Ontvangen 17 oktober 2011
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel B, subonderdeel 8, vervalt: «kredietinstelling», .
2. Na onderdeel B wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ba
In artikel 1:1 vervalt de definitie van kredietinstelling.
B
Artikel XX komt te luiden:
1. In besluiten ten aanzien van kredietinstellingen, genomen op grond van een in de artikelen I, II, IV tot en met XVIII of XXa tot en met XXf genoemde wet, zoals die wet luidde voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van het desbetreffende artikel, wordt, voor zover deze besluiten betrekking hebben op de uitoefening van het bedrijf van een bank, voor kredietinstelling gelezen: bank.
2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op aanvragen van een besluit als bedoeld in het eerste lid.
C
De tweede volzin van artikel XXI komt te luiden:
Artikel I, met uitzondering van onderdeel Ba, de artikelen II tot en met V, en XV, XIX en XXe werken alsdan terug tot en met 30 april 2011.
A
Het wetsvoorstel voorziet in terugwerkende kracht voor een aantal artikelen, waaronder artikel I. Dat artikel bevat onder meer de vervanging van de term «kredietinstelling» door «bank» in de Wet op het financieel toezicht (Wft). De vervanging van het begrip «kredietinstelling» is echter niet alleen relevant voor de Wft, maar werkt ook door in andere wetten. Aan vergelijkbare wijzigingen in andere wetten (zie de artikelen VI tot en met XIV, XVI tot en met XVIII, XXa tot en met XXd en XXf) wordt echter geen terugwerkende kracht verleend. Om deze incongruentie te herstellen wordt de vervanging van het begrip «kredietinstelling» in een afzonderlijk onderdeel Ba ondergebracht, dat vervolgens in artikel XXI wordt uitgezonderd waar het gaat om de aan artikel I te verlenen terugwerkende kracht. De definitie «kredietinstelling» in de Wft vervalt derhalve bij de inwerking¬treding van de wet, tegelijk met de vervanging van de term «kredietinstelling» door «bank» in de overige wetten.
B
Bij eerste nota van wijziging (Kamerstukken 32 826, nr. 7) zijn de artikelen XXa tot en met XXf ingevoegd. In de daarmee verband houdende wijziging van artikel XX is abusievelijk een andere nummering gehanteerd. Onderdeel B heeft tot doel alsnog de juiste nummering in te voegen. Voorts houdt de onderhavige wijziging rekening met het feit dat de datum van inwerkingtreding van de artikelen die in deze wet zijn opgenomen, onderling kan verschillen.
C
De aanvankelijk in artikel XXI opgenomen opsomming van artikelen waaraan met het oog op de implementatiedatum van de richtlijn terugwerkende kracht wordt verleend, was niet volledig. Met het oog hierop is artikel XXI aangepast. Voor de uitzondering die wordt gemaakt voor onderdeel Ba van artikel I, zij verwezen naar de toelichting onder A.
De minister van Financiën,
J. C. de Jager