, maar wat zijn de SMART-indicatoren waardoor we kunnen zien wat als een speer loopt, wat voor geen meter loopt en wat ertussenin zit? Het hoeven niet allemaal precieze getalletjes te zijn, maar met dubbele plussen, dubbele minnen en een nul zien we waar vaart in zit en waardoor dat komt. Komt het doordat het door mensen gemakkelijk te adopteren is of omdat de wetgeving faciliteert? Als we dat weten, kunnen we de vaart er goed in houden.
Het ultieme streven is om naast een gewoon bruto nationaal product (bnp) ook een groen nationaal product te hebben. Mevrouw Dik-Faber heeft weleens aan Minister Kamp gevraagd of je een groen bnp moet meenemen in de macro-economische verkenningen. Hij wilde dat toen niet. Ik stelde pas geleden nog schriftelijke vragen over de subsidies voor fossiele brandstoffen waarover het IMF rapporteerde en vroeg of wij niet een groen bnp moeten hebben. Minister Kamp zei dat dit om allerlei redenen niet moest. Vindt de Staatssecretaris dat ook?
Mevrouw Van Veldhoven (D66): De Kamer heeft recentelijk besloten om een onderzoek naar een breed welvaartsbegrip te doen. Zij gaat onderzoeken op welke manier we onze welvaart kunnen meten, anders dan via het bnp. Misschien kan dit onderzoek een deel van de antwoorden leveren waarnaar de heer Smaling op zoek is. Ik ben ook benieuwd naar het antwoord van de Staatssecretaris.
De heer Smaling (SP): Dit is een ondersteunende interruptie die ik meteen in vraagverpakking naar de Staatssecretaris stuur.
Ik was kortgeleden bij Twence dat zijn restwarmte aan AkzoNobel levert. Op smartgridniveau werkt dit prima, maar wat is de toekomst voor het restafval? Er is een overcapaciteit op het gebied van restafvalverbranding. Engeland heeft meer afval dan het goede installaties heeft om het restafval te verbranden. Ik kan me voorstellen dat het afval deze kant op komt. Bij de beantwoording van vragen die ik stelde naar aanleiding van de kwesties bij het Afval Energiebedrijf Amsterdam (AEB) leverde de Staatssecretaris een staatje waarin je kunt zien dat het geïmporteerde afval exponentieel toeneemt. Hoe gaat dat in de toekomst? Is dit tijdelijk omdat men geen kapitaalvernietiging op de bestaande capaciteit wil plegen? Ik begrijp het, maar op welke termijn is het niet meer nodig, ook gezien de autonome ontwikkeling van afvalvermindering?
Ik dank de Staatssecretaris voor de brief over de plastic tasjes. Men kan geen plastic zakjes krijgen in de winkel en moet alle bederfelijke waar door elkaar in de linnen tas gooien, maar kan dan aan de kassa wel een tasje krijgen. Is dat een escape? Gaat het lukken voor 1 januari 2016? Of ziet de Staatssecretaris nog beren of beertjes op de weg die ervoor kunnen zorgen dat dit niet zo succesvol wordt als wij allemaal hopen?
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Voorzitter. De Staatssecretaris is een stoere vrouw die de lobby's van het bedrijfsleven trotseert en manmoedig het statiegeldsysteem behoudt. Terecht, want de verpakkingsindustrie is de afspraken niet nagekomen. De enige conclusie is dat het statiegeld behouden wordt. De Staatssecretaris schrijft dat één afspraak niet gehaald is, maar in het rapport van Hörchner Advocaten staat dat men maar liefst twaalf afspraken niet is nagekomen, zelfs niet na een jaar uitstel. Is de Staatssecretaris bereid de ILT de integrale lijst afspraken te laten toetsen?
Stop de plastic soap over de plastic soep definitief en ga volledig voor de circulaire economie. Dat is het advies van oud-topman Piet Vink van Aldi Nederland aan de Staatssecretaris. Hij schreef vorige week in de Levensmiddelenkrant dat alle discussies over het statiegeld tot stilstand hebben geleid, terwijl andere landen het systeem hebben geoptimaliseerd en er nu zelfs winst op behalen. Pet is geld waard. Met het behoud en de uitbreiding van statiegeld naast het Plastic Hero-systeem is de milieuwinst veel groter dan zonder. Er is een aangenomen Kamermotie die ervoor pleit om de milieuwinst door te rekenen als ook kleine petflesjes via statiegeld worden ingezameld. Wil de Staatssecretaris deze motie alsnog uitvoeren? Waarom heeft de Staatssecretaris de milieuwinst van een vermindering van het zwerfafval niet meegenomen in de berekeningen? Het eindbeeld van de circulaire economie moet nu echt vooropstaan. Laten we er samen voor zorgen dat de stap die de Staatssecretaris zet goed geborgd wordt, niet alleen voor de komende jaren, maar ook na 2017. Het is niet goed als er een opening blijft om statiegeld na 2017 alsnog af te schaffen. Ik ga ervan uit dat de Staatssecretaris dit ook niet wil. Er is voor de langere termijn duidelijkheid nodig. De huidige houtje-touwtjeregeling was een tijdelijke oplossing met veel risico's voor bijvoorbeeld de import van statiegeldloze flessen uit het buitenland. Is de Staatssecretaris bereid om de AMvB die het statiegeld borgt in werking te laten treden, ook voor statiegeld op bierflesjes?
De Staatssecretaris wil pilots met inzamelsystemen met retourpremie, terwijl de infrastructuur voor statiegeld voor kleine flesjes gewoon aanwezig is. Waarom niet gewoon statiegeld, dat bewezen effectief is en bij de burger draagvlak heeft? Is zo'n retourpremiesysteem niet veel duurder? Mijn fractie pleit ervoor om te gaan werken met pilots voor statiegeld op kleine flesjes. We zullen zien dat de winst voor het milieu en het zwerfafval nog groter is.
Dit najaar ligt het plan van de frisdrankindustrie met de hoogst haalbare doelen op tafel. Wat betreft de ChristenUnie wordt voorgeschreven dat in alle plastic frisdrankflessen ten minste 60% gerecycled plastic zit. Dit moet kunnen, want er bestaan flesjes die voor 100% uit gerecycled materiaal bestaan. De vorige keer heb ik er een meegenomen. Betrekt de Staatssecretaris bij de uitwerking van de pilot met retourpremies niet alleen de maatschappelijke organisaties en verenigingen, maar ook de supermarkten? Ze hebben immers de apparatuur klaarstaan.
De fracties van D66 en de PvdA noemden de particulieren. Ik sluit mij daarbij aan. De doelstelling van de pilots moet in de eerste plaats zijn dat zwerfafval voorkomen wordt en niet dat het opgeruimd wordt. Er moet dus een zo hoog mogelijk inzamelpercentage zijn. Is dat ook de inzet van de staatsecretaris?
De monitoring van de resultaten is cruciaal. Ik vraag de Staatssecretaris alleen pilots te accepteren die goed gemonitord kunnen worden. De ChristenUnie wil voor het debat in het najaar een commentaar van het ILT ontvangen op de haalbaarheid van monitoring van de ingediende pilotplannen. Is de Staatssecretaris daartoe bereid?
Mevrouw Cegerek (PvdA): In 2017 verschijnt de evaluatie van de raamovereenkomst. Dat is het moment om naar alle resultaten van de raamovereenkomst te kijken, niet alleen naar de prestatieafspraken maar ook naar andere punten. Mevrouw Dik-Faber pleit ervoor om het statiegeld nu al uit te breiden naar de kleine flesjes en blikjes. Dat kan uiteraard een goed resultaat opleveren, maar er ligt een raamovereenkomst die in 2017 geëvalueerd wordt. Is die evaluatie niet het moment om te bekijken of de raamovereenkomst goed werkt, te kijken naar het statiegeldinzamelingssysteem, de retourpremies en Plastic Heroes, te bezien of dat een serieuze kans heeft gekregen en te kijken naar de manier waarop we verdergaan? Wil de ChristenUnie nu al, koste wat het kost, de raamovereenkomst openbreken?
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Het is geen geheim dat de ChristenUnie het statiegeld het liefs wil uitbreiden naar blikjes en vooral kleine flesjes. Dat is heel belangrijk. Het liefst wil ik dat de Staatssecretaris hier direct mee aan de slag gaat, maar we gaan werken met pilots voor retourpremies. Is het dan niet logisch om ook aan de slag te gaan met pilots voor de inzameling via het statiegeldsysteem? Dan kunnen we de resultaten van de beide processen vergelijken en bekijken wat de meeste milieuwinst oplevert en wat het beste is om zwerfafval tegen te gaan. Volgens mij passen deze pilots binnen de raamovereenkomst.
Mevrouw Cegerek (PvdA): Het is me toch niet helemaal duidelijk. Wat wil de ChristenUnie? De raamovereenkomst openbreken en statiegeld nu al uitbreiden of de retourpremies een serieuze kans geven, zodat we in 2007 het geheel kunnen evalueren? Het is of of, niet en en.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Ik ben helder geweest. De ChristenUnie wil toewerken naar een circulaire economie. Dat staat voorop. De Staatssecretaris komt met een voorstel voor een retourpremie. Ik wil dit voorstel een serieuze kans geven. Het is stoer dat de Staatssecretaris dit voorstelt. Tegelijkertijd werken we in Nederland met een statiegeldsysteem. Ik stel voor om niet alleen te kijken naar het systeem van retourpremies, maar ook te werken met pilots voor de uitbreiding van het statiegeld. Dan kunnen we in 2017 de resultaten met elkaar vergelijken, zien wat de meeste milieuwinst oplevert en goed onderbouwd de beste keuze maken voor de circulaire economie en onze leefomgeving.
Voorzitter. Ik ben met de Mystery Hunters van de Plastic Soup Foundation op pad geweest om blikjes en kleine flesjes te fotograferen. Het valt op dat de hoeveelheid zwerfafval enorm toeneemt. Als je er eenmaal op let, zie je het overal liggen. Er komen steeds meer eenmalige wegwerpverpakkingen. Dat is geen goede ontwikkeling. Het lijkt bij zwerfafval dweilen met de kraan open te zijn. De ChristenUnie mist prikkels om dit probleem echt aan te pakken. Een prikkel kan zijn om het ontwerp van blikjes te veranderen. Blikjes zijn niet ontworpen om na gebruik weer in je tas te stoppen, want ze blijven open en gaan lekken. Is het mogelijk om afspraken te maken om dit soort praktische punten aan te pakken?
In het verleden was de ILT uiterst kritisch over de gerapporteerde hoeveelheid gerecycled kunststof verpakkingsafval. Ik ken geen recente rapportages hierover. Is dit probleem inmiddels opgelost? Wordt bij de gerapporteerde hoeveelheden van Plastic Heroes, zoals is afgesproken, voldaan aan de kwaliteitseisen? Dat zijn voor de insiders de hoogste DKR-normen. Ik hoor uit het veld dat dit niet zo is. Is de Staatssecretaris bereid om de ILT hiernaar onderzoek te laten doen? Is zij bereid eisen te stellen aan het aandeel plantaardige grondstoffen en het aandeel gerecycled materiaal in plastic tassen om zo een nieuwe stap richting de circulaire economie te zetten?
Met de recycling van restafval in de milieustraten gaat het nog niet goed. Hierover is een motie van mij aangenomen. Veel straten voldoen niet aan de minimale eisen. Het restafval blijkt nog veel materialen te bevatten die goed recyclebaar zijn, maar het wordt door de vuilverbranders verbrand. Ik sluit mij aan bij de vragen over de overcapaciteit van de vuilverbranders. Ik ben benieuwd naar de stand van zaken. De ChristenUnie vraagt de Staatssecretaris om milieustraten te verplichten hun restafval af te voeren naar sorteerinstallaties. Is zij daartoe bereid?
Ik sluit mij aan bij de opmerkingen over de dalende percentages hout en glas voor recycling.
Ik ben in Hoogeveen op werkbezoek geweest waarbij iemand van de Vereniging Kledingbanken Nederland (VKN) aanwezig was. Ik kreeg uit het gesprek mee dat de VKN tegen heel veel belemmeringen aanloopt om een goede kledingbank op te zetten, omdat die wordt gezien als een regulier bedrijf dat winst maakt. Een kledingbank is iets anders dan een regulier bedrijf, maar staat voor dezelfde regelgeving, wat de inzameling van kleding en het recyclen van kledingmateriaal belemmert. Dat is jammer. Is de Staatssecretaris bereid om het gesprek met VKN aan te gaan? Er is vanuit de ministeries veel contact met de Vereniging van Nederlandse Voedselbanken, maar VKN kan ook heel goed bijdragen aan de circulaire economie en heeft een belangrijke sociale component. Laten we ruim baan geven aan deze organisatie, zodat we meer kleding inzamelen.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Voorzitter. We leven in een wegwerpsamenleving en dat is heel vervelend. Door de inzet van Zwerfies, de Plastic Soup Foundation en alle mensen die iedere dag hun best doen om inzichtelijk te maken hoe het met het zwerfval in ons land gaat – we krijgen voortdurend foto's en mooie petities – zien we hoeveel troep er op straat terechtkomt. Ik raap regelmatig troep op. Voor het algemeen overleg bedacht ik: ik doe dat een uurtje en ik neem het mee om het aan de Staatssecretaris te laten zien. Ik heb het plan opgegeven. Ik vond zo vreselijk veel. Het was ongeveer vier keer mijn eigen omvang. Daar kon ik niet mee op de fiets en in de trein naar Den Haag. De hoeveelheid troep die op straat ligt, is deprimerend. Ik geef de Staatssecretaris dan ook mijn complimenten dat zij de druk van de lobby weerstaat om het systeem af te schaffen. Het systeem werkt bewezen en maakt dat de berg afval niet nog groter wordt door grote petflessen. Als het geen grondstoffen had gekost en we ze niet zouden weggooien, had ik vlaggetjes laten maken met Hup Wilma erop. Ik geef mijn complimenten daarom mondeling. Het is ongelofelijk belangrijk. We weten hoe groot de druk vanuit het bedrijfsleven is om het systeem af te schaffen.
