Gepubliceerd: 15 september 2011
Indiener(s): Henk Kamp (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (VVD)
Onderwerpen: organisatie en beleid werk
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32896-2.html
ID: 32896-2

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is naar aanleiding van een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State betreffende de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in artikel 18b tot een verduidelijking te komen van het rechtsvermoeden van het werkgeverschap;

Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Artikel 18b, tweede lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag wordt vervangen door de volgende twee leden:

  • 2. Als overtreding wordt tevens aangemerkt het door de werkgever desgevraagd niet of niet tijdig aan de toezichthouder verstrekken van bescheiden waaruit blijkt:

    • a. het aan de werknemer betaalde loon en de betaalde vakantiebijslag; en

    • b. het aantal door de werknemer gewerkte uren.

  • 3. Voor de toepassing van het tweede lid wordt als werkgever aangemerkt degene in of ten behoeve van wiens onderneming, bedrijf of inrichting een persoon arbeid verricht of heeft verricht of waarvan op grond van feiten en omstandigheden naar redelijk vermoeden een persoon arbeid verricht of heeft verricht. De in de eerste zin bedoelde persoon wordt in dat geval voor de toepassing van het tweede lid aangemerkt als werknemer. Hetgeen in de eerste zin is bepaald geldt behoudens tegenbewijs.

ARTIKEL II

Artikel 18b, tweede lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, zoals dat artikellid luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, blijft van toepassing op feiten die zich hebben voorgedaan voor genoemd tijdstip.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid