Ontvangen 10 februari 2017
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel 14:3, onderdeel A, wordt onderdeel h als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «drie onderdelen» vervangen door: vier onderdelen.
2. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
m. Wzd-arts: ter zake kundige arts, al dan niet in dienst van de zorgaanbieder, die door de zorgaanbieder is aangewezen om toe te zien op de inzet van de minst ingrijpende vorm van onvrijwillige zorg en de mogelijke afbouw ervan en die verantwoordelijk is voor de algemene gang van zaken op het terrein van het verlenen van onvrijwillige zorg.
II
In artikel 14:3, onderdeel B, wordt in artikel 2, tweede lid, «wordt overeenkomstige toepassing gegeven aan artikel 10 voor het opnemen van die zorg in het zorgplan, aan artikel 11 indien het niet lukt die zorg binnen de in het zorgplan opgenomen termijn af te bouwen» vervangen door: wordt overeenkomstige toepassing gegeven aan de artikelen 10, 11 en 11a voor het opnemen van die zorg in het zorgplan, aan de artikelen 11 en 11a indien het niet lukt die zorg binnen de in het zorgplan opgenomen termijn af te bouwen.
III
In artikel 14:3 wordt onderdeel C als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «wordt een artikel ingevoegd» vervangen door: worden twee artikelen ingevoegd.
2. Na artikel 2a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Een zorgaanbieder waarbij cliënten worden opgenomen met toepassing van hoofdstuk 3, paragraaf 2,
dan wel die onvrijwillige zorg verleent, wijst een Wzd-arts aan.
2. Voordat de zorgaanbieder een Wzd-arts aanwijst, vraagt de zorgaanbieder hierover advies aan de cliëntenraad, bedoeld in artikel 2 van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen. Artikel 4, eerste en derde lid, en 5, eerste lid, van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen zijn van toepassing.
3. De zorgaanbieder draagt er zorg voor dat de Wzd-arts zijn taken op grond van deze wet naar behoren kan uitvoeren en waarborgt de onafhankelijkheid van de Wzd-arts bij de uitvoering van zijn taken op grond van deze wet. De zorgaanbieder geeft de Wzd-arts geen aanwijzingen met betrekking tot diens taakuitvoering op grond van deze wet.
IV
In artikel 14:3, onderdeel D, komen onderdelen c en d te luiden:
c. Het derde lid komt te luiden:
3. De zorgverantwoordelijke legt de beslissing, bedoeld in het tweede lid, schriftelijk vast en vermeldt daarbij de datum en het tijdstip, of met de vertegenwoordiger overeenstemming is over de beslissing en ter zake van welke beslissing de cliënt niet in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen. De zorgverantwoordelijke stelt de Wzd-arts op de hoogte van de beslissing en het overleg met de vertegenwoordiger.
d. In het vierde lid wordt «kunnen niet worden aangewezen, de zorgaanbieder,» vervangen door: kunnen niet optreden, de zorgaanbieder, de Wzd-arts,.
V
In artikel 14:3 wordt na onderdeel M een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ma
Na artikel 11 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Indien in het zorgplan onvrijwillige zorg is opgenomen of de onvrijwillige zorg in het zorgplan is gewijzigd, overlegt de zorgverantwoordelijke het zorgplan aan de Wzd-arts.
2. De Wzd-arts beoordeelt het zorgplan. Indien hij oordeelt dat het zorgplan niet voldoet aan het uitgangspunt dat onvrijwillige zorg zoveel mogelijk wordt voorkomen of dat het zorgplan niet geschikt is om ernstig nadeel zoveel mogelijk te voorkomen, past de zorgverantwoordelijke het zorgplan op aanwijzen van de Wzd-arts aan.
3. De zorgverantwoordelijke informeert de Wzd-arts over een evaluatie van het zorgplan als bedoeld in artikel 11, vierde lid.
4.Het zorgplan vermeldt in elk geval de wijze waarop de zorgaanbieder en de Wzd-arts de kwaliteit van de onvrijwillige zorg bewaken en toezicht houden op de uitvoering van de onvrijwillige zorg. De zorgaanbieder en de Wzd-arts geven hieraan uitvoering.
VI
Artikel 14:3, onderdeel N, komt te luiden:
N
Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Indien de cliënt of zijn vertegenwoordiger zich verzet tegen de uitvoering van het zorgplan of bepaalde onderdelen van het zorgplan, wordt aan dat zorgplan of die onderdelen van het zorgplan slechts uitvoering gegeven indien met toepassing van artikel 13 is vastgesteld dat uitvoering noodzakelijk is ter voorkoming van ernstig nadeel.
2. In het tweede lid komt de tweede volzin te luiden: De artikelen 8 tot en met 11a zijn daarbij van overeenkomstige toepassing.