We zijn er natuurlijk nog niet. Er staan in de raamovereenkomst afspraken en in 2017 evalueren we die. De hoeveelheid afval is echter zo groot dat het probleem nog niet is opgelost als de afspraken in de raamovereenkomst worden nagekomen. We kunnen wachten op de evaluatie en tot de afspraken zijn afgelopen, of alvast nadenken over wat we nog meer in gang kunnen zetten of kunnen voorbereiden. Dan kunnen we straks snel schakelen als er meer nodig is om zuiniger te zijn met grondstoffen, zwerfafval te voorkomen en de milieudruk te verminderen. Ik sluit me aan bij de partijen die het verstandiger vinden om het goedwerkende systeem door te trekken naar kleine flesjes. Het is natuurlijk goed om een pilot uit te voeren voor het systeem van de retourpremie, maar vergeet niet om de bestaande mogelijkheden mee te nemen. Ik wijs de Staatssecretaris op inzichten van de sociale psychologie en de neurowetenschap dat de mens iets niet kwijt wil raken. Statiegeld heeft men al betaald. Dan is de motivatie om het dubbeltje terug te krijgen sterker dan als men dat nog niet heeft betaald. Die kennis ligt onder het succes van het bestaande statiegeldsysteem. Is de Staatssecretaris bereid om de diepere laag mee te nemen in de pilots? Ik roep haar in aansluiting op het pleidooi van de ChristenUnie op om het statiegeld voor kleine flesjes in de pilots mee te nemen en misschien uit te breiden naar dingen die nu alleen in de pilot met de retourpremie zitten. Is de Staatssecretaris daartoe bereid?
Ik dank de Staatssecretaris voor de aanpak van het oplaten van ballonnen. Het was een moeilijke discussie. Ballonnen oplaten heeft alleen maar feestelijke connotaties, dus als je erover begint ben je als snel de party pooper. Het gaat echter gewoon om in het milieu brengen van afval. Ik ben blij dat de Staatssecretaris met de motie van de PvdD aan de gang is gegaan en onder de aandacht van gemeenten heeft gebracht dat het oplaten van ballonnen grote nadelen heeft, dat het zorgt voor plastic soep en dat dieren erin stikken. Op Koningsdag werden veel Oranjeverenigingen zich bewust van de problematiek. Is het een idee dat de Staatssecretaris met hen spreekt? Grote organisaties en bedrijven die zich misschien nog niet hebben gerealiseerd dat het oplaten van ballonnen veel weerstand oproept, schrikken van tegenreacties. Ik noem het Aidsfonds, dat er niet bij had stilgestaan dat het om milieuvervuiling gaat. Zo'n maatschappelijk tegenreactie is voor het Aidsfonds niet fijn. Kan de Staatssecretaris meer partijen aanspreken om het bewustzijn te vergroten?
We hebben eerder een plan over ongewenst reclamedrukwerk ingediend. Destijds lag het een beetje moeilijk en ik houd het weer eens aan de Staatssecretaris voor. We vinden het de normaalste zaak dat we bij e-mail kiezen voor een opt-insysteem. Je kiest dan zelf voor een nieuwsbrief en reclame, hoewel we ook nog worden gespamd. Waarom doen we dat ook niet voor fysiek reclamedrukwerk? Men moet nu actief achter een sticker aan als men dit drukwerk niet wil ontvangen. Het omdraaien is veel beter. Volgens Milieu Centraal gaat het om maar liefst 34 kilo drukwerk per huishouden per jaar. Veel daarvan wordt helaas gedumpt door bezorgers die de route niet meer zien zitten. Is de Staatssecretaris bereid om te bekijken of we van het opt-out- een opt-insysteem kunnen maken? Dat betekent dat zij met de Minister van Binnenlandse Zaken moet overleggen over de gevolgen voor het verspreiden van gemeentelijke informatie. Veel gemeenten verspreiden informatie via het internet, maar andere houden vast aan de wens om dit via brievenbussen te doen. Volgens mij kunnen we dit oplossen en ons veel milieudruk besparen.
De heer Houwers (Houwers): Voorzitter. Ik hoor veel over het straatbeeld en het zwerfafval. Ik laat een positief geluid horen: ik meen meer dan in het verleden gemeentelijke medewerkers te zien die het afval opruimen. Het is een positieve kentering dat hier gemeentelijke inzet voor is. Voorkomen is natuurlijk beter. We zijn in Nederland wat dat betreft goed bezig: er is sprake van een goede bewustwording van hergebruik. De resultaten kunnen beter, maar zijn zeker bemoedigend.
Ik heb aan de Staatssecretaris schriftelijke vragen gesteld over het idee om kleine flesjes en blikjes alleen door verenigingen te laten inzamelen. Gelukkig zeggen ook andere partijen dat je dit moet verbreden. Mogen niet alle burgers inzamelen? Het systeem van de supermarkten kan daarvoor ingezet worden. Kan het ook met een statiegeldsysteem? Ik vind dat niet verkeerd en ben er niet op voorhand tegen. Laten we bekijken of het een statiegeldsysteem of een retourpremiesysteem moet zijn. Als er bedenkingen zijn om tot een definitief besluit voor het behoud van statiegeld te komen, bedenk dan dat de ondernemers in dit land over het algemeen flexibel zijn. Als ze weten welke kant het opgaat, is het van belang dat er een gezamenlijke en geen opgelegde zekerheid komt. Iedereen kan zich dan op een verdere toekomst voorbereiden. Waarschijnlijk is dat er een met statiegeld.
Voorkomen is het beste. Mevrouw Van Tongeren zei dat het het mooiste is als we in de supermarkt allerlei spullen zonder verpakkingsmateriaal kunnen kopen. Is dat wel mogelijk? Er zijn allerlei hygiëneregels en gemakszaken. Heeft de Staatssecretaris een overzicht van regels die dit tegengaan? Wellicht geeft dit aanleiding om een aantal daarvan te bekijken.
Bedrijven worden betrokken en dat is heel goed. Als we afval voorkomen maar ook anders waarderen, springen bedrijven daarop in. In de Achterhoek ken ik een bedrijf dat met resten van kunststof een uitstekend hergebruik weet te realiseren en zeer winstgevend is. Als men afval anders waardeert, kan men er iets mee.
Mevrouw Cegerek sprak over de ROVA en het project 100-100-100. De Staatssecretaris is daarmee bekend, maar misschien is zij ook bekend met het systeem dat de gemeente Winterswijk hanteert. Daar keert men de afvalinzameling om: de waardevolle zaken worden opgehaald en het grijze afval moet men zelf naar ondergrondse containers brengen. Dat geeft een prikkel. Dat is niet alleen een financiële, want je moet iets ondernemen waardoor je ervoor zorgt dat je minder afval hebt.
Ik zag een initiatief voor de recycling van incontinentiemateriaal. Ik verwijs naar een mislukt project in Gelderland waar ooit met subsidie van de provincie Gelderland zo'n bedrijf is opgezet. Wellicht kan voordat we er veel energie en tijd in steken, bekeken worden waar het daar mis is gegaan. Ik had de indruk dat dit was omdat er veel minder aanbod was dan men dacht. Wellicht dat de Staatssecretaris daar nog eens naar wil kijken voordat met gesprekken en initiatieven worden gestart.
De vergadering wordt van 11.27 uur tot 11.49 uur geschorst.
De voorzitter: We gaan weer beginnen. Ik gebruik nu een hamer. Ik heb dat als voorzitter van de commissie van Infrastructuur en Milieu nooit eerder gedaan, dus laat dat een waarschuwing zijn. We handhaven in de eerste termijn van de Minister de mogelijkheid van twee interrupties.
Staatssecretaris Mansveld: Voorzitter. Ik ben blij dat u een hamer moet gebruiken, dat betekent dat er in de zaal voldoende emotie en reuring is. Ik zeg altijd: afval is sexy.
Als ik de Kamer hoor, zijn we het unaniem eens over de doelen: ambitie, koploper, voorkomen van afval, niet hoeven opruimen. Er zijn wel verschillende ideeën over de manier waarop we bij de doelen komen. GroenLinks wil afval aan de voorkant verminderen. Daar ben ik het helemaal mee eens. Ik was echt diep onder de indruk van het 100-100-100-project in Zwolle. Ik probeer steeds over de bühne te brengen dat als mensen gedrag verinnerlijken – ze nemen zonnepanelen of gaan anders om met water – ze zich ervan bewust worden wat ze eigenlijk doen. Het bewustzijn over afval neemt dan ook toe. De heer Dijkstra gebruikte het woord «mentaliteit». We willen gedrag en mentaliteit beïnvloeden, maar dat is tegelijkertijd ook heel ingewikkeld.
De heer Smaling heeft het met zijn opmerking over de make-upwatjes voor elkaar dat ik elke ochtend als ik opsta en 's avonds voor ik naar bed ga aan hem moet denken. Ik vraag me af of ik een washandje moet gebruiken. Ik dank hem voor deze invloed.
De voorzitter: Zeg niet dat ik niet gewaarschuwd heb.
Staatssecretaris Mansveld: De dames aan deze tafel denken er wellicht ook zo over. Recycling en milieu zitten heel diep in ons. Ik kom zo terug op de circulaire economie en de manier waarop ik daar in Europa tegenaan kijk. 60 jaar statiegeld, sinds de jaren vijftig, roept in de samenleving een enorme emotie op. We hebben het over de Raamovereenkomst Verpakkingen en een heel breed beleid dat met heel veel partijen wordt ingezet, maar de seconde dat het woord «statiegeld» valt, lopen de gemoederen op en raken we blijkbaar een zeer nostalgische snaar. Statiegeld is heel effectief voor onder andere de petflessen. Ik begin mijn betoog met het statiegeld en het zwerfafval. Dan volgt de voortgang van de raamovereenkomst en VANG, de plastic tasjes en het overige, inclusief Waste Electric and Electronic Equipment LABel of EXcellence (WEEELABEX).
Statiegeld is voor veel mensen het woord als het gaat om verpakkingen, maar het gaat mij om de doelen. Ik wil dat Nederland voorop blijft lopen, dat we grondstoffenverspilling voorkomen, dat we producten en materialen zo lang mogelijk in ketens houden en dat we onze koploperspositie in recycling verder uitbouwen en zwerfafval voorkomen. Dat zijn simpelweg de doelen. Om die reden zijn we volop bezig met de circulaire economie: de keten sluit op alle manieren. In 2012 zijn verpakkingsafspraken gemaakt, specifiek over grote petflessen. Het bedrijfsleven zou voor deze stroom de keuzevrijheid krijgen als het voldeed aan de prestatiegaranties voor verdere verduurzaming van de keten. De Kamer weet dat aan één prestatiegarantie niet is voldaan. We hebben hier vorig jaar een debat over gevoerd en er is opnieuw naar gekeken. Ik heb besloten om het statiegeld niet vrij te geven. Ik wil graag dat de bestrijding van zwerfafval wordt geïntensiveerd. Ik kom daarom straks terug op retourpremies, de kleding et cetera.
Vorig jaar hebben we de combinatie gemaakt van het zwerfafval, de kleine flesjes en de blikjes. Hoe voorkomen we zwerfafval? Ik heb daar onderzoek naar gedaan en dat naar de Kamer gestuurd. De betrokken partijen zijn gevraagd na te denken over een creatieve aanpak van de petflesjes en blikjes, die is gericht op meer inzameling en bestrijding van afval. De manier waarop men daarmee omgaat, is een maatschappelijke sociale component en daarom laat ik in de pilotfase de manier waarop men dit wil invullen vrij. Ik ben benieuwd hoe het plan er voor 1 oktober uit gaat zien en hoe men die pilot invult. Ik ben het eens met mevrouw Cegerek dat we in 2017 moeten bekijken hoe de Raamovereenkomst Verpakkingen erbij staat en hoe de pilot loopt. Mevrouw Van Tongeren zei dat de pilot slechts in een paar gemeenten start, maar de pilots worden gestart voor minimaal 1 miljoen mensen in de verschillende gemeenten. Het is belangrijk dat de oplossingen komen van de plekken waar het moet gebeuren en dat gemeenten bekijken hoe de samenleving in hun gemeente in elkaar steekt. De konijnen van de kinderboerderij, de school en de kerk werden genoemd. Allerlei systemen kunnen werken. Het is belangrijk dat partijen gemobiliseerd worden en dat het gedrag wordt aangepast. Het gaat om een brede coalitie met niet alleen de VNG en het bedrijfsleven, maar ook met VNO-NCW, Natuur en Milieu en ngo's. Deze coalitie heeft met een effectief en simpel retourpremiesysteem een zeer constructief aanbod voor de inzameling van kleine flesjes en blikjes gedaan. Ik stel dat op prijs. De maatschappelijke partijen worden hierbij betrokken en er komt een pilot.
