Voorgesteld 14 februari 2012
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat het flankerend beleid effectief is gebleken bij de ondersteuning van de opbouw van een renderende beroepspraktijk van kunstenaars en creatieven;
constaterende, dat de rechter heeft geconstateerd dat ook het flankerend beleid behoort tot de eigendomsrechten van een WWik-gerechtigde;
constaterende, dat het kabinet heeft toegezegd dat de middelen van het flankerend beleid beschikbaar blijven om ondernemerschap in de culturele sector te stimuleren;
verzoekt de regering het flankerend beleid ter ondersteuning van de opbouw van een renderende beroepspraktijk van kunstenaars en creatieven op hetzelfde niveau in stand te houden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Peters
Jasper van Dijk
Vermeij