Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 28 november 2011
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat sport belangrijk is voor alle kinderen en dus ook voor kinderen die opgroeien in armoede;
overwegende, dat de buurtsportcoach uitgaat van cofinanciering en daardoor ook een forse impact heeft op het sportbudget van gemeenten;
overwegende, dat gemeenten en lokale sportclubs onder grote financiële druk staan en minder geld hebben om kinderen die opgroeien in armoede direct financieel te steunen als zij lid willen worden van een sportclub;
overwegende, dat de Aboutaleb-gelden om kinderen te laten sporten niet meer ingezet worden;
overwegende, dat we willen voorkomen dat kinderen die opgroeien in armoede niet meer kunnen sporten in clubverband en van de sportvereniging niet meer naar de scouting, de toneelles of bijvoorbeeld de muziekles kunnen;
verzoekt de regering om te kiezen voor een minder eenzijdige aanpak en – in overleg met de Johan Cruyff Foundation en andere succesvolle projecten – na te gaan op welke wijze het meedoen van kinderen direct bevorderd kan worden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Dekken