Het plan van aanpak is in oktober gereed. Ik deel dat met de Kamer. Het is goed als de Kamer ziet welke elementen daarin terugkomen. Op de publieke tribune zit een aantal mensen dat goed geluisterd heeft naar wat besproken is. Het gaat om een wisselwerking. Ik wacht het plan van aanpak af. Het is belangrijk dat we zo veel mogelijk recyclen, het zwerfafval reduceren en dat er een efficiënt systeem met gemak voor de consument is.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Eerst een korte mededeling: ik moet straks weg voor een tv-opname. Dat betekent niet dat GroenLinks niet geïnteresseerd is; een medewerker blijft meeluisteren.
Na vijf jaar is dit een eerste stapje. De pilot is voor twee jaar en met 40 gemeenten. Er zijn 200 gemeenten met mensen die misschien ook willen meedoen. Is het mogelijk om na één jaar een tussenevaluatie te houden en de pilot daarna uit te breiden?
Staatssecretaris Mansveld: Ik leg die vraag neer bij de partijen die het moeten doen. We kunnen een aantal vragen bij hen neerleggen. Ik ga niet op voorhand in de stand van drang en dwang. Het is belangrijk dat de twee jaar zo wordt ingestoken dat het iets bestendigs oplevert. We kunnen heel veel dingen willen, maar het gaat erom dat we het doel bereiken. Ik zie de nostalgie over statiegeld en het effect van 95% van de grote petflessen dat wordt geretourneerd, maar kinderen op de fiets hebben geen petfles van anderhalve liter in hun hand. Dan gaat het om een blikje of een klein flesje. Die stoppen ze niet in hun schooltas met de dop erop en ze vragen als ze thuiskomen ook niet of hun moeder die even in de krat met de flessen met statiegeld wil zetten. Ik ben heel blij dat de coalitie verbreed is. We moeten met de partijen bekijken hoe we het lokaal kunnen uitvoeren. Ik zal de vragen doorgeleiden, maar ik wacht het plan van aanpak af. Het gaat erom de stromen bij elkaar te krijgen en te voorkomen dat flesjes en blikjes worden weggegooid en dat ze zwerfafval worden.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Juist schoolkinderen zijn enorm goed te motiveren om een flesje mee naar school te nemen en het daar in een of andere bak voor een groen doel te stoppen. Ons doel verschilt niet, maar ons tempo wel. De Staatssecretaris heeft de afschaffing van het statiegeld weten te keren, daarvoor hulde. We zitten echter op hetzelfde punt als rond 2010. Ik zoek naar mogelijkheden om het doel vast te houden en het tempo te verhogen. Wellicht zijn er op andere plekken mogelijkheden om dit te doen. Wil de Staatssecretaris dat voorleggen? Een periode van twee jaar met 40 deelnemende gemeenten zet het voor de rest van Nederland stil. GroenLinks wil aandacht voor het tempo.
Staatssecretaris Mansveld: Er zit natuurlijk geen limiet aan het aantal gemeenten. Er is een voorstel gedaan en er komt een plan van aanpak. Ik stel mij voor dat de mensen die het plan van aanpak schrijven, aangeven op welke manier de verdere uitrol plaatsvindt. Ik zou ook graag willen dat het per 1 januari definitief ingaat en georganiseerd is, maar we zijn bezig met het gedrag van ons allemaal. We vertellen niet aan een kleine overzichtelijke branche dat ze iets moet doen en dat het dan allemaal goed komt, en dat we het verbieden als dat niet zo is. We hebben het over 17 miljoen Nederlanders die allemaal moeten meedenken. Ik wil dat we de stappen goed zetten. Als het kan met statiegeld, kan het ook met een retourpremiesysteem of andere systemen, zoals Plastic Heroes, of op andere manieren. We moeten bekijken of we op een innovatieve manier mentaliteit en gedrag kunnen veranderen, zodat we zwerfafval voorkomen en meer kunnen inzamelen en recyclen.
De heer Remco Dijkstra (VVD): De Staatssecretaris zei dat zij het statiegeld niet kan vrijgeven omdat aan één afspraak niet is voldaan. Vorig jaar hebben we zeven afspraken getoetst en nu vier. De afspraak was: geen pvc-houdende verpakkingen in de supermarkten. De relatie met de petfles is echter een raar geformuleerde prestatieafspraak. Vorig jaar ging het om iets van 100 artikelen op de 80.000 in een supermarkt, nu zijn er 134 gevonden. Het gaat om de verpakkingen van batterijen, een schaar, een pincet, wasknijpers, een gasaansteker en ledlampjes. Dat soort producenten moet veilig en goed verpakt worden. De afspraak hierover had nooit in de raamovereenkomst moeten komen. Het is een raar geformuleerde afspraak waaraan men nooit kan voldoen, ook niet in 2017 of 2030.
Staatssecretaris Mansveld: Ik heb in heel korte tijd twee keer met de branche gesproken. Iedereen heeft een handtekening onder de raamovereenkomst gezet. Als de heer Dijkstra vindt dat het achteraf niet de goede afspraken zijn is dat jammer, maar we gaan met de raamovereenkomst aan de slag. De branche en verschillende grote bedrijven hebben uitgelegd hoe het met pvc werkt. Zij zijn er van overtuigd dat zij de doelen uiteindelijk wel halen. Er staat een handtekening onder, dus dit is hoe het verdergaat. We moeten dit achter ons laten en ervoor zorgen dat de raamovereenkomst breed wordt opgevolgd. Ik ben blij dat er een initiatief van de gemeenten en de branche komt waardoor er naast de raamovereenkomst een retourpremiesysteem komt en dat men wil bekijken of dit werkt.
Werkt zo'n systeem ook voor kleding in andere stromen? Dat hangt ervan af, want het gaat om de dichtheid van de stroom en om wat bedrijven ermee kunnen. We gaan van afval naar grondstof. We moeten daarom kijken naar het verkrijgen van grondstof en niet alleen naar het weggooien van afval. Die denkstap moeten we maken.
De heer Remco Dijkstra (VVD): Ik ben blij dat de Staatssecretaris het met ons eens is en dat de raamovereenkomst belangrijk is om langetermijnafspraken met elkaar te maken. De betreffende afspraak is destijds een beetje raar geformuleerd. Daar kan men nooit aan voldoen. We gaan echter de goede kant op, dat is duidelijk. Kan de Staatssecretaris ingaan op alle prestaties die door het bedrijfsleven en de gemeenten zijn geleverd? Ik wil daar graag meer informatie over. Ik heb het gelezen, maar het is voor het publiek goed om te horen wat allemaal gedaan en gerealiseerd is. Er is over de verduurzaming van verpakkingen een heel positief verhaal te vertellen.
Staatssecretaris Mansveld: Het is belangrijk dat we in Nederland een ambitie hebben, dat we koploper zijn en willen blijven. Dat is een spannend element, want wij gaan andere landen laten zien op welke manier je tot heel hoge percentages recycling kunt komen en welke elementen in den brede met milieu, afval en grondstof te maken hebben.
Mevrouw Van Veldhoven (D66): De Staatssecretaris en ik zijn het met elkaar eens dat het gaat om het doel en dat statiegeld niet het enige middel is. Als zij niet gelooft dat schoolkinderen de flesjes gaan inleveren als ze daarvoor beloond worden, is het retourpremiesysteem ook geen oplossing. Laten we vaststellen dat we er wel in geloven en dat het een prikkel is die de schoolkinderen ertoe kan verleiden om de flesjes en blikjes netjes in te leveren. Er komt een plan van aanpak en dat wordt door een brede coalitie uitgewerkt. Dat is heel mooi. Het is ook mooi als we de geluiden uit de Kamer kunnen doorgeven. De mogelijkheid om individuen te laten deelnemen is al genoemd. Ik noem ook de mogelijkheid voor deelname door goede doelen. Het zou mooi zijn als je iets kunt inleveren voor het Wereldnatuurfonds, net als je nu met de statiegeldbonnetjes kunt doen. Een belangrijk randvoorwaarde is een goede nulmeting en het voorzien in een goede evaluatie, zodat we de effecten goed kunnen beoordelen. Wat kan de Staatssecretaris hierover zeggen?
Staatssecretaris Mansveld: Het laatste maakt onderdeel uit van het plan, want anders is een pilot wel een heel lastig middel. Ik kom terug op de schoolkinderen die op de fiets zitten. Als ze blikjes en flesjes weggooien, wordt dit zwerfafval. Ik wil graag stimuleren dat ze het mee naar school nemen, daar inleveren, er iets voor terugkrijgen en gezamenlijk werken aan een doel. Vragen of ze het in hun schooltas willen stoppen, het heel de dag bij zich houden en thuis aan hun moeder geven, is een lange weg voor een jongere.
Mevrouw Van Veldhoven (D66): Ik vind het antwoord over de nulmeting en de evaluatie helder. Geleidt de Staatssecretaris de ondersteuning van individuen en goede doelen door aan de partijen die het plan van aanpak uitwerken en geeft zij aan hoe ze daarmee kunnen omgaan? Het is een breed gedeelde wens van de Kamer om hier zicht op te hebben. Het is goed als we hier in het plan van aanpak antwoord op krijgen.
Staatssecretaris Mansveld: Ik zei net al dat de konijnenvereniging, de kerk en de sportvereniging ook een goed doel kunnen zijn. Ik laat dit aan de partijen, maar er kan sprake van een bredere inzet zijn. Die kan per gemeente verschillen, want het hangt af van de manier waarop sociale circuits in elkaar zitten of wat in een omgeving gewoon is. In het plan van aanpak mag wel een opmerking over individuen opgenomen worden. Als ze niet kunnen meedoen, waarom dan niet, en als ze dat wel kunnen, hoe dan? Dat kan op heel veel verschillende manieren. Ik ken het voorbeeld van een supermarkt die een bepaald percentage gaf, overvallen werd door de effecten en vervolgens het bedrag naar beneden bijstelde, waardoor de stroom niet afnam. Blijkbaar zijn er systemen te maken, maar het is belangrijk dat dit door de samenleving gebeurt. Ik geef hieraan sturing door een raamovereenkomst en systemen eromheen, maar uiteindelijk moeten de partijen het doen. Ik ben daarom blij dat de coalitie verbreed is.
Mevrouw Mulder en mevrouw Van Tongeren vroegen naar de borging van het statiegeld. We hebben dit debat al eerder gevoerd. In reactie op Kamervragen heb ik uitgelegd dat het statiegeldsysteem geborgd is. Er is geen aanleiding om het wettelijk te borgen. Het Afvalfonds Verpakkingen heeft een systematiek ontwikkeld. Op verzoek van de Kamer is de drempelwaarde in het Besluit beheer verpakkingen 2014 verhoogd van 15 naar 50 ton. In franchiseondernemingen wordt dit opgeteld. Daar kan niet apart geteld worden. De zorg is niet terecht, want bijna 100% van de markt voor grote petflessen wordt geproduceerd door aanbieders die boven de drempelwaarde van 50 ton zitten. Bovendien tellen ook andere verpakkingen die verkopers, vaak supermarkten, op de markt brengen mee bij die drempelwaarde van 50 ton. In reactie op de vraag van mevrouw Van Tongeren zeg ik dat we gaan experimenteren met de kleine flesjes. Ik vraag het Afvalfonds Verpakkingen om de afspraak van 2007, om statiegeld zonder mijn instemming niet af te schaffen, schriftelijk te herbevestigen en deze naar de Kamer te sturen.
Mevrouw Mulder vroeg op welke manier we de ambitie van de prestatieafspraken vasthouden. De prestatiegaranties waren gekoppeld aan het wel of niet vrijgeven van het statiegeld. Aan één van de prestatiegaranties is niet voldaan. De prestatiegaranties uit de raamovereenkomst die vrijgeven mogelijk maken zijn vervallen. De ambities die in de prestatiegaranties zijn verwoord, blijven wel overeind en zijn geborgd. Voor pet worden de hoogst haalbare doelen vastgesteld. Ik neem deze in regelgeving op. Voor recycling zijn de doelen in het besluit opgenomen. Voor gratis plastic tassen treedt vanaf volgend jaar een verbod in werking. Voor pvc blijven de supermarkten werken aan het uitfaseren. Dit is geborgd via de Verduurzamingsagenda van het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken (KIDV). In 2017 bekijken we of het stelsel van inzamelsystemen van kunststofverpakkingen verder verbeterd kan worden met als doel het verlagen van de milieudruk, het vergroten van het gemak voor de consument en het verlagen van de systeemkosten.
