Ontvangen 27 maart 2012
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel 32a worden na het vierde lid twee leden ingevoegd, luidende;
4a. Indien Onze Minister voornemens is af te wijken van een advies van de commissie als bedoeld in het derde en vierde lid, stelt hij de commissie in de gelegenheid zijn zienswijze over het afwijken kenbaar te maken. De zienswijze van de commissie wordt schriftelijk en gemotiveerd gegeven.
4b. Indien Onze Minister ondanks de zienswijze van de commissie afwijkt van het advies van de commissie zendt hij aan de beide Kamers der Staten-Generaal zo spoedig mogelijk het oorspronkelijke advies van de commissie, zijn overwegingen om van dat advies af te wijken, de zienswijze van de commissie ten aanzien van de voorgenomen afwijking, alsmede zijn overwegingen om van de zienswijze af te wijken.
Met dit amendement bewerkstelligen de indieners dat de minister een verzwaarde motiveringsplicht heeft in het geval er afgeweken wordt van het advies gegeven door de Commissie toezicht financiën politieke partijen. Wanneer de minister afwijkt van het advies van de commissie wordt deze in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze over het afwijken kenbaar te maken. Indien de minister alsnog wenst af te wijken van het advies worden tevens beide Kamers der Staten-Generaal geïnformeerd, onder overlegging van het advies van de commissie, de redenen voor het afwijken van het advies, de zienswijze van de commissie de overwegingen van de minister om af te wijken van de zienswijze (en het advies) van de commissie.
De commissie kan de minister adviseren over onderwerpen die mogelijk politiek gevoelig liggen. Indien de minister af wil wijken van het advies, draagt de verzwaarde motiveringsplicht, waarbij is voorzien in een hernieuwde consultatie van de commissie, bij aan een zorgvuldig en transparant besluitvormingsproces.
Ortega-MartijnSchouw