Kamerstuk 32426-12

Amendement van de leden Van Toorenburg en Van der Steur over het schrappen van de laatste volzin van artikel 2:216 lid 1 BW

Dossier: Aanpassing van de wetgeving aan en invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht (Invoeringswet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht)

Gepubliceerd: 26 september 2011
Indiener(s): Madeleine van Toorenburg (CDA), Ard van der Steur (VVD)
Onderwerpen: burgerlijk recht recht
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32426-12.html
ID: 32426-12
Wijzigingen: 32426-21

Nr. 12 AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN TOORENBURG EN VAN DER STEUR

Ontvangen 26 september 2011

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I.1, onderdeel A, onderdeel m, wordt na de aanhef een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • 0. In het eerste lid vervalt de laatste volzin.

Toelichting

Om bijvoorbeeld in een concern aan financieringsbehoeften te voldoen, komt het in de praktijk regelmatig voor dat tussentijds uitkeringen worden gedaan. Uit de tekst van het in het wetsvoorstel voorgestelde eerste lid kan worden afgeleid dat de derde zin ook van toepassing is op tussentijdse uitkeringen en dat de laatst vastgestelde jaarrekening bepalend is. Hierdoor kan bijvoorbeeld winst gegenereerd in het lopende boekjaar niet worden uitgekeerd, ook niet als de tussentijdse winst bijvoorbeeld uit een tussentijdse vermogensopstelling blijkt. Dit is niet wenselijk. Daarom wordt voorgesteld om de laatste zin van artikel 216 lid 1 te laten vervallen. Het wordt aan de vennootschap overgelaten op basis van welk document de uitkering wordt beoordeeld, waarbij het uiteraard voor de hand ligt dat bij de uitkering van winst in het kader van de vaststelling van de jaarrekening de vastgestelde jaarrekening als basis wordt gehanteerd.

Van Toorenburg

Van der Steur