Mevrouw Dik-Faber vroeg naar de uitvoering van de motie Dik-Faber over het opnemen van de kleine flesjes in de milieueffectanalyse. Ik heb eerder gezegd dat ik bekijk of dit in lopende onderzoeken meegenomen kan worden. In de milieueffectanalyse kon dat niet. Een praktische reden was dat het onderzoek al in een vergevorderd stadium was en dat dit aspect niet meer kon worden toegevoegd. Vanuit de inhoud kon de vraag niet meegenomen worden omdat het onderzoek over de raamovereenkomstafspraken gaat. In het kader van het onderzoek naar zwerfafval is wel naar kleine flesjes gekeken.
Mevrouw Van Tongeren en mevrouw Van Veldhoven vroegen of de inzameling gecentraliseerd kan worden. Het is de vraag of centralisatie de juiste weg is. Hoe partijen dit willen doen, wordt nog uitgewerkt. De gemeenten hebben de regie en ik vind dat zij dit zelf moeten bepalen. Als gemeenten particulieren een rol willen geven, is het aan hen of dat de kinderboerderij of de sportvereniging moet zijn. Het is belangrijk dat we zo veel mogelijk recyclen. Er komt een plan van aanpak in oktober. Ik wacht dat af en stuur het door aan de Kamer. Men start in ieder geval met 40 gemeenten. Ik weet niet of er door al de aandacht meer gemeenten zijn die zich aansluiten. Ik hoop het stiekem wel. Het is belangrijk dat we starten.
Mevrouw Dik-Faber vroeg of er ruimte is om de kleine flesjes en blikjes toe te voegen aan het statiegeldsysteem en dit te onderzoeken. Het doel en niet het middel staat voor mij voorop. Ik wil meer recyclen en minder zwerfafval. Statiegeld voor de petflessen is een van de middelen om dat doel te halen. Het moet voor de consument, de sector en de gemeenten gemakkelijk zijn. Daarom werken de partijen samen aan een slimme oplossing om kleine flesjes en blikjes tegen een beloning in te zamelen. De milieubeweging steunt dit initiatief. Het is belangrijk dat de gemeenten zelf bekijken wat de begaanbare wegen zijn en wat de wijze is waarop ze het willen inrichten. Of en hoe ze supermarkten daarbij betrekken is aan hen. Ik gaf al het voorbeeld van een supermarkt die naast het statiegeldsysteem een inzameling heeft georganiseerd die bijzonder effectief bleek. Ik ben op zoek naar innovaties en nieuwe stappen die ervoor zorgen dat we al het afval bij elkaar krijgen en dat het als grondstof kan dienen. Het hoe laat ik aan de partijen.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Begrijp ik goed dat de Staatssecretaris niet uitsluit dat er pilots met statiegeld komen, mits partijen daartoe zelf het initiatief nemen? Ik vraag dit omdat de Staatssecretaris net zei dat zij de motie over het onderzoek naar de milieuwinst van de inzameling van kleine flesjes en blikjes niet kon uitvoeren, omdat het andere onderzoek al in een vergevorderd stadium was. We gaan dus aan de slag met een retourpremiesysteem, terwijl we niet weten wat de milieuwinst en het effect is als we dat tegen het statiegeldsysteem afzetten. Het is heel waardevol als die vergelijking er komt, zodat we op basis van goede informatie kunnen bekijken op welke manier we het doel dat we beiden nastreven zo effectief en snel mogelijk kunnen realiseren.
Staatssecretaris Mansveld: Ik sluit niets uit en verplicht niets. Er moet een plan komen. Ik wil weten welk plan de sector, gemeenten en aanpalende partijen als VNO-NCW en de milieubeweging maken en hoe ze dat verder willen dragen om de doelen te bereiken.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Het is fijn om te horen dat er mogelijkheden zijn, maar ik zet een stap verder. Is het niet belangrijk dat het onderzoek er komt? We gaan aan de slag met een retourpremiesysteem en meten wat de uitwerking voor het milieu, het zwerfafval en recycling is. Waarmee gaan we het vergelijken? Er is geen andere stroom om mee te vergelijken en te bekijken wat het beste werkt. Wil de Staatssecretaris ook niet graag weten hoe het systeem van statiegeld werkt, zodat we de systemen tegen elkaar kunnen afzetten?
Staatssecretaris Mansveld: Ik begrijp de weg die mevrouw Dik-Faber gaat, omdat ik weet hoe zij erover denkt. Ik blijf bij mijn antwoord dat ik niets uitsluit, maar dat ik ook niets ga verplichten. De gemeenten en de partijen die er dagelijks mee aan de slag gaan, moeten bekijken wat ze willen en hoe ze hun retourpremiesysteem inzetten. Als ze zelf bedenken dat ze het statiegeld meenemen, zie ik dat in het plan voor 1 oktober. Het statiegeld is niet vrijgegeven en de partijen hebben aangeboden om een retourpremiesysteem te onderzoeken. We moeten die stap honoreren. Het is heel constructief dat er naast de Raamovereenkomst Verpakkingen meegedacht is. Er komt een plan en dat wacht ik af.
Mevrouw Dik-Faber vroeg of ik bereid ben om de pilots door de ILT te laten toetsen. De aanpak wordt uitgewerkt door de betreffende partijen en er zullen afspraken over de evaluatie gemaakt moeten worden. Ik neem de suggestie voor een toetsing mee, maar bekijk of die door de ILT of door een andere partij gedaan wordt.
Mevrouw Dik-Faber heeft een vraag gesteld over de toetsing van prestatiegaranties. De ILT toetst al op prestatiegaranties. Daarnaast komt er jaarlijks een voortgangsrapportage uit waarin de afspraken worden gemonitord. De ILT handhaaft de afspraken die in de AMvB zijn opgenomen, zoals die over de recyclingpercentages.
Bij het onderwerp microplastics kijk ik automatisch naar mevrouw Mulder. Het plan voor de aanpak van zwerfafval gaat over zwerfafval op land. Microplastics is een punt van aandacht voor het water. Daarom neem ik ze mee in de Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM). Anders komen ze op een onlogische plek.
Ik kom op de voortgang van de Raamovereenkomst Verpakkingen. Omwille van de tijd begin ik met de recycling van glas en houten verpakkingen. De percentages dalen en dat heeft drie totaal verschillende redenen. Bij hout concurreert biomassa; er wordt minder aangeboden omdat er een alternatief is. Bij glas is er een veel betere monitoring; er wordt niet minder gerecycled, maar er is een beter systeem. Bij kunststof zien we dat het percentage bij huishoudens omhoog, maar bij de bedrijven omlaag gaat door een betere monitoring. De conclusie is dus niet dat alle cijfers naar beneden gaan. Er is naar de redenen gekeken en daaruit komen deze bevindingen naar voren.
Er werd gevraagd waarom de percentages voor de recyclestromen van hout en glas niet gehaald worden. Hout is een complexe stroom. De oorzaken voor de daling zijn veelzijdig, zoals de concurrentie van biomassa. Sommige berekeningsmethodieken laten zien dat verbranden met energieterugwinning beter is dan recycling. Er zit een wereld achter de cijfers. Voor glas gelden ook een aantal redenen. Zoals ik aangaf, is de hoofdreden de betere monitoring. De cijfers worden steeds preciezer en daardoor is er een daling van het percentage. Daarnaast is een deel van de keten voor glas nog steeds niet goed in beeld. Het bedrijfsleven werkt hieraan. Het Afvalfonds Verpakking zet stappen om de koploperspositie voor recycling van glas te realiseren. Vorig jaar is een campagne van start gegaan om de burger beter te laten scheiden. De ambities voor het huishoudelijk afval zijn hoog: we willen naar 75%. We weten dat in het restafval nog steeds veel glas zit. Het Afvalfonds Verpakkingen en de gemeenten zullen daar extra op inzetten. Bij de stromen van kunststof en andere materialen zitten we dichter bij de doelstellingen.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA): Is de Staatssecretaris bereid om met de sector naar nieuwe afspraken over hout te kijken? Als het allemaal zo complex en veelzijdig is en de sector zelf aangeeft dat zij meer wil hergebruiken, terwijl de Staatssecretaris zegt dat hergebruik niet altijd beter is dan meeverbranden, moet men er gezamenlijk uitkomen. Wat gaat de Staatssecretaris doen?
Staatssecretaris Mansveld: Mevrouw Mulder stelt een open vraag, maar ik geef als antwoord ja.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA): Wanneer gaat de Staatssecretaris dit doen en wanneer rapporteert zij de Kamer erover?
Staatssecretaris Mansveld: Eind dit jaar worden de eindresultaten verwacht, die ik zo snel mogelijk aan de Kamer doe toekomen.
De heer Dijkstra vroeg naar de monitorsystematiek voor houten pallets voor het onderdeel hergebruik. De Raamovereenkomst Verpakkingen volgt de definities van Europa. Conform die definities zijn afspraken over recycling gemaakt. De doelen worden gemonitord en getoetst door de ILT. Het gebruik van pallets valt daar niet onder.
De branche heeft een waarschuwing gekregen voor de inzameling van hout en moet in 2016 maatregelen treffen. De ILT zal in 2017 controleren of die maatregelen zijn getroffen. Als dat niet zo is, wordt er gehandhaafd. Men krijgt een herkansing en dan moet men goed gedrag laten zien.
Mevrouw Van Veldhoven vroeg of de acties in de voortgangsrapportage afdoende zijn om de daling van hergebruik en recycling van afvalverpakkingshout te keren. In de voortgangsrapportage heb ik aangegeven dat met de acties wordt ingezet op verschillende zaken, zoals het versterken van de businesscase voor recycling van afval van houten verpakkingen, het verbeteren van de bestaande monitoring en het verbeteren van de scheiding van verschillende houtsoorten. In de studie kijk ik naar de milieudruk van hoogwaardige recycling van afval van houten verpakkingen in vergelijking met de verbranding met energieterugwinning. Met deze acties wordt een goed begin gemaakt met het keren van de trend. Eerlijk gezegd verwacht ik dat dit niet van vandaag op morgen te regelen is, maar dat het een kwestie van een lange adem is. De Kamer wil graag dat dit soort dingen snel gebeurt, maar soms moeten we even lucht happen en een lange adem hebben.
De sector maakt brancheverduurzamingsplannen. De doelen zijn hiervan een onderdeel. Er worden doelen vastgesteld voor 2018 en in 2018 worden doelen vastgesteld voor 2022. Mevrouw Van Veldhoven vindt dat we na moeten denken over wat we na 2022 doen. Ik wil dat ook borgen, maar wacht de evaluatie van 2017 af. Dat is het brede antwoord op de vraag wat er na 2022 moet gebeuren. Tussen de evaluatie in 2017 en die in 2022 moeten we bekijken hoe we verdergaan. Het is onmogelijk om zonder afspraken verder te gaan, want daarvoor zijn we te ver op weg. 2015 is te vroeg. Eerst wil ik weten wat de evaluatie zegt en dan wil ik verder in de tijd kijken.
Op basis van het oordeel van de toetsingscommissie stelt het KIDV-bestuur de plannen vast en biedt mij die aan, zodat ze deel van het beleid kunnen uitmaken. Ik bereid de ministeriële regeling over verduurzaming voor. Er is discussie over het verschil tussen een AMvB en een ministeriële regeling. Wat mij betreft is het een kwestie van tempo. Ik heb geen bezwaar tegen een AMvB, maar dat betekent dat er vertraging in het proces komt. Voor mij is het geen principiële zaak, maar er zijn consequenties.
Voor 80% van de hoeveelheid verpakkingen die op de Nederlandse markt komt, is een plan voor de toetsing bij het KIDV ingediend. Voor het zomerreces, dus op heel korte termijn, worden mij deze plannen aangeboden en binnenkort worden ze vastgesteld. In het derde kwartaal zal ik de Kamer hierover informeren. Daarmee is niet gezegd dat de branches die geen plan hebben ingediend hun verpakkingen niet verduurzamen. Er zijn branches die andere instrumenten kiezen om te verduurzamen. Elk bedrijf dat verpakkingen op de markt brengt, moet voldoen aan wettelijke eisen. Die schrijven de verduurzaming van verpakkingen voor. Ik spreek branches hierop aan en vraag het KIDV om te inventariseren welke redenen de diverse branches hebben voor het niet maken van een plan. Ik wil eerst weten of geen plan ook geen verduurzaming betekent. Het is een optie dat ik het KIDV dan vraag om de achterblijvende branches zelf de hoogst haalbare doelen vast te laten stellen. Die zijn dan input voor mijn beleid.
