Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State d.d. 21 juli 2011 en het nader rapport d.d. 24 augustus 2011, aangeboden aan de Koningin door de minister van Veiligheid en Justitie. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 4 juli 2011, no.11.001616, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet houdende partiële wijziging van een aantal wetten op het gebied van Veiligheid en Justitie (Verzamelwet Veiligheid en Justitie 2011), met memorie van toelichting.
Het wetsvoorstel bevat enkele technische en redactionele verbeteringen in diverse wetten op het beleidsterrein van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft de strekking van het wetsvoorstel, maar maakt een opmerking over de wenselijkheid van een nog aan dit wetsvoorstel toe te voegen technische wijziging van artikel 88, tweede lid, Vreemdelingenwet. Zij is van oordeel dat in verband daarmee aanvulling van het voorstel wenselijk is.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 4 juli 2011, kenmerk 11.001616, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 21 juli 2011, nr. No.W03.11.0246/11, bied ik U hierbij aan.
Artikel 49, zesde lid, van de Wet op de Raad van State regelt dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het bestuursorgaan kan opdragen een gebrek in het bestreden besluit te herstellen of te laten herstellen (de bestuurlijke lus). Artikel 88, tweede lid, Vreemdelingenwet verklaart artikel 49, zesde lid, van de Wet op de Raad van State niet van toepassing in procedures betreffende vreemdelingenzaken, terwijl die toepassing, mede gelet op de wetsgeschiedenis van de Wet bestuurlijke lus Awb,2 wel is beoogd.
De Afdeling adviseert deze omissie te herstellen en in het verzamelwetsvoorstel een bepaling op te nemen die erin voorziet dat in artikel 88, tweede lid, van de Vreemdelingenwet, artikel 49, zesde lid, van de Wet op de Raad van State niet wordt uitgezonderd.
Op dit moment kan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op grond van het huidige artikel 88 van de Vreemdelingenwet 2000 weliswaar het bestuursorgaan niet opdragen om een gebrek in het bestreden besluit te herstellen of te laten herstellen, maar hij is wel bevoegd om het bestuursorgaan daartoe in de gelegenheid te stellen. Ingevolge het eerste lid van artikel 88 zijn de relevante bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht over de bestuurlijke lus immers van overeenkomstige toepassing. Teneinde de bestaande onduidelijkheid op dit punt weg te nemen hebben de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en ik, het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State volgend, het reeds bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal aanhangige voorstel van wet tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en aanverwante wetten met het oog op enige verbeteringen en vereenvoudigingen van het bestuursprocesrecht bij nota van wijziging aangevuld.
2. Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Afdeling naar de bij het advies behorende bijlage.
Met de redactionele kanttekeningen van de Raad is rekening gehouden.
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om de navolgende wijziging in het wetsvoorstel en de toelichting aan te brengen.
In 2011 zijn twee nieuwe titels aan het Burgerlijk Wetboek toegevoegd (vgl. Stb. 2011, 50 en Stb. 2011, 246). Het betreft de titels over bepaalde aspecten van overeenkomsten betreffende het gebruik in deeltijd, vakantieproducten van lange duur, bijstand en uitwisseling (titel 1a) en consumentenkredietovereenkomsten (titel 2a) in Boek 7. Met de aan dit wetsvoorstel toegevoegde technische wijzigingen worden drie verwijzingen aangebracht of vervangen die bij de bedoelde wetten niet zijn meegenomen. Voorts wordt in artikel 58 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek een misslag hersteld. Een nadere toelichting is opgenomen bij artikel XI onderdeel A en artikel XII onderdelen A en B van dit wetsvoorstel.
De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.
De vice-president van de Raad van State,
H. D. Tjeenk Willink
Ik moge U hierbij verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De minister van Veiligheid en Justitie,
I. W. Opstelten
– Aan artikel I, een onderdeel toevoegen waarin artikel 36c van de Wet politiegegevens wordt gewijzigd in die zin dat de verwijzing naar artikel 16, eerste lid, onderdeel c, wordt vervangen door een verwijzing naar artikel 16, eerste lid, onderdeel b.
– In artikel X, in onderdeel C, «eerste lid» vervangen door: tweede lid.
– In artikel VIII, artikel IX en artikel XXI, in de aanhef na het opschrift van het voorstel van wet het Kamerstuknummer opnemen conform aanwijzing 171b van de Aanwijzingen voor de regelgeving.
– Artikel XXII schrappen, aangezien de Wet van 7 juli 2010 tot wijziging van onder meer Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet documentatie vennootschappen (Stb. 2011, 194) op 1 juli 2011 in werking is getreden.