Ontvangen 26 maart 2012
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel A, wordt «in artikel 11, derde en vijfde lid» vervangen door: in artikel 11, tweede, derde en vijfde lid.
Met het wetsvoorstel wordt in de Opiumwet een zelfstandige strafbaarstelling van voorbereidingshandelingen van delicten met lijst II middelen, als bedoeld in artikel 11, derde en vijfde lid, geïntroduceerd. Dit betekent allereerst dat voorbereidingshandelingen ten aanzien van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3, onder B van de Opiumwet gegeven verbod in de uitoefening van een beroep of bedrijf, strafbaar worden. Ook indien de voorbereidingshandelingen het opzettelijk handelen in strijd met artikel 3 van de Opiumwet faciliteren én betrekking hebben op een grote hoeveelheid van het middel, zijn die voorbereidingshandelingen voortaan strafbaar.
Dit amendement bewerkstelligt dat de voorbereidingshandelingen die opzettelijke strijd met artikel 3, onder B, C of D faciliteren (zoals beschreven in artikel 11, tweede lid, van de Opiumwet), tevens strafbaar worden. Hiervoor is niet langer noodzakelijk dat het een grote hoeveelheid van het middel betreft. Teneinde dit te bereiken voegt dit amendement in het nieuwe artikel 11a een verwijzing toe naar artikel 11, tweede lid. Ook wordt met deze wijziging meer analogie bereikt qua strafbaarstelling van voorbereidingshandelingen ten aanzien van stoffen voorkomende op lijst-I, zoals bepaald in artikel 10a van de Opiumwet.
Ter verduidelijking merkt de indiener op dat de strafbaarstelling van de voorbereidingshandelingen niet slechts betrekking heeft op «hennepteelt» maar op alle stoffen van lijst II. Ten aanzien van deze overige lijst-II middelen, zoals ethylamfetamine, GHB, diazepam en paddo’s, geldt eveneens dat door criminelen voorbereidende en faciliterende handelingen worden gepleegd.
Middels dit amendement wordt, kortom, ook het voorbereiden van het telen, bereiken, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren (artikel 3, onderdeel B), het aanwezig hebben (artikel 3, onderdeel C) en het vervaardigen (artikel 3, onderdeel D) van alle stoffen van lijst-II strafbaar.
Elissen