Mevrouw Van Veldhoven vroeg hoe je de hoogst haalbare doelen borgt. In de AMvB staat een mogelijkheid om dit per ministeriële regeling te regelen. Daar wordt nu aan gewerkt. De Kamer heeft altijd de mogelijkheid om met mij in debat te gaan over brancheverduurzamingsplannen, de hoogst haalbare doelen en de AMvB. Ik zeg toe dat als de Kamer dat wil, de doelen in een AMvB vastgelegd kunnen worden in plaats van in een ministeriële regeling.
Mevrouw Mulder vraagt of ik nog wel een stok achter de deur heb. In de raamovereenkomst zijn goede afspraken over verduurzaming gemaakt. De brancheverduurzamingsplannen en de hoogst haalbare doelen komen eraan. De doelen worden gebruikt voor wettelijke verankering en daarop kan de ILT handhaven. Elk bedrijf moet voldoen aan de wettelijke eisen.
Mevrouw Dik-Faber vraagt hoe ik ervoor zorg dat ook naar het ontwerp van verpakkingen wordt gekeken. De verduurzaming is belegd in de afspraken in de raamovereenkomst en daarvoor is het KIDV opgericht. Het ontwerp van verpakkingen is onderdeel van de brancheverduurzamingsplannen. Een van de Kamerleden vraagt of we niet naar een verpakkingsloze omgeving kunnen. Ik dacht dat we in Groningen de enige verpakkingsloze winkel hadden, maar dat is helemaal niet waar, want er zit er ook al een in Utrecht. Die ontwikkelingen zijn gaande. Omdat wij en de mensen op de tribune waarschijnlijk iets meer weten over de raamovereenkomst, recycling en verpakkingen denken wij dat er heel veel zonder verpakking op de markt kan komen. Dat gebeurt ook. Eigenlijk moeten we dus niet het ontwerpen van verpakkingen stimuleren, maar dat er geen verpakking is. Het ontwerp van verpakkingen is onderdeel van de brancheverduurzamingsplannen.
Mevrouw Cegerek vraagt of er nieuwe, ambitieuze doelen in de raamovereenkomst komen. Ja, de doelen zijn afgesproken tot 2022. De afspraken zijn zo gemaakt dat hogere doelen mogelijk zijn. Daar is ruimte voor. De gemeenten zijn binnen VANG en voor het huishoudelijk afval hard op weg naar betere afvalscheiding. De raamovereenkomstafspraken dragen daaraan bij. Wat mij betreft komen er na 2022 nieuwe afspraken, maar mevrouw Van Veldhoven is daarmee wel heel vroeg.
Mevrouw Van Veldhoven (D66): De Staatssecretaris wil nog niet vastleggen welke afspraken er na 2022 komen, maar wel dat er verdere afspraken komen. Kan ik haar verleiden tot de uitspraak dat er na 2022, voordat het statiegeld wordt vrijgegeven, een borging komt? Als in 2017 is geëvalueerd, is de stok achter de deur weg. Voor mij is dit een voorwaarde.
Staatssecretaris Mansveld: Nieuwe afspraken maken betekent voor mij dat de ambitie omhoog moet, want die kan niet naar beneden. Ik heb het statiegeld niet vrijgegeven, punt. Er is een raamovereenkomst die tot 2022 loopt. Er komt in 2017 een evaluatie en dan kan bekeken worden wat we na 2022 verwachten. Het is raar als we iets afsluiten wat minder ambitieus is. Ik kan me voorstellen dat we dan wellicht op andere zaken focussen, want het is de vraag hoe het er dan voorstaat. Hebben we de doelen gehaald, waar lopen we hard, waar blijven we achter? Juist voor de achterblijvende ontwikkelingen wil je dan nieuwe afspraken maken. Zo sta ik erin.
Mevrouw Van Veldhoven (D66): De Staatssecretaris zegt dat we van de branche een inspanning blijven vragen. Het is niet zo dat we kunnen stoppen als we de doelen van de raamovereenkomst halen. Er moet een blijvende verbetering zijn, die op andere terreinen kan liggen. De Staatssecretaris zei dat de branches die geen verduurzamingsplan hebben ingediend, wel verduurzamen. De afspraak was niet om wat duurzamer te worden, maar om de hoogst haalbare doelen na te streven. Dat geldt dus voor alle branches. Ik ben blij dat de Staatssecretaris toezegt dat een AMvB mogelijk is. De Kamer kan die heel snel behandelen en dan hoeft er nauwelijks vertraging op te treden.
Staatssecretaris Mansveld: Ook dat is een toezegging.
De voorzitter: Over een snelle behandeling, Staatssecretaris?
Staatssecretaris Mansveld: Ik kijk neutraal. Het is voor mij geen halszaak.
Voorzitter. Het is een mooie ontwikkeling dat ook drankkartons gerecycled worden. 50% van de gemeenten zamelt deze ondertussen in. Dat aantal groeit. Het is aan de marktpartijen om een afweging te maken over de capaciteit van de verwerking. Die zijn daartoe goed in staat. Een aantal leden constateerde al dat er blijkbaar een markt is en dat bedrijven zich op die markt begeven. De bedoeling is dat de bedrijven bekijken of ze hun businesscase rond kunnen krijgen. Ik laat dit graag aan hen.
Wil ik onderzoek laten doen naar het ophogen van de vervuilingsgraad van kunststofafval naar 10%? Dit is niet wenselijk. Als we toe willen naar een circulaire economie is recycling van grondstoffen een vereiste. Het is niet goed uit te leggen dat we streven naar recycling van kunststoffen als we aan de andere kant toestaan dat 10% van die stroom van ander materiaal mag zijn. In de Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen (EVOA) wordt een 2%-norm gehanteerd. Het materiaal is lastig uit te voeren. Daarom is het aantrekkelijker om in Nederland ingezameld kunststof ook in Nederland te sorteren en te recyclen. Je kunt dus stellen dat de norm de Nederlandse recyclingindustrie helpt.
Mevrouw Dik-Faber wil graag het doel van 60% gerecyclede pet opnemen in het brancheverduurzamingsplan van de frisdranksector. Nog voor het zomerreces zal het brancheverduurzamingsplan verschijnen. Ik gebruik dit als input voor het beleid. Op voorhand zeg ik dat het percentage gerecyclede pet voor de gehele sector haalbaar moet zijn. Daarbij moet rekening gehouden worden met de productkwaliteit, maar moet het plan wel ambitieus zijn. Er wordt getoetst of het ambitieus genoeg is.
Ik erger mij persoonlijk ook aan de tandpastadoosjes. Als de tandpasta in een tube zit, waarom moet er dan een doosje omheen? Blijkbaar denkt men bij bepaalde merken nog steeds dat dit moet. Ik heb een aantal van dit soort verpakkingen laten zien op een congres van het KIDV. Het is belangrijk dat branches dit meenemen in hun brancheverduurzamingsplannen en daarin de hoogst haalbare doelen stellen. Zodra deze branche haar plan heeft vastgesteld, hoop ik te zien dat er iets aan wordt gedaan. Ik hoop ook altijd dat er meegeluisterd wordt, want er moet, in lijn met wat de VNG zegt, preventie voor het creëren van afval zijn. Dit is bij uitstek preventie.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Ik vraag me bij zo'n verpakking niet af waarom ze dat doen. Vanuit marketing wordt gedacht dat verpakken verkopen is. Een fabrikant in een bepaald segment denkt dat hij op deze manier de hoogste opbrengst met zijn product krijgt. Daar zitten gewoon Excelsheetjes achter. Kan binnen het concurrentieveld, waarbinnen de ene tandpastafabrikant zich wil onderscheiden van de andere en daar allerlei modellen op loslaat, verwacht worden dat de bedrijven zich inhouden en de concurrentie meer ruimte geven? Dat is een naïeve gedachte. Kunnen we concrete actie afdwingen? Ik heb het gevoel dat dit moet.
Staatssecretaris Mansveld: Eerst worden de hoogst haalbare doelen geformuleerd, dan komt zoiets aan het licht en zie je waar het probleem ontstaat. Ik vind mezelf niet naïef. Ik ben blij dat ik blijkbaar marketingprikkels kan weerstaan en dat die dus niet helemaal werken. Ik wil bekijken op welke manier de hoogste haalbare doelen en de verduurzamingsplannen eruit komen te zien. Mevrouw Ouwehand kent nu mijn persoonlijke mening.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Ik heb er veel waardering voor dat de Staatssecretaris ongevoelig voor marketing is, maar de modellen zijn erop gericht om de gemiddelde consument te verleiden om de producten te kopen. De Staatssecretaris is geen gemiddelde consument: ze is hoog geïnformeerd en betrokken bij het milieu. Ik ken haar dynamiek. Ik trap er ook niet in. De marketingjongens zijn er echter niet uit op mevrouw Mansveld en mij over te halen, want ze gaan ons toch niet voor zich winnen. We zijn hard to get. Dat is mooi, maar hoe zorgen we ervoor dat de marketingspelletjes niet ten koste gaan van het algemene doel van duurzaamheid en dat de Staatssecretaris het goed in de hand houdt? Er is meer nodig dan een algemene oproep aan de sector. Die doet namelijk geen recht aan de onderlinge gerechtvaardigde concurrentiebelangen. Dat zullen altijd heel sterke prikkels zijn, die wij met een oproep niet wegnemen.
Staatssecretaris Mansveld: Dit filtert zich vanzelf uit met de hoogst haalbare doelen en de brancheverduurzamingsplannen. Dat is de weg om dit zichtbaar te maken en te kunnen bestrijden.
Ik dank de heer Dijkstra nadrukkelijk voor het zespuntenplan. Ik heb er even doorheen gebladerd. Ik beloof dat ik er uitgebreid op reageer. Ik zie er aantrekkelijke dingen in staan, maar ook een paar punten waarbij ik vragen heb. Het is prettig dat iedereen vanuit zijn eigen invalshoek met een plan komt en laat zien wat hij belangrijk vindt. Er wordt weleens gezegd dat niet de bestemming, maar de reis ernaartoe belangrijk is. Het plan is zeer waardevolle input voor de reis ernaartoe.
Door het circulaire economiepakket, dat als het goed is nog dit jaar geleverd wordt, staat de circulaire economie ook op de EU-agenda. Dat is een van mijn prioriteiten, niet alleen voor het voorzitterschap, maar ook voor het bewustzijn dat je milieu en economie bij elkaar kunt brengen om stappen vooruit te zetten. De discussie zal voornamelijk gaan over faciliteren en vooruithelpen, omdat we net starten en het pakket er net ligt. Nederland heeft ervaring, kennis, technologie, capaciteit en de jaarlijkse Innovatie-estafette en de partijen die zich daarbij aan willen sluiten. Dit alles staat voor mij hoog op de agenda. Een North Sea Resource Roundabout kan een mooi voorbeeld van een Europese green deal zijn. Er is vanuit Brussel veel aandacht voor het begrip «green deal» en voor bijvoorbeeld de Safety Deal. We kunnen allerlei deals bedenken, maar de andere landen kijken naar de manier waarop we mensen en afspraken aan elkaar verbinden en niet gelijk in een subsidierelatie en oude systemen vervallen. Brussel heeft aan een deel van mijn ambtelijk apparaat gevraagd om hierover een presentatie te geven. Dat is ook gebeurd. We zien dat iets dan breder landt.
Het programma Ruimte in Regels voor Groene Groei (R2G2) is samen met Economische Zaken ingesteld om knelpunten rond de circulaire economie op te pakken. Sinds 2013 zijn 155 belemmeringen in behandeling genomen. 68 zijn afgerond en voor 38 belemmeringen is VANG gestart. In 2015 worden alle belemmeringen die in 2014 zijn binnengekomen onderzocht. De afhandeling in gang. Het is heel goed om knelpunten concreet naar belemmeringen terug te brengen en er heel praktisch naar te kijken.
Mevrouw Van Veldhoven en de heer Smaling vroegen naar de monitoring van VANG. Zoals ik in de Tussenbalans Groene Groei heb aangegeven, zet het kabinet in op het ontwikkelen van een einddoel en tussendoelen. In de volgende rapportage over VANG worden per actie de partijen, de deadlines, indicatoren en instrumenten genoemd. Ik steun de ideeën van de twee fracties om dit uit te breiden.
De heer Smaling (SP): Kan gedifferentieerd worden wat werkt vanwege wetgeving en wat werkt vanwege een groeiend enthousiasme bij bepaalde delen van de bevolking? Het is zinvol om die aanvulling te maken. De vraag is niet om alles tot de laatste euro te kwantificeren, maar om te kijken naar de drijvende krachten achter verandering. Soms is dat wet- en regelgeving, soms is dat gedragsverandering, soms is het beide. Dit sluit aan bij de wijze waarop de Staatssecretaris haar betoog begon: dat niet alles van wet- en regelgeving hoeft te komen.
Staatssecretaris Mansveld: Ik vind dit ook een belangrijk onderscheid, maar het is belangrijker dat in de rapportages betrouwbare indicatoren staan. Als er betrouwbare informatie over te verkrijgen is, zal ik die indicator meenemen.
De heer Smaling (SP): Ik ga ervan uit dat betrouwbaar geen issue is. Statistische verantwoording hoeft niet altijd rocket science te zijn.
