Vastgesteld 24 september 2010
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel tot Wijziging van de Ambtenarenwet en de Militaire Ambtenarenwet 1931 in verband met het uitsluitend elektronisch verzenden van berichten die betrekking hebben op de rechtspositie. Zij achten het een goede zaak dat het mogelijk wordt gemaakt dat berichten die betrekking hebben op de rechtspositie van ambtenaren elektronisch verzonden kunnen worden. Wel willen zij de regering graag nog een paar vragen voorleggen.
De leden van de PvdA-fractie hebben kennis genomen van het wetsvoorstel. Zij ondersteunen de doelstelling van een efficiëntere bedrijfsvoering en de inzet daarvoor van moderne technologie van harte. Het wetsvoorstel roept enkele vragen op, die deze leden bij deze willen stellen.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij steunen het streven van de regering om het bij wet mogelijk te maken salarisstroken en andere personeelsbesluiten uitsluitend elektronisch te verzenden. Zo wordt wettelijk vastgelegd dat de instemming van de individuele ambtenaar op grond van art 2:14 lid 1 Awb niet langer noodzakelijk is.
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel dat strekt tot aanpassing van de Ambtenarenwet en de Militaire Ambtenarenwet. Deze leden steunen het doel om de kwaliteit van de HRM-functie bij de rijksdienst te verhogen. De beoogde kosten- en milieubesparing, alsook de efficiencyslag die gemaakt kunnen worden door salarisstroken en andere personeelsbesluiten elektronisch aan te kunnen bieden, wordt door deze leden verwelkomd. Ten aanzien van de onderhavige voorgestelde wijzigingen hebben zij echter nog wel enige vragen.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel. Zij onderschrijven het uitgangspunt van het wetsvoorstel en hebben naar aanleiding daarvan geen vragen.
De leden van de VVD-fractie vragen de regering aandacht te geven aan het privacyaspect. De rechtspositie heeft immers betrekking op een persoonlijke aangelegenheid. Hoe is bij het elektronisch verzenden van berichten de privacy van betrokken ambtenaren gewaarborgd? Graag krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.
Het valt de leden van de PvdA-fractie op dat er overeenkomsten lijken te bestaan tussen de doelstelling van dit wetsvoorstel en de wijziging van de artikelen 7:626 en 7:655 BW, die elektronische verzending van de loonstrook en informatie over de arbeidsovereenkomst mogelijk maken. Deze artikelen vragen echter de expliciete toestemming van de medewerker en geven de mogelijkheid die toestemming weer in te trekken. Hierbij is aansluiting gezocht bij de onderhandse elektronische akte. Het is deze leden onduidelijk waarom in onderhavig wetsvoorstel niet ook aansluiting gezocht is bij de regelingen over elektronische informatieverstrekking over transacties, zoals die ook gelden voor andere werkgevers. Waarom hebben de medewerkers bij de overheid op deze wijze minder zeggenschap over de informatieverstrekking omtrent hun rechtspositie dan andere medewerkers?
Ook constateren deze leden dat het binnen de huidige regelgeving al mogelijk is om gebruik te maken van de elektronische verstrekking van de betreffende informatie aan ambtenaren. Graag worden zij geïnformeerd of al gebruik gemaakt wordt van deze mogelijkheid en de ervaringen die hiermee opgedaan zijn.
De leden van de D66-fractie constateren dat P-Direkt een belangrijke rol gaat spelen in de verwezenlijking van de doelstelling van dit wetsvoorstel. Zij maken zich in meer algemene zin zorgen over de uitvoering van ICT-projecten bij de overheid, maar ook in het bijzonder over de kinderziektes waar P-Direkt mee te maken heeft gehad. Zij vragen daarom of de veiligheid van privacygevoelige gegevens digitaal voldoende beschermd kan worden. Hoe betrouwbaar is het P-Direkt systeem? Is P-Direkt inmiddels voldoende toegerust om de beoogde taak naar behoren uit te kunnen voeren? Welke maatregelen neemt de regering om privacygevoelige gegevens adequaat te beschermen? Valt het te verwachten dat privacygevoelige gegevens verkeerd geadresseerd worden? Zo ja, welke maatregelen worden ondernomen om deze fouten uit te sluiten? Als er betere en veiligere systemen beschikbaar komen, kunnen dergelijke gegevens dan eenvoudig en beschermd worden overgezet? Deze leden ontvangen hier graag een antwoord op.
De leden van de VVD-fractie hebben begrip voor het feit dat het in een aantal gevallen niet mogelijk zal zijn om berichten elektronisch te verzenden. Dat geldt bijvoorbeeld voor mensen zonder persoonlijk e-mailadres op het werk, zoals receptionistes en chauffeurs. Deze leden vragen zich af waarom het niet mogelijk is deze personen ook een persoonlijk e-mailadres te geven. Daarmee zou het probleem toch opgelost moeten zijn en komen meer mensen hiervoor in aanmerking, met alle voordelen van dien. Graag krijgen zij een reactie van de regering.
