Ontvangen 21 november 2011
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel R, wordt aan artikel 41a, tweede lid, een volzin toegevoegd, luidende: In het vastgestelde ontwikkelingsperspectief wordt de procedure, genoemd in artikel 41b, vermeld.
II
In artikel I, wordt na onderdeel R, een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ra
Na artikel 41a wordt een artikel toegevoegd, luidende:
1. Indien de ouders, dan wel, de leerling, indien deze meerderjarig en handelingsbekwaam is, niet instemmen met het vastgestelde ontwikkelingsperspectief, bedoeld in artikel 41a, tweede lid, kunnen zij daartegen bij het betreffende bevoegd gezag, binnen vier weken na vaststelling, hun bezwaren schriftelijk kenbaar maken.
2. Het betreffende bevoegd gezag hoort binnen vier weken na ontvangst van de bezwaren, bedoeld in het eerste lid, de ouders, onderscheidenlijk de leerling, indien deze meerderjarig en handelingsbekwaam is, alsmede de commissie voor de begeleiding dan wel de commissie van onderzoek, over de ingebrachte bezwaren.
3. Het betreffende bevoegd gezag beslist binnen vier weken na het horen, bedoeld in het tweede lid, over de bezwaren en stelt, waar nodig, een nieuw ontwikkelingsperspectief voor de leerling vast. Artikel 41a, tweede lid, laatste volzin, is niet van toepassing op het krachtens dit lid vastgestelde ontwikkelingsperspectief.
4. De Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op het bepaalde in dit artikel.
Dit amendement geeft ouders de kans om bezwaar aan te tekenen tegen het vastgestelde ontwikkelingsperspectief.
Van der Ham