Ontvangen 23 januari 2012
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Aan artikel I wordt, onder vervanging van de punt aan het einde van onderdeel k, door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
l. de Kiesraad: de Kiesraad, genoemd in artikel A 1 van de Kieswet.
II
Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
III
In artikel 2, eerste lid, wordt «Onze Minister» vervangen door: de Kiesraad.
IV
In artikel 3, eerste lid, wordt «Onze Minister» vervangen door: de Kiesraad.
V
In artikel 3a, eerste lid, wordt «Onze Minister» vervangen door: de Kiesraad.
VI
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «Onze Minister» vervangen door: de Kiesraad.
2. In het derde lid wordt «Onze Minister» telkens vervangen door: de Kiesraad.
VII
In artikel 6, eerste lid, wordt «Onze Minister» vervangen door: De Kiesraad.
VIII
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «Onze Minister» vervangen door: de Kiesraad.
2. In het derde lid wordt «Onze Minister» vervangen door: de Kiesraad.
3. In het vierde lid wordt «Onze Minister» vervangen door: de Kiesraad.
4. In het vijfde lid wordt «Onze Minister» telkens vervangen door: de Kiesraad.
IX
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «Onze Minister» vervangen door: de Kiesraad.
2. In het tweede lid wordt «Onze Minister» vervangen door: de Kiesraad.
3. In het derde lid wordt «Onze Minister» telkens vervangen door: de Kiesraad.
X
In artikel 12, eerste lid wordt «Onze Minister» vervangen door: de Kiesraad.
XI
In artikel 13, eerste lid, wordt «Onze Minister» vervangen door: de Kiesraad.
XII
In artikel 14, tweede lid, wordt «Onze Minister» vervangen door: de Kiesraad.
XIII
In artikel 18 wordt «Onze Minister» vervangen door «De Kiesraad» en vervalt de tweede volzin.
XIV
Artikel 34 wordt als volgt gewijzigd:
1. Na het achtste lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
8a. Onze Minister verwittigt de Kiesraad van een opgelegde boete of de wijziging van het bedrag van een opgelegde boete.
2. Aan het tiende lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: De Kiesraad verwittigt Onze Minister van de verrekening van een opgelegde boete.
3. Na het tiende lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
11. Onze Minister en de Kiesraad maken afspraken over de wijze van verwittiging bedoeld in lid 8a en het tiende lid.
XV
Na artikel 36 worden drie artikelen ingevoegd, luidende:
De Kiesraad zendt jaarlijks voor 1 april aan Onze Minister een ontwerpbegroting voor het volgend kalenderjaar inzake de subsidievertrekking op grond van deze wet.
1. De Kiesraad zendt jaarlijks voor 1 november aan Onze Minister een financieel verslag van het voorafgaande jaar inzake de subsidieverlening op grond van deze wet. Het financiële verslag gaat vergezeld van een accountantsverklaring omtrent de getrouwheid van het verslag en de rechtmatigheid van de uitgaven. Het financieel verslag wordt tevens gezonden aan de beide Kamers der Staten-Generaal.
2. Bij ministeriële regeling kunnen eisen worden gesteld aan de inrichting van het financiële verslag en de reikwijdte en de intensiteit van het onderzoek door de accountant gericht op de vaststelling van diens accountantsverklaring. De regeling wordt niet vastgesteld dan na raadpleging van de Kiesraad.
3. De Kiesraad verstrekt desgevraagd aan Onze Minster en de Auditdienst van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties nadere inlichtingen over het financiële verslag en de daarin opgenomen gegevens.
4. De Kiesraad draagt er zorg voor dat diens accountant meewerkt aan onderzoeken door de Auditdienst, bedoeld in het derde lid.
5. Het vierde en vijfde lid zijn van overeenkomstige toepassing op onderzoeken door de Algemene Rekenkamer.
Dit amendement beoogt de uitvoering van de taken rondom subsidieverstrekking die volgen uit de Wet financiering politieke partijen (Wfpp) bij de Kiesraad te beleggen in plaats van de minister van Binnenlandse Zaken. Indieners zijn van mening dat deze taken beter door een onafhankelijk orgaan kan worden uitgevoerd.
Schouw Heijnen