Voorts vragen deze leden zich af of de regeling ook geldt voor blinden en slechtzienden. Welke voorzieningen zijn er voor deze personen in dezen?
In de memorie van toelichting wordt opgemerkt dat voor de uitwerking van de regeling nog de instemming van de centrales van overheidspersoneel nodig is, omdat de rechten van individuele ambtenaren wijzigen. Is er reeds met deze centrales overleg over deze regeling geweest? Wat was de reactie van de centrales van overheidspersoneel? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.
De leden van de PvdA-fractie merken op dat de regering zelf ook beperkingen ziet aan de rechtspositionele documenten die zich lenen voor elektronische verzending en de personen bij wie deze vorm van toezending gebruikt kan worden. De regering kiest er echter voor om deze beperkingen niet in de wet vast te leggen. Toch zouden deze leden graag een nadere beschouwing ontvangen van de regering over met name de medewerkers, waarvoor elektronische toezending van rechtspositionele documenten geen goed alternatief biedt voor papieren toezending. Hierbij denken zij bijvoorbeeld aan mensen met een verstandelijke beperking die in dienst zijn van de overheid, of mensen die om andere redenen niet goed overweg kunnen met computers. Een andere groep medewerkers waarvoor deze leden menen dat elektronische toezending een knelpunt kan vormen zijn militairen die op uitzending zijn en die daardoor moeilijker toegang hebben tot computers en stabiele verbindingen. De leden van de PvdA-fractie ontvangen graag een reactie van de regering op deze punten.
De leden van de CDA-fractie lezen in de memorie van toelichting (blz. 2) een aantal voorbeelden van personeelsbesluiten die in aanmerking komen voor elektronische verzending: reiskostenvergoedingen, aanvragen voor ouder-schapsverlof, wijziging in de arbeidsduur en natuurlijk de salarisstroken. Is deze opsomming limitatief, zo vragen genoemde leden.
Er moeten waarborgen zijn dat het elektronisch toegezonden document ook inderdaad bij de ontvanger belandt. Er zal dus sprake moeten zijn van correcte e-mailadressen. Het is voorgekomen dat een ambtenaar van het ene naar het andere ministerie vertrok en zijn e-mailadres niet meer terug te vinden was. Wat te doen met militairen tijdens uitzendingen naar het buitenland?
Bij wie ligt de verantwoordelijkheid voor een correct e-mailadres? De burger is verantwoordelijk voor correcte gegevens in de gemeentelijke basis-administratie. Wanneer de ambtenaar m.m. zelf verantwoordelijk is voor een correct e-mailadres bij zijn of haar werkgever, moet dit dan in de wet worden vastgelegd, zo vragen de leden van de CDA-fractie.
In de memorie van toelichting (blz. 2) wordt gesproken over ingrijpende besluiten waarvoor geldt dat «het belang van die besluiten vergt dat deze de ambtenaar persoonlijk worden overhandigd of per aangetekende post verzonden». Welke dat precies zijn laat de wetstekst open. De memorie van toelichting kondigt aan dat een en ander in algemene maatregelen van bestuur nader wordt uitgewerkt. Kan de regering aangeven hoe wordt bepaald wanneer sprake is van een dergelijk besluit? Welke criteria zullen daarvoor gelden? Zal er sprake zijn van een limitatieve opsomming in die amvb’s? Dezelfde vragen hebben de leden van de CDA-fractie ten aanzien van die gevallen waarin ambtenaren een schriftelijke versie van een besluit kunnen aanvragen.
De leden van de D66-fractie willen een scherpere afbakening wat betreft welke besluiten wel in aanmerking komen voor elektronische verzending, en welke niet. Deze leden realiseren zich dat dit in overleg moet gebeuren met de centrales van overheidspersoneel en vragen of al overlegd is met deze centra-les. In het verlengde hiervan vragen zij of er onder de medewerkers een behoefte bestaat om besluiten elektronisch te ontvangen. Graag ontvangen deze leden hierop een toelichting.
Zij benadrukken voorts dat een wijziging zoals voorgesteld techniekneutraal moet zijn. Deze leden vragen of en hoe deze neutraliteit gewaarborgd kan worden. Zij stellen voorts dat, indien er nieuwe toepassingsmogelijkheden ontstaan in de toekomst, opnieuw een zuivere afweging gemaakt moet worden welke besluiten digitaal, en zo ja, via welk systeem, deze besluiten verzonden kunnen worden. Ook hierop ontvangen zij graag een reactie.
Tenslotte vragen de leden van de D66-fractie in hoeveel gevallen de schriftelijke vorm gehandhaafd dient te blijven. Welke administratieve lasten brengt dit met zich mee, en hoe verhoudt zich dit tot het aantal besluiten dat wel elektronisch verzonden kan worden?
De fungerend voorzitter van de commissie,
De Krom
De waarnemend griffier van de commissie,
Hendrickx