Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 december 2010
Tijdens het wetgevingsoverleg over de ABES II b-wetgeving op 15 november jl. (kamerstuk 32 368/32 419/32 428, nr. 15), heb ik uw Kamer toegezegd haar nog dit jaar te zullen informeren over de bevoegdheidssituatie van de leerkrachten in Caribisch Nederland. Aan deze toezegging kan ik op dit moment slechts ten dele tegemoetkomen.
Voor het openbaar lichaam Bonaire blijkt dat zowel voor het basisonderwijs als voor het voortgezet onderwijs ruim 90% van de huidige leerkrachten beschikt over de voorgeschreven onderwijsbevoegdheid (resp. 7 van de 82 leerkrachten basisonderwijs en 9 van de 109 leerkrachten voortgezet onderwijs – inclusief (v) sbo – zijn niet bevoegd).
Voor het eiland Sint Eustatius geldt dat de gegevens van 3 scholen nog niet volledig zijn.
Voor het eiland Saba geldt dat de gegevens van vrijwel alle leerkrachten beschikbaar zijn, maar dat in een aantal gevallen nog moet worden beoordeeld of het in het buitenland behaalde diploma leidt tot een bevoegdheid. Dat vergt nog nader onderzoek op basis van de richtlijnen van de inspectie van het voormalige Land Nederlandse Antillen.
Zodra de nog ontbrekende gegevens beschikbaar zijn, zal ik uw Kamer hierover informeren.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart