Vastgesteld 29 juni 2011
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel genoegzaam voorbereid.
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het primair onderwijs in verband met de wettelijke verankering van afdelingen voor internationaal georiënteerd basisonderwijs (IGBO).
De leden van de PvdA-fractie hebben met instemming kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel. Zij hebben er kennisgenomen van dat het wetsvoorstel volgens Cfi2 uitvoerbaar en handhaafbaar is en dat het geen budgettaire gevolgen heeft. Zij hebben geen vragen en hopen dat snel tegemoet kan worden gekomen aan de wens van de stichting IGBO dat deze wetswijziging spoedig tot stand kan komen.
De leden van de CDA-fractie hebben met genoegen kennisgenomen van het onderliggende wetsvoorstel dat een wettelijke verankering biedt voor afdelingen voor internationaal georiënteerd basisonderwijs en ondersteunen de strekking van dit wetsvoorstel.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het wetvoorstel en hebben naar aanleiding hiervan nog enkele vragen.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de wijziging van de Wet op het primair onderwijs in verband met de wettelijke verankering van afdelingen voor internationaal georiënteerd basisonderwijs. Zij zien op dit moment geen aanleiding voor het stellen van vragen.
De leden van de VVD-fractie merken op dat in de memorie van toelichting en in het wetsvoorstel wordt verwezen naar artikel 9, achtste lid, WPO als wettelijke grondslag voor de verplichting onderwijs te geven in het Nederlands. De juiste verwijzing is echter artikel 9, tiende lid, WPO. De genoemde leden verzoeken de minister kennis te nemen van deze omissie en deze aan te passen.
De leden van de SP-fractie vragen welk percentage van de kosten voor internationaal georiënteerd basisonderwijs (IGBO) gemiddeld door de werkgever van ouders wordt betaald, welk percentage door de ouders, welk percentage door de overheid. Wijken de kosten voor een onderzoek naar de stichting van een IGBO-afdeling af van de kosten voor een onderzoek bij de stichting van andere basisscholen? In hoeverre is het mogelijk een dergelijk onderzoek goedkoper uit te voeren, zo vragen zij. IGBO is uitsluitend bestemd voor leerlingen die gezien de werkzaamheden van ten minste één van de ouders voor een aanzienlijke periode op onderwijs in het buitenland zijn aangewezen of zullen zijn aangewezen. Over welke termijn gaat het, zo vragen deze leden.
De voorzitter van de commissie,
Van Bochove
De adjunct-griffier van de commissie,
Janssen