VII
In artikel 14:3, onderdeel O, wordt in artikel 13, tweede lid, de zinsnede «informeert de zorgverantwoordelijke, de vertegenwoordiger en de cliënt» vervangen door: informeert de zorgverantwoordelijke de Wzd-arts, de vertegenwoordiger en de cliënt.
VIII
In artikel 14:3, onderdeel Q, komt onderdeel d te luiden:
d. De zinsnede «De zorgverlener informeert, zo mogelijk vooraf, de vertegenwoordiger en de cliënt» vervangen door: De zorgverantwoordelijke informeert, zo mogelijk vooraf, de Wzd-arts, de vertegenwoordiger en de cliënt.
IX
Artikel 14:3, onderdeel S, wordt als volgt gewijzigd:
1. Na onderdeel b1 wordt een subonderdeel ingevoegd, luidende:
b2. In het tweede lid, onderdeel f, wordt de zinsnede «informeren van de vertegenwoordiger en de cliënt» vervangen door: informeren van de Wzd-arts, de vertegenwoordiger en de cliënt.
2. Na subonderdeel d wordt een subonderdeel ingevoegd, luidende:
d1. In het tweede lid wordt, onder vervanging van «, en» aan het slot van onderdeel m door een puntkomma en vervanging van de punt aan het slot van onderdeel n door «, en», na onderdeel n een onderdeel ingevoegd, luidende:
o. de beoordeling van de Wzd-arts, bedoeld in artikel 11a.
X
In artikel 14:3, onderdeel T, wordt in artikel 17, eerste lid, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel i door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:
j. de beoordelingen van de Wzd-arts, bedoeld in de artikelen 11a, 47, derde, achtste en negende lid, en 48, zesde en tiende lid.
XI
In artikel 14:3, onderdeel V, wordt in artikel 18c, eerste, derde, vierde en vijfde lid na «de zorgaanbieder, « telkens ingevoegd: de Wzd-arts,.
XII
In artikel 14:3, onderdeel BB, wordt voor onderdeel a een onderdeel ingevoegd, luidende:
a0. In het eerste lid wordt, onder vervanging van «, of» aan het slot van onderdeel c door een puntkomma en de punt aan het slot van onderdeel d door «, of», na onderdeel d een onderdeel ingevoegd, luidende:
e. de Wzd-arts, voor zover het een cliënt betreft die al in een accommodatie verblijft dan wel voor wie een zorgplan is vastgesteld waarin onvrijwillige zorg wordt opgenomen.
XIII
In artikel 14:3, onderdeel GG, komt onderdeel a te luiden:
a. In de aanhef van het eerste lid wordt «het indicatieorgaan» vervangen door «het CIZ» en wordt onder vervanging van «, of» aan het slot van onderdeel c door een puntkomma en onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door », of», een onderdeel toegevoegd, luidende:
e. de Wzd-arts.
XIV
In artikel 14:3 komt onderdeel VV te luiden:
VV
Artikel 41, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel g komt te luiden:
g. het CIZ;.
2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h door «, en», wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
i. de Wzd-arts, aangewezen door de in onderdeel h bedoelde zorgaanbieder.
XV
In artikel 14:3, onderdeel YY, wordt in artikel 44, tweede lid, de zinsnede «de zorgaanbieder of de zorgverantwoordelijke» telkens vervangen door: de zorgaanbieder, de Wzd-arts of de zorgverantwoordelijke.
XVI
In artikel 14:3 wordt onderdeel AD als volgt gewijzigd:
1. Subonderdeel b komt te luiden:
b. Onder vernummering van het derde en vierde lid, tot achtste en negende lid, worden vijf leden ingevoegd, luidende:
3. De zorgaanbieder verzoekt de Wzd-arts schriftelijk om toestemming voor het verlenen of het weigeren van verlof. De Wzd-arts verstrekt de zorgaanbieder zo spoedig mogelijk schriftelijk en gemotiveerd zijn beslissing.
4. Indien de Wzd-arts toestemming verleent voor het verlof, verzoekt de zorgaanbieder tevens Onze Minister van Veiligheid en Justitie schriftelijk om toestemming voor het verlenen van verlof, indien de cliënt is opgenomen op grond van een machtiging die is afgegeven met toepassing van artikel 2.3, tweede lid, van de Wet forensische zorg, behoudens de gevallen waarin artikel 2.3, tweede lid, juncto eerste lid, onderdeel 3, is toegepast en de cliënt is vrijgesproken van hetgeen hem ten laste is gelegd. Onze Minister van Veiligheid en Justitie verstrekt de zorgaanbieder zo spoedig mogelijk schriftelijk en gemotiveerd zijn beslissing.
5. Indien de in het derde of vierde lid bedoelde toestemming voor het verlenen van verlof niet wordt gegeven, verleent de zorgaanbieder geen verlof en wijst hij de aanvraag af.
