Voorgesteld 10 november 2011
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat er onvoldoende inzicht is of werknemers in de kinderbranche in zowel binnen- als buitenland zijn veroordeeld voor zedenmisdrijven;
constaterende, dat een verklaring omtrent gedrag slechts in beperkte mate terugkijkt in het verleden van een nieuw aan te nemen werknemer of vrijwilliger;
constaterende, dat het dus nog altijd mogelijk is dat zedendelinquenten met kinderen werken;
overwegende, dat kinderen recht hebben op een veilige leer- en speelomgeving zonder dat zij slachtoffer dreigen te worden van zedendelinquenten;
verzoekt de regering een waterdicht systeem te creëren, bijvoorbeeld door het opleggen van een levenslang beroepsverbod aan zedendelinquenten in de kinderbranche, zodat mensen die waar dan ook ontuchtige handelingen hebben gepleegd, nooit en te nimmer meer met kinderen kunnen werken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van den Besselaar
De Mos