Voorgesteld 12 april 2011
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat het College voor de rechten van de mens zich tot doel stelt de rechten van de mens te beschermen, het bewustzijn van deze rechten te vergroten en de naleving van mensenrechten te bevorderen;
overwegende, dat het wetsvoorstel tot oprichting van het college in de doelomschrijving van het college het recht op gelijke behandeling expliciet benadrukt, waardoor het onbedoelde en onbewuste gevolg kan zijn dat gelijke behandeling het speerpunt van het college moet zijn;
overwegende, dat het publieke en parlementaire debat over mensenrechten zich de laatste tijd toespitst op het grondwettelijke en mensenrechtelijke recht op vrijheid van meningsuiting;
verzoekt de regering om het college te vragen ook expliciete, blijvende aandacht te besteden aan de uitingsvrijheid,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dibi
Schouw