6. De zorgaanbieder geeft de cliënt, de vertegenwoordiger, en de advocaat een afschrift van de beslissing, voorzien van de beoordeling van de Wzd-arts, alsmede, indien van toepassing voorzien van de beoordeling van Onze Minister van Veiligheid en Justitie, en stelt hen uiterlijk binnen vier dagen schriftelijk in kennis van de klachtwaardigheid van de beslissing en de mogelijkheid van advies en bijstand door de cliëntenvertrouwenspersoon.
7. De zorgaanbieder informeert tijdig de officier van justitie over het verlof ter onderbreking van de opname in een accommodatie op grond van een machtiging, waarvoor Onze Minister van Veiligheid en Justitie op grond van het vierde lid toestemming heeft verleend.
2. De subonderdelen c en d komen te luiden:
c. In het achtste lid (nieuw) wordt in de eerste volzin na «het verlof» ingevoegd «, met instemming van de Wzd-arts, » en wordt na de eerste volzin een volzin toegevoegd, luidende: Op de beslissing tot het intrekken van het verlof, is het zesde lid van overeenkomstige toepassing.
d. Het negende lid (nieuw) komt te luiden:
10. Aan het verlof kunnen, met instemming van de Wzd-arts, voorwaarden en beperkingen worden verbonden betreffende de zorg of het gedrag van de cliënt, voor zover dit gedrag samenhangt met ernstig nadeel als gevolg van de psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap dan wel een daarmee gepaard gaande psychische stoornis. De zorgaanbieder verleent slechts verlof indien de cliënt dan wel, indien van toepassing, de vertegenwoordiger zich bereid heeft verklaard tot naleving van de voorwaarden en beperkingen.
XVII
In artikel 14:3 wordt onderdeel AE, subonderdeel d, als volgt gewijzigd:
1. In het vierde lid, wordt in de aanhef «een ter zake kundige arts als bedoeld in artikel 25, vijfde lid» vervangen door «een ter zake kundige arts als bedoeld in artikel 26» en wordt in onderdeel a «een ter zake kundige arts» vervangen door: een ter zake kundige arts als bedoeld in artikel 26.
2. Het zevende lid vervalt.
3. Onder vernummering van het zesde tot zevende lid, wordt na het vijfde lid een lid ingevoegd, luidende:
6. De zorgaanbieder verzoekt de Wzd-arts schriftelijk om toestemming voor het verlenen of het weigeren van ontslag. De Wzd-arts verstrekt de zorgaanbieder zo spoedig mogelijk schriftelijk en gemotiveerd zijn beslissing.
4. In het zevende lid (nieuw) wordt de zinsnede «De zorgaanbieder verzoekt Onze Minister van Veiligheid en Justitie schriftelijk om toestemming voor het verlenen van ontslag indien» vervangen door «Indien de Wzd-arts toestemming verleent voor het ontslag, verzoekt de zorgaanbieder tevens Onze Minister van Veiligheid en Justitie schriftelijk om toestemming voor het verlenen van ontslag ingeval»en wordt aan het slot van dat artikellid een volzin toegevoegd, luidende: Onze Minister van Veiligheid en Justitie verstrekt de zorgaanbieder zo spoedig mogelijk schriftelijk en gemotiveerd zijn beslissing.
5. In het achtste lid wordt «Indien de toestemming, bedoeld in het zesde lid» vervangen door: Indien de in het zesde of zevende lid bedoelde toestemming voor het verlenen van ontslag.
6. In het tiende lid wordt de zinsnede «Aan het ontslag kunnen voorwaarden of beperkingen worden verbonden» vervangen door: Aan het ontslag kunnen, met instemming van de Wzd-arts, voorwaarden of beperkingen worden verbonden.
7. In het elfde lid wordt na «een afschrift van de beslissing,» ingevoegd: voorzien van de beoordeling van de Wzd-arts alsmede,.
8. In het twaalfde lid wordt «het zesde lid» vervangen door: het zevende lid.
9. In het vijftiende lid wordt na «schriftelijk en gemotiveerd mee aan» ingevoegd: de Wzd-arts,.
XVIII
In artikel 14:3 wordt onderdeel AF als volgt gewijzigd:
1. Artikel 50 komt te luiden:
Indien de zorgaanbieder, na overleg met de Wzd arts, ten aanzien van een cliënt als bedoeld in artikel 49, eerste lid, van oordeel is dat voldaan is aan de criteria voor het verlenen van verlof of ontslag, dan wel dat de cliënt in aanmerking komt voor overplaatsing, verzoekt de zorgaanbieder Onze Minister van Veiligheid en Justitie daartoe een beslissing te nemen. De zorgaanbieder vermeldt