Ontvangen 7 juni 2011
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel A, komt in het eerste punt, onderdeel d, te luiden:
d. Het onderdeel «Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen» wordt vervangen door: Landelijk Register Pleegouders: landelijk register in beheer bij de Raad voor de Kinderbescherming waarin pleegouders worden geregistreerd.
II
In artikel I, onderdeel M, wordt aan artikel 28a, eerste lid, onder vervanging van de punt aan het einde van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
e. de pleeghouder staat ingeschreven in het Landelijk Register Pleegouders.
III
In artikel I, onderdeel M, worden na artikel 28a een artikel ingevoegd, luidende:
1. Een pleegouder wordt door de Raad voor de kinderbescherming ingeschreven in het Landelijk Register Pleegouders indien hij naar het oordeel van die Raad voldoet aan de in artikel 28a, eerste lid, onder a tot en met d bedoelde voorwaarden.
2. De Raad voor de kinderbescherming kan pleegouders verwijderen uit het Landelijk Register Pleegouders. De verwijdering geschiedt in elk geval bij gebleken ongeschiktheid van de pleegouders en na beëindiging van het contract, bedoeld in artikel 28b, eerste lid.
3. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld aangaande het Landelijk Register Pleegouders.
IV
In artikel I, onderdeel M, wordt aan artikel 28b, eerste lid, een volzin toegevoegd, luidende: Het pleegcontract, bedoeld in de vorige volzin kan alleen worden gesloten tussen een zorgaanbieder en een pleegouder die staat ingeschreven in het Landelijk Register Pleegouders.
De afgelopen jaren is meerdere malen gebleken dat de screening van pleegouders soms onvoldoende is, dat de veiligheid in pleeggezinnen soms te wensen over laat en dat informatie tussen pleegzorgaanbiedes niet of onvoldeonde wordt gedeeld. Een Landelijk Register Pleegouders, zoals in dit amendement voorgesteld, draagt bij aan het bewaken van de goede naam van pleegouders in Nederland en vormt waarborgen voor toelating en verwijdering als pleegouders, mede door een betere informatie-afstemming tussen de landelijke Raad voor de Kinderbescherming en de pleegzorgorganisaties onderling.
Op dit moment kunnen pleegouders die bij de ene zorgaanbieder ongeschikt zijn bevonden bijvoorbeeld vanwege vermoedens van kindermishandeling, zonder problemen zich inschrijven bij een nieuwe zorgaanbieder als pleegouder. De aanvankelijk afgegeven «verklaring van geen bezwaar» blijft van kracht en er is geen landelijke uitwisseling van informatie. Dit kan ervoor zorgen dat er ongewenste situaties ontstaan, waardoor kwetsbare uithuisgeplaatste kinderen de dupe worden van ongeschikte pleegouders.
De raad voor de kinderbescherming zal het register beheren door in- en uitschrijvingen bij te houden. Zorgaanbieders geven de raad informatie over de pleegouders die zich inschakelen maar ook over de pleegouders die zij niet langer wensen in te schakelen met de reden voor verandering.
De Minister zal in een AMvB nadere regels stellen over het beheer en de voorwaarden van het register. Hieronder wordt zorgvuldig de privacy van de pleegouders gewaarborgd. Maar in de AmvB kunnen ook nadere regels worden vastgelegd over minimum-eisen ten aanzien van scholing en bijscholing.
Dijsselbloem