Staatssecretaris Mansveld: Als de heer Smaling vraagt om een doel-middelenrelatie moeten we die goed formuleren. Het hoeft geen rocket science te zijn, maar wat we opschrijven moet wel goed traceerbaar en duidelijk correct zijn. Een doel-middelenrelatie is best een claim.
Mevrouw Van Veldhoven is de acties 27 en 28 over biomassa in VANG kwijt. Deze acties zijn niet vervallen. Alle acties voor biomassa zijn samengevat in ketenbrede aanpak 26. In 2015 wordt een plan van aanpak voor hergebruik van biomassa opgesteld. Ik hoop dat hiermee 27 en 28 weer in beeld zijn.
De heer Smaling vroeg naar de relatie tussen het LAP en VANG. Het afvalbeleid zoals dat is opgenomen in het LAP en de voorgangers daarvan, richt zich al jaren op de vermindering van storten en verbranden en het stimuleren van recycling. Ook het huidige LAP streeft voor veel afvalstromen recycling na. Met de tweede wijzing van het LAP wordt laagwaardige verwerking in het buitenland tegengehouden wanneer recycling in Nederland mogelijk is. Dit ondersteunt het sluiten van de kringloop en het realiseren van innovatieve recyclingtechnieken en past daarmee geheel binnen de doelen van VANG. Met het beleid van het LAP, met name met het daarin opgenomen hoofdstuk ketenaanpak, is de laatste jaren veel ervaring opgedaan op het gebied van afval- en materialenbeleid. Geleerde lessen zijn weer een belangrijke input voor de onderdelen van VANG. De ontwikkeling van LAP3 is inmiddels in gang gezet. Hierin wordt een verdere integratie tussen het afvalbeleid van het LAP en het programma VANG bewerkstelligd.
De voorzitter: Ik heb wat dienstmededelingen. Mevrouw Mulder moet zo naar de plenaire zaal in verband met het VAO Bedrijfslevenbeleid en innovatie. Dat begint rond half twee. Ik attendeer de leden erop dat er om kwart over een regeling van werkzaamheden is. Dan denken de mensen op publieke tribune niet dat de leden zomaar weglopen. Het derde punt is dat mevrouw Van Veldhoven een VAO aanvraagt.
Mevrouw Van Veldhoven (D66): Dat had ook straks gekund hoor, maar ik wil mijn collega's daar alvast mentaal op voorbereiden.
De voorzitter: En de Staatssecretaris ook.
Staatssecretaris Mansveld: Verschillende commissieleden stelden vragen over de plastic tassen. Ik zet me in voor de circulaire economie waarin geen afval ontstaat en heb dit met mijn aanpak van plastic tassen voor ogen. Het betekent minder afval op het strand en geen losse zwevende tasjes in de struiken, in de straten en in de steden. Om hiertoe te komen, voer ik een verbod in op het weggeven van gratis plastic tassen. Mijn ambitie is dat er minder plastic tassen worden gebruikt en meer tassen worden hergebruikt. Ik ben blij dat er op Europees niveau stappen zijn gezet, dat de wijziging van de richtlijn definitief is en dat die in heel Europa voor een reductie gaat zorgen. Ik sluit me aan bij de richtlijn en de daarin genoemde kaders.
Enkele leden vroegen naar een uitzondering voor biobased en biodegradable tassen. Ik ben niet voornemens die uit te zonderen, omdat biobased of composteerbare tassen geen oplossing zijn voor het zwerfafvalprobleem. De EU biedt overigens geen mogelijkheid om deze tassen uit te zonderen. Bovendien geven producenten aan dat de prijs van deze bioplastic draagtassen tweeënhalf tot vijf keer duurder is dan de conventionele plastic tas uit fossiele grondstoffen. De vraag is of winkeliers die überhaupt willen verkopen. Het is een uitdaging voor de consument, want biobased tassen mogen doorgaans niet in de gft-bak, composteerbare tassen mogen niet bij het restafval en fossiele tassen moeten in de Plastic Heroes-bak. Ik werk de regeling verder uit en zal die na de zomer aan de Kamer voorleggen.
Mevrouw Dik-Faber vroeg of ik eisen wil stellen aan het aandeel biogrondstoffen in de tassen. Het verbod heeft betrekking op gratis plastic tassen en de richtlijn schrijft niet voor van welk materiaal die tassen moet zijn. Ik houd me aan de richtlijn en ben niet voornemens om eisen aan de samenstelling van de tassen te stellen.
De heer Smaling heeft gevraagd of een uitzondering op het verbod op gratis plastic tassen leidt tot vertraging van de invoering van het verbod. Na de zomer wordt de Tweede Kamer een ontwerpregeling aangeboden en vindt een internetconsultatie plaats. Vooralsnog voorzie ik geen vertraging van de invoering van het verbod per 1 januari 2016.
Ik kom bij een grote stapel overige onderwerpen, de varia. De heer Dijkstra en mevrouw Van Veldhoven vroegen naar de brandbrief van de MRF. Ik heb de MRF begin deze week een antwoord gestuurd. Ik ben ingegaan op de naar voren gebrachte problematiek. Per 1 juli zijn er voldoende gecertificeerde verwerkers, zeker 15 bedrijven en 22 verwerkingsstromen. Het WEEELABEX is complex, maar niet onmogelijk. Veel verwerkers zijn er in geslaagd om een certificaat te behalen. 95% van de beschikbare verwerkingscapaciteit heeft dat gedaan. De periode van anderhalf jaar om te certificeren is dus voldoende gebleken. Het ontbreken van Nederlandse lead auditors is geen beletsel gebleken. Er zijn al twaalf Nederlandstalige auditors. De kosten kunnen oplopen, maar dit is afhankelijk van het kwaliteitsniveau dat het bedrijf voor certificering heeft. Uitstel is ingewikkeld. Het is niet te rechtvaardigen tegenover de bedrijven die wel in een vroeg stadium de moeite hebben genomen om de certificering rond te krijgen. Bedrijven die nog niet aan de certificering zijn begonnen, hebben aan een halfjaar tijd ook niet voldoende. Als een aantal bedrijven het goed doet, moet je de termijnen niet veranderen. Dat is niet fair voor degenen die hun zaken op orde hebben.
De heer Remco Dijkstra (VVD): Zo'n brandbrief stuurt men niet voor niets. We willen natuurlijk graag dat iedereen gecertificeerd is, maar er zijn in het proces onvolkomenheden opgedoken. Het duurt langer, het is duurder en het is ingewikkelder. Dat moet de Staatssecretaris toch erkennen. In de brief is zij heel erg streng. In de laatste alinea, ik denk dat die later is toegevoegd, geeft zij gelukkig een opening. Daarin zegt zij dat zij zal bezien op welke wijze tegemoetgekomen kan worden aan de certificeringsplicht en wat zij met de ILT doet. We willen graag gecertificeerde bedrijven die netjes en fatsoenlijk verwerken, maar we werken wel samen. Het gaat mij te ver als de ILT al vanaf 1 juli boetes gaat opleggen aan mensen die nog in het proces zitten of die dat voor 31 december hebben afgerond. We moeten het goede belonen en de deadline naar het eind van het jaar uitstellen.
Staatssecretaris Mansveld: Het is belangrijk dat we de handhaving niet opjagen, maar het is niet goed als we de deadline verzetten. Daarmee geef ik aan dat er een beperkte ruimte is.
Iemand sprak over tweewielers en dan denk ik meteen aan een fiets. Is er een milieuprobleem met het afdanken van brom- en snorfietsen? Ja, er is een milieuprobleem. In overleg met Scooter Recycling Nederland (SRN) is bekeken wat we hieraan kunnen doen, zonder veel regels op te tuigen of langdurige wetswijzigingstrajecten in te gaan. De meest kansrijke optie is het naar voren halen van het moment van afmelden in de Online Registratie Autodemontage (ORAD). Deze optie wordt de komende tijd met de betrokkenen uitgewerkt.
Ik ben geen expert in de manier waarop kassasystemen werken. Sommige winkeliers hebben een systeem waarbij ze aan het eind van de dag de kas moeten opmaken en dingen moeten uitdraaien. Ik neem het op met mijn collega die over fiscaliteit gaat. Als de klant een bon wil, kun je hem niet weigeren. Ik zeg heel vaak dat ik geen bon wil en dan hoeven ze hem ook niet uit te printen. Het uitdraaien van bonnen gebeurt om zwartwerken tegen te gaan. Ik ga na of er mogelijk een probleem is en zal dit aan de Kamer laten weten.
Mevrouw Cegerek vroeg of de retourpremies ook voor andere stromen kunnen gelden. In een circulaire economie heeft afval waarde en daarmee is het een grondstof. Ik wil samen met de ketenpartijen alle ketens zo veel mogelijk aanpakken. Elke afvalstroom vraagt om maatwerk, waarbij ideeën en oplossingen uit de industrie en de samenleving komen. De industrie en de samenleving moeten het in praktijk brengen. Vergoedingen kunnen daarvan een onderdeel uitmaken, maar zijn voor mij geen uitgangspunt. Mijn doel is dat de keten gesloten wordt. De vraag is hoe je dat het beste voor elkaar krijgt. Er is een uitvoeringsprogramma vastgesteld voor een meer gescheiden inzameling van het huishoudelijk afval. Daarin is afgesproken dat we dit jaar starten met de doorlichting van de kunststofketen. Kunststof speelgoed maakt hier bijvoorbeeld deel van uit. Men bekijkt of het helpt om daarvoor een retourpremie toe te passen. Er wordt heel sec bekeken of een retourpremie voor een bepaalde sector of stroom helpt. Ik ga ook aan de slag met het sluiten van de keten voor kleding. De vraag is of er sprake is van een economische businesscase, of een bedrijf zo kan draaien. Een structurele retourpremie kan daarbij in beeld komen. We moeten steeds bekijken op welke manier de keten kan worden gesloten en of een retourpremie daaraan een positieve impuls kan geven.
Bij de AVI's moet ik altijd aan de SP denken. Dat is min of meer te danken aan de heer Van Gerven. Er is veel geïnvesteerd in de AVI's. Het zijn bedrijven en daarom is overheidsingrijpen niet gewenst. Het geïmporteerde afval wordt anders in het buitenland gestort, terwijl het in Nederland voor een deel dient voor energieterugwinning. In de transitie naar een circulaire economie zie ik de bestaande restcapaciteit als tijdelijk. De mogelijke belemmering van de regelingen wordt tegengegaan. Ik heb deze discussie al een paar keer met de Kamer gevoerd. De bedrijven zijn er en willen dat hun businesscase werkt. Uit het buitenland wordt afval aangevoerd. Ik herhaal elke keer dat de bedrijven draaien en dat dat ook moet. Dat is hun goed recht en ik ga daar niet publiekelijk op ingrijpen.
Mevrouw Van Veldhoven vraagt of de gemeente vergunningen kan weigeren voor een AVI en zo ja, op welke gronden. Dat kan op basis van de ruimtelijke ordening, via het gemeentelijke en provinciale bestemmingsplan of andere ruimtelijke ordeningsplannen, of op basis van lokale milieueffecten. Er is geen grond om te weigeren op grond van landelijke capaciteit. Het gaat om gronden die in de vergunningverlening door de lagere overheid betrokken mogen worden.
De heer Smaling vraagt op welke termijn de capaciteit afneemt. Er is inderdaad een overcapaciteit, maar die heeft een positief effect op het verbranden van afval dat anders elders wordt gestort. De capaciteit is een tijdelijke situatie in de transitie naar een circulaire economie. Het systeem zal dit zelf sturen.
Mevrouw Dik-Faber vroeg of ik verplicht nascheiden wil voorschrijven. Uit de onderzoeken van ILT en Tauw blijkt dat voorscheiden goed werkt. Wel moeten een aantal gemeenten dit nog beter doen. Dat is begrijpelijk omdat de regeling nog nieuw is. Mijn prioriteit is een betere implementatie. Veel gemeenten zijn er druk mee bezig. Dit levert meer op dan verplicht nascheiden. Dat is juist geschrapt, omdat het geen garantie voor meer recyclen was. Ik geef eerst bestaande regelingen een kans en ga nog niet terug naar verplicht nascheiden.
Ik denk al snel in Europees verband en aan het uitoefenen van invloed op 27 andere staten, maar de Benelux is er ook nog. Soepeler transporteren over de grenzen is inderdaad nodig. Ik ben met de Noordzeelanden bezig om procedures te stroomlijnen en de grondstoffenrotonde op te zetten. België is daarbij betrokken. Het transport in de Benelux zal hiervan profiteren. Ik vond de opmerking interessant, want omdat Luxemburg voor ons voorzitter is, kom ik mijn collega heel vaak tegen. Ik zal dit met haar bespreken.
