Ontvangen 22 november 2011
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Enig artikel
Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:
d. indien de politieke partij op de peildatum een instelling voor buitenlandse activiteiten heeft aangewezen als neveninstelling als bedoeld in artikel 3a, een basisbedrag en een bedrag per kamerzetel van de politieke partij, berekend overeenkomstig het derde lid.
2. Onder vernummering van het derde en vierde lid tot vierde en vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
3. Het basisbedrag, bedoeld in het eerste lid, onder d, wordt berekend door € 615 000 te delen door het totale aantal politieke partijen dat op de peildatum een instelling voor buitenlandse activiteiten heeft aangewezen. Het bedrag per kamerzetel, bedoeld in het eerste lid, onder d, wordt berekend door € 885 000 te delen door het totale aantal kamerzetels van de politieke partijen die op de peildatum een instelling voor buitenlandse activiteiten hebben aangewezen.
3. In het vierde en vijfde lid (nieuw) wordt «het eerste en tweede lid» vervangen door: het eerste, tweede en derde lid.
Met de eerste nota van wijziging is het budget van het MATRA Programma Politieke Partijen (MPPP) van het ministerie van Buitenlandse Zaken overgedragen naar de subsidieregeling voor politieke partijen van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
In de brief van de minister en staatssecretaris van Buitenlandse Zaken van 24 juni 2011 (Kamerstukken II 2010/11, 32 623, nr. 40) is gemeld dat het kabinet heeft besloten, onder de naam MATRA-Zuid, middelen beschikbaar te stellen voor de Arabische regio. Daarbij is aangekondigd dat voor ondersteuning van politieke partijontwikkeling een budget wordt overgedragen aan het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Met deze nota van wijziging wordt een deel van het budget voor MATRA-Zuid bestemd voor politieke partijontwikkeling, € 500 000, opgenomen in het wetsvoorstel. Het totale budget komt daarmee op € 1 500 000.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J. P. H. Donner