De kabinetsreactie op het WRR-rapport Naar een voedselbeleid komt na de zomer. De vraag over voedselverspilling is betrokken bij de monitoringssystematiek die het bedrijfsleven stimuleert om verspilling te reduceren. De Nederlandse supermarkten doen al heel veel, bijvoorbeeld door de slimme inkoop van producten, het goedkoper aanbieden van producenten die tegen de houdbaarheidsdatum aan zitten en door samenwerking met voedselbanken. Regelgeving is niet per se effectiever, maar kan wel extra lasten met zich meebrengen. Samen met Staatssecretaris Dijkstra van Economische Zaken ga ik in gesprek met het bedrijfsleven over de meerwaarde en de maatregelen die genomen kunnen worden. De reactie op het voedselbeleid komt via het Ministerie van EZ naar de Kamer.
Eén certificeringsautoriteit voor biomassa is een interessante gedachte, maar dan niet nationaal maar in Europees verband. We ontwikkelen op dit moment een interdepartementale visie op de duurzame inzet van biomassa voor een klimaatneutrale en circulaire economie. Daarbij worden ook duurzaamheidscriteria en borgsystemen na 2020 meegenomen. De Kamer kan deze eind 2015 verwachten, maar ik bekijk wat we met de vraag kunnen doen. Ik zou dan de stap naar een Europese certificering willen zetten.
Wat is de stand van zaken van de motie over de ballonnen? Mevrouw Ouwehand zei het zelf: je ziet de effecten. Er worden minder ballonnen opgelaten. Gemeenten informeren burgers over alternatieven voor ballonoplatingen. Dat is belangrijk, want dan overwegen stichtingen en mensen een alternatief. Dit heeft dus een maatschappelijk effect en draagt bij aan de bewustwording. In aanloop naar Koningsdag 2015 hebben veel gemeenten de signalen overgenomen, zoals mevrouw Ouwehand constateerde, en de Oranjecomités verzocht geen ballonwedstrijd of -oplatingen te organiseren. Amsterdam is de eerste gemeente die sinds kort middels de evenementenvergunning het oplaten van ballonnen verbiedt. Ook in Gouda is er een verbod op ballonoplatingen. Het uitdelen van ballonnen gevuld met helium is opgenomen in de evenementenvergunning. Dit is de goede weg. De vergunning wordt niet in Den Haag aangevraagd, maar in een gemeente. Ik zal bekijken op welke manier bedrijven geïnformeerd worden en of dit via gemeenten gaat. De kracht zit in de herhaling. Ik moet denken aan de brief over asbest die wij elk jaar in september aan de scholen versturen in de hoop dat de nieuwe ouderraden bedenken dat ze in een dergelijk gebouw zitten. Het gaat om de bewustwording.
Volgens mij hebben we anderhalf jaar geleden al eens over ongevraagd reclamedrukwerk gesproken. De particulier heeft hierin zelf de keuze. Ik heb zelf inmiddels ook een ja-neesticker op mijn brievenbus en die heeft een enorm effect. Ik schrik van de onnodige zaken die je zonder zo'n sticker krijgt. Ik begrijp dat er ook mensen zijn die die informatie helemaal niet onnodig vinden, maar het heel belangrijk vinden om de aanbiedingen van de supermarkt in de brievenbus te krijgen. Ik wil het systeem niet omdraaien, maar de burger de keuze geven.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Dat is prima. Dat is ook mijn voorstel. Het verschil is dat je kiest voor opt-out. We hebben met betrekking tot ons e-mailverkeer allang voor opt-out gekozen. Bij opt-out is het standaard dat je geen ongevraagde dingen krijgt, tenzij je kiest voor een nieuwsbrief per e-mail of voor gedrukte post. Kunnen we het niet omdraaien? De keuze blijft, iedereen mag het zelf weten, maar de standaard wordt dat je drukwerk niet ongevraagd krijgt. Nu moeten mensen moeite doen om het niet in de bus te krijgen. Het alternatief is milieuvriendelijker en doet niets af aan de keuzevrijheid.
Staatssecretaris Mansveld: Ik hoop dat er uiteindelijk heel andere wegen zijn en dat bijvoorbeeld het internet dit overneemt. Ik wil het tot die tijd laten zoals het is en het niet omdraaien. Als je belang hebt bij de folders, vind je het prettig om ze gewoon te krijgen en er niet om te hoeven vragen. Ik handhaaf het huidige systeem in de hoop dat we langzaam maar zeker zien dat digitale informatiesystemen het overnemen.
De heer Houwers vroeg of ik de ervaringen over incontinentiemateriaal in de provincie Gelderland wil meenemen. Die worden meegenomen.
De discussie over een groen bnp hebben we ook eerder gevoerd. Tijdens het algemeen overleg Groene groei heeft Minister Kamp zijn visie daarop gegeven. Ik wil niet flauw doen, maar die mening is de Kamer bekend. Ik herhaal niet wat de heer Kamp heeft gezegd, want het is het kabinetsstandpunt. De Kamer heeft de discussie al verschillende keren met mijn collega gevoerd. Die moeten we niet op verschillende plekken opnieuw voeren.
De voorzitter: De tweede termijn moet heel kort zijn, want we ronden het debat precies om 14.00 uur af. Ik stel voor een spreektijd van anderhalve minuut à twee minuten per fractie te hanteren.
De heer Remco Dijkstra (VVD): Voorzitter. Dank aan de Staatssecretaris voor alle antwoorden. Het was inderdaad een heel spannend algemeen overleg dat ook spannend moet eindigen. De Staatssecretaris zit op de goede lijn, zeker met het positieve langetermijnverhaal over de Raamovereenkomst Verpakkingen en het statiegeld dat niet wordt uitgebreid. Het doel wordt centraal gehouden en men moet niet verknocht raken aan een middel dat maar 6% van het volume oplevert.
Begrijp ik goed dat de recycling van brom- en snorfietsen analoog aan die van de auto-inzameling loopt? De VVD wil geen extra regels en wil hobbyisten alle ruimte laten, maar als het analoog aan de autoregeling loopt, werkt het dan? Is er dan een positiever milieueffect? De importeurs betalen een recyclingbijdrage, maar zien het plastic en het schroot niet terug. Ze weten ook niet waar de olie en de accu's blijven. Als de importeurs daarvoor betalen en we een win-winsituatie willen creëren tussen een systeem waarvoor betaald wordt en milieuwinst, doe dan net als met de auto's en hanteer bijvoorbeeld een 25-jaarsgrens. Na de termijn kun je in eigen beheer slopen en voor de termijn kun je een brom- of snorfiets bij een erkend bedrijf afmelden. Dat lijkt mij wel zo netjes.
Tot slot maak ik de Staatssecretaris complimenten voor al het werk dat zij verricht.
Mevrouw Van Veldhoven (D66): Voorzitter. We delen met de Staatssecretaris het doel. We moeten grondstoffen beter inzamelen en beter hergebruiken. Het is mooi om te zien dat we elk algemeen overleg stappen zetten. Mijn complimenten daarvoor.
De houtsector krijgt een herkansing en anders volgt handhaving. Aan de andere kant ziet de Staatssecretaris alternatieve toepassingen. Moeten we nu opnieuw bekijken wat de beste milieueffecten zijn die we met hout kunnen bereiken?
De biomassacertificeringsautoriteit bestaat inderdaad idealiter op Europees niveau. We hebben in Nederland middels het energieakkoord voor de bijstook van biomassa vergaande duurzaamheidsdoelstellingen afgesproken. Die handhaven we natuurlijk niet pas als er een Europese autoriteit is. Het kan helpen om op te schonen door een aantal van de clubs in Nederland samen te voegen. Het lijkt mij een mooie ambitie om in Europa koploper te zijn en als best practice een goede certificeringsautoriteit in Nederland op te zetten, die vervolgens mooi in een Europees systeem kan worden geïntegreerd.
In de afname van bedrijfsafval moet een groei zitten. Ik maak me daar zorgen over.
Ik krijg graag de bevestiging van de partijen die bezig zijn met een plan van aanpak, dat ze de inzameling via individuen meenemen.
Waar de heer Dijkstra zich zorgen maakt over de snor- en bromfietsen, maakt mijn fractie zich zorgen over de zwerfboten. We willen niet dat boten liggen te verrotten en een slecht effect op het milieu hebben. De Staatssecretaris kan dit probleem niet alleen oplossen, maar ze kan wel de regie pakken.
Ik hoorde dat er gewerkt wordt aan een inkomende handelsmissie van allerlei landen die graag in Nederland willen komen bekijken hoe goed wij het doen op het gebied van de circulaire economie. Daarvoor moet alleen nog een officiële uitnodiging verstrekt worden. Ik wil dit met een warme aanbeveling onder de aandacht van de Staatssecretaris brengen.
Mevrouw Cegerek (PvdA): Voorzitter. Ook ik dank de Staatssecretaris voor de beantwoording en de toezeggingen. De Staatssecretaris geeft aan dat zij samen met EZ de voedselverspilling door bedrijven wil oppakken. Wat gebeurt er nu al? Er wordt veel voedsel weggegooid, dus het is goed om dit ook binnen I en M te bespreken. Wil de Staatssecretaris ons voorzien van brief over de huidige afspraken? Dan ben ik voorlopig tevreden.
De Staatssecretaris geeft aan dat er een plan van aanpak van de retourpremies komt. We zien graag dat bekeken wordt welke organisaties er nog meer kunnen participeren en dat ook de burgers worden meegenomen. In 2017 volgt de evaluatie van de raamovereenkomst. Het is goed als dan ook de resultaten van de experimenten met de retourpremies behandeld worden, zodat we het geheel kunnen beoordelen.
Ik heb voor de Kamerleden nog een vraag over hoogwaardig recyclen. Er liggen hierover heel veel vragen. Ik vraag mijn collega's om specifiek over het recyclen van kunststof een rondetafelgesprek te organiseren. Ik zal dit in de eerstvolgende procedurevergadering voorleggen. Het is goed als we hier dieper op ingaan en er meer kennis over delen. De vragen die gesteld zijn, roepen op tot een doelstelling.
Mevrouw Agnes Mulder (CDA): Voorzitter. Voordat ik naar de regeling van werkzaamheden ga, dank ik de Staatssecretaris voor de toezegging over recycling van hout en de beoordeling en dat zij daarover met de sector in gesprek gaat. Het is belangrijk om een reëler beeld te krijgen. Ik dank haar ook voor de toezegging over de kleding in de keten. Misschien kan dit met heel simpele oplossingen geregeld worden. Of is daar meer voor nodig? We zien hiervoor graag de voorstellen. Dank ook dat de Staatssecretaris in Benelux-verband wil bekijken of er stappen kunnen worden gezet, waardoor binnen Europa andere stappen misschien sneller gezet kunnen worden.
De heer Smaling (SP): Voorzitter. De sector heeft een groot potentieel. Veel werelddelen begeven zich in een fase van consumentisme. Het is heel belangrijk dat Noordwest-Europa met Nederland voorop stappen zet in het anders omgaan met afval. De vaart moet erin zitten. Ik bespeur bij de Staatssecretaris, maar ook zeker bij mijn collega's, een gevoel van urgentie. Iedereen zit bovenop alle aspecten. Dat is een goed teken. Mijn vriend is kinderboekenschrijver. We hebben tien jaar geleden een kinderboek over afval geschreven. Ik heb dat van de week nog eens gelezen en ik zie niet zo heel veel verschil tussen toen en nu. Ik heb een lichte vrees voor het antwoord op de vraag of de vaart wel groot genoeg is. We zijn het eens over het wat, maar wat betreft het hoe wil ik er bij de Staatssecretaris op aandringen dat alles wat met grotere vaart kan, ook met grotere vaart gebeurt.
De reactie op de AVI's past niet helemaal bij de Urgenda-uitspraak van gisteren. Die uitspraak is niet vrijblijvend. Het kabinet reageert nog en dat wachten wij af, maar om nou te zeggen dat de AVI's een eigen businesscase hebben en dat de Staatssecretaris zich er niet in gaat mengen … Uiteraard hebben ze een eigen businesscase, maar de inrichtingen zijn op een gegeven moment afgeschreven en dan moet je voor ogen hebben waar je naartoe gaat. Als het afval vanuit Europa hierheen gereden wordt, moet je die milieulast meewegen en niet zeggen dat het afval anders ergens anders gestort wordt. Dat is jammer in het verder sterke betoog van de Staatssecretaris.
Staatssecretaris Mansveld: De heer Smaling zei dat er niet zo veel verschil is tussen toen en nu, maar waar zit dat in? Er gebeurt in het bedrijfsleven en de ketens ontzettend veel. Een kinderboek gaat waarschijnlijk niet over het sluiten van ketens, maar over andere zaken met betrekking tot afval.
De heer Smaling (SP): De keten sluiten is de essentie van het boek, maar het gaat ook over wat er met afval gebeurt bij afvalpunten. We zijn bij het AEB Amsterdam geweest. De rioolwaterzuiveringsinstallatie was toen nog niet aangehaakt en nu wel. Dat is een vooruitgang. Voor de verwijderingsbijdrage had er een groter verschil kunnen zijn. Het gaat om een kwalitatieve inschatting van het lezen van een kinderboek en de wijze waarop ik nu grofweg duidt waar we staan. Mijn opmerking is puur bedoeld als aanmoediging.
Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Voorzitter. Dank aan de Staatssecretaris voor alle antwoorden. Ik stip nog een paar punten aan. Voedselverspilling is een onderwerp dat mij nauw aan het hart ligt. Vorige week was ik namens de commissie EZ bij de internationale conferentie in Den Haag, die werd georganiseerd op initiatief van de Staatssecretaris van EZ. Het lijkt me goed als de resultaten van de conferentie door het kabinet worden meegenomen in de reactie op het WRR-rapport. Ik hoop dat dit tot iets meer enthousiasme leidt. Ik heb een initiatiefnota gepresenteerd en de reactie van het kabinet was niet zo dat er nu direct extra grote stappen gezet worden. Wie weet wat er nog komt.
Ik wil de retourpremie en het statiegeld graag naast elkaar gezet zien, dus ik broed op een motie. Die zal ik tijdens het VAO indienen.
De hoogst haalbare doelen zijn voor mij een eufemisme voor dat er in de tussentijd niets gebeurt. Ik ben negatief, maar de levensmiddelenindustrie heeft bijvoorbeeld op het gebied van gezonde voeding geen enkel belang om maatschappelijke doelen na te streven, niet als het gaat om gezonde voeding en niet als het gaat om duurzame verpakkingen. Dit is niet hun corebusiness. Wie stelt de hoogst haalbare doelen vast? Moet de overheid niet met een heel heldere norm komen om ook de achterblijvers te stimuleren, in plaats dat de gehele sector eraan moet voldoen?
De Staatssecretaris zegt dat nascheiding door gemeenten geen kans biedt voor meer recycling. Dat verbaast mij enorm. Ik kan me niet voorstellen dat de overcapaciteit in de afvalverbrandingsinstallaties hierbij een rol speelt. De gemeenten zijn immers aandeelhouder.
Ik vraag nogmaals of de Staatssecretaris in gesprek wil gaan met de VKN. Die loopt aan tegen regelgeving over de btw en stortbelasting. Het moet allemaal betaald worden, maar dit is niet het soort onderneming dat winst maakt. Het is fijn als daarover een toezegging komt. Helaas moet ook ik de vergadering nu verlaten.
Mevrouw Ouwehand (PvdD): Voorzitter. Dank voor de beantwoording en voor de toezegging van de Staatssecretaris om meer partijen als bedrijven en organisaties mee te nemen in de bewustwording van het milieuvervuilende effect van ballonnen.
Mijn zorg zit in het verschil tussen de ambitie van de Staatssecretaris om de hoeveelheid afval terug te dringen en haar verwachting van wat men uit zichzelf zal doen. We hadden al even een discussie over de verpakkingen. De marketingjongens zijn echt niet op hun achterhoofd gevallen. Die prikkels zijn gewoon heel sterk. Hetzelfde geldt voor reclamedrukwerk. De Staatssecretaris denkt dat het internet dit vanzelf over gaat nemen. Ik denk dat dit niet vanzelf gaat. Het stuit mij tegen de borst dat je, als je voorstelt om het om te draaien en niet standaard de reclamefolders in de brievenbussen te krijgen, altijd te horen krijgt dat mensen er prijs op stellen dat ze weten wat er in de reclame is. Reclame is geen liefdadigheid. We moeten oppassen dat we niet in dat frame komen. Het is gewoon marketing en bedoeld om mensen naar de winkel te lokken. Natuurlijk, als je op de centjes moet letten is het fijn om te weten wat waar het goedkoopst is, maar laten we dat niet verwarren met de agenda daarachter. Het is een marketingstrategie. Is de Staatssecretaris het met mij eens dat 34 kilo reclamedrukwerk per huishouden per jaar veel is en dat we naar oplossingen moeten kijken? De Staatssecretaris zegt dat internet het gaat overnemen en dat zij niks hoeft te doen, maar ik geloof dat niet. Misschien vindt zij overschakelen op een opt-outsysteem op dit moment geen goed idee, maar er zit wel wat tussenin. Is de Staatssecretaris bereid om hiernaar te kijken?
De heer Houwers (Houwers): Voorzitter. Inhakend op dat laatste punt: ik kijk daar echt anders tegenaan. Men heeft nu al de mogelijkheid om te zeggen dat men geen reclamedrukwerk wil. Het rondbrengen van het reclamedrukwerk wordt soms gecombineerd met het rondbrengen van wekelijkse bladen, dus ook met nieuwsvoorziening. Het gaat niet alleen maar om reclame en handel, maar ook informatievoorziening.
In het kader van de discussie over de retourpremie en het statiegeld is de vervuiler betaalt een normaal en goed principe. Dan denk je sneller aan een statiegeldregeling en de prijsprikkel die daarin zit. Het is goed als deze twee systemen nog eens naast elkaar worden gezet. Het statiegeldsysteem is bewezen. In Duitsland zetten ze het breder in en dat werkt wel degelijk. Afval anders waarderen, helpt afval voorkomen. Zo draag je bij aan de circulaire activiteit.
Ik ben blij met het antwoord van de Staatssecretaris over de AVI's. Niemand investeert in de uitbreiding van een oven als er niet meer aanbod is. Het is een afweging. We moeten aan de gemeenten laten of er wel of geen ruimte is om op een bepaalde plek een afvaloven uit te breiden. Een punt van zorg zijn de dubbele petten. Dat geldt ook voor de grondpolitiek. Gemeenten hebben aan de ene kant belang in grond en nemen aan de andere kant besluiten. Dat kan bij AVI's ook gebeuren. Deelt de Staatssecretaris mijn mening dat het een risico is dat de verlening van vergunningen bij de gemeenten ligt en dat diezelfde gemeenten via-via aandelen in de verbrandingsovens hebben? Is dat wel een goed systeem? Wellicht moeten we dit meer scheiden.
De voorzitter: Ik dank alle woordvoerders voor hun bijdragen in de tweede termijn. De bijzondere omstandigheid doet zich voor dat ik naar een extra procedurevergadering van de commissie VWS word geroepen. De heer Dijkstra neemt het voorzitterschap over.
Voorzitter: Dijkstra
Staatssecretaris Mansveld: Voorzitter. De heer Dijkstra vroeg naar de brom- en snorfietsen. Ik beloof dat ik met de sector in gesprek ga, dit zal uitzoeken en dat ik de Kamer hierover bericht in de eerste kwartaalrapportage over VANG van 2016.
Samen met Buitenlandse Zaken en Economische Zaken zullen we de initiatiefnemers van de inkomende handelsmissie uitnodigen. Nederland heeft inderdaad veel te laten zien. De uitnodiging wordt verzonden.
Ik zal kijken naar de certificering van biomassa en kom daarop voor eind 2015 op de reguliere manier terug. Is het in Nederland mogelijk en wie en wat moet dan samengevoegd worden? Dit weerhoudt mij er niet van om te bekijken of certificering in Europees verband mogelijk is, want die trajecten bijten elkaar niet. Ik kom terug op de voors en tegens.
Er komt een reactie op het WRR-rapport over voedselverspilling via de Staatssecretaris van Economische Zaken. De gestelde vragen zullen indien van toepassing daarin meegenomen worden.
Mevrouw Cegerek vroeg of het resultaat van het experiment met het retourpremiesysteem meegenomen wordt in de evaluatie van de raamovereenkomst. Het antwoord is ja.
Tegen de heer Smaling zeg ik dat we op zoek gaan naar het volgende kinderboek. We moeten blijkbaar vernieuwen, zodat er ook reden is om een nieuw boek te schrijven. Ik vind dat een goede ambitie.
Ik ga met de VKN in gesprek.
Mevrouw Dik-Faber vroeg wie de hoogste haalbare doelen vaststelt. Dat is denk ik een retorische vraag, maar dat doet het KIDV na een toets door de wetenschap. Voor I en M is dat input voor beleid dat terugkomt in de AMvB.
Er zijn echt mensen die op het reclamedrukwerk wachten omdat ze ieder dubbeltje moeten omdraaien. Het systeem is nu zo dat je aangeeft wanneer je geen reclame wilt ontvangen en dat moet onder andere om deze reden gehandhaafd blijven. De marketingmensen hebben heel goed door dat vergroening en verduurzaming ook marketing is. De collecties van gezonde, betere en vegetarische producten breiden uit. Het is aan ons om de marketing door ons koopgedrag te beïnvloeden. Ik ben niet zo verontrust, maar ik ben het met mevrouw Ouwehand eens dat we voor vergroening en verduurzaming nog wat meters moeten maken.
De heer Houwers vroeg naar de risico's van belangenverstrengeling. Uit onderzoek is gebleken dat er geen relatie bestaat tussen het aandeelhouderschap van gemeenten en het volume restafval dat wordt verbrand. De Kamer is hierover vorig jaar geïnformeerd.
De voorzitter: Ik heb de volgende toezeggingen genoteerd.
– De Staatssecretaris stuurt de Kamer in oktober een plan van aanpak van de pilot met het retourpremiesysteem.
– De Staatssecretaris vraagt het Afvalfonds Verpakkingen de afspraken uit 2007 over statiegeld schriftelijk te herbevestigen en stuurt die reactie aan de Kamer.
– De Staatssecretaris zal nadat zij met de sector afspraken over hout heeft gemaakt aan het einde van het jaar de eindresultaten hiervan naar de Kamer sturen.
– In het derde kwartaal informeert de Staatssecretaris de Kamer over de brancheverduurzamingsplannen.
– De Staatssecretaris geeft een reactie op het zespuntenplan van de heer Dijkstra en zal die aan de Kamer doen toekomen.
– In de volgende voortgangsrapportage van VANG gaat de Staatssecretaris per actie in op de verschillende indicatoren, zoals de betrokken partijen en de financiële instrumenten.
– De Staatssecretaris zal de Kamer na de zomer de regeling voor het verbod op gratis plastic tassen toesturen.
– De Staatssecretaris gaat na of er ten aanzien van kassabonnen fiscale verplichtingen zijn en zal de Kamer hierover informeren.
– De Staatssecretaris informeert de Kamer eind 2015 over de certificering van de verduurzaming van biomassa, ook in EU-verband.
– De Staatssecretaris informeert de Kamer in de komende voortgangsrapportage van VANG over de regeling voor tweewielers.
– In een reactie op het WRR-rapport over voedselbeleid gaat de Staatssecretaris in op de openstaande vragen.
Staatssecretaris Mansveld: Dat is een stuk van de Staatssecretaris van Economische Zaken. Ik zal ervoor zorgen dat de onderwerpen die hier besproken zijn bij haar terechtkomen. Ik onderteken die reactie niet mede.
De voorzitter: Waarvan akte. Er is een VAO aangevraagd met als eerste spreker mevrouw Van Veldhoven. Ik dank de leden, de Staatssecretaris en haar staf, de mensen op de tribune en zij die meekeken voor hun belangstelling.
Sluiting 13.29 uur.
Volledige Agenda
1. Voortgangsrapportage Van Afval Naar Grondstof
Kamerstuk 33 043-41 – Brief regering d.d. 15-04-2015
Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld
2. Aanbieding van de voorgangsrapportage van de Raamovereenkomst Verpakkingen en afhandeling enkele toezeggingen
Kamerstuk 28 694-129 – Brief regering d.d. 16-04-2015
Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld
3. Aanbieding van de ontwerp Regeling houdende wijziging van de Regeling beheer batterijen en accu’s 2008 en de Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
Kamerstuk 30 872-186 – Brief regering d.d. 27-05-2015
Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld
4. Tweede wijziging Landelijk afvalbeheerplan (LAP)
Kamerstuk 30 872-167 – Brief regering d.d. 03-12-2014
Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld
5. Afhandeling enkele toezeggingen en moties in het kader van het Verpakkingendossier
Kamerstuk 30 872-185 – Brief regering d.d. 18-12-2014
Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld
6. Aanbieding van het Publiek Kader en het Uitvoeringsprogramma VANG Huishoudelijk Afval
Kamerstuk 30 872-184 – Brief regering d.d. 01-12-2014
Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld
7. Afhandeling van de motie van de leden Van Tongeren en Ouwehand over de borging van het huidige statiegeldsysteem (Kamerstuk 30 872, nr. 182)
Kamerstuk 28 694-128 – Brief regering d.d. 23-02-2015
Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld
8. Afhandeling toezegging aan het lid Van Tongeren over private borging van het statiegeldsysteem, de motie van het lid Van Veldhoven over het terugplaatsen van de statiegeldartikelen in het Ontwerpbesluit beheer verpakkingen en over de beëindiging van het AVI-convenant
Kamerstuk 28 694-126 – Brief regering d.d. 13-10-2015
Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld
9. Aanpak draagtassen (o.a. gratis plastic tassen)
Kamerstuk 33 041-11 – Brief regering d.d. 26-02-2015
Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld
10. Versterking uitvoering van de Raamovereenkomst Verpakkingen en afhandeling openstaande moties en toezeggingen
Kamerstuk 28 694-130 – Brief regering d.d. 18-06-2015
Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld
11. Aanbieding Position Paper Circulaire Economie
Kamerstuk 22 112-1979 – Brief regering d.d. 23-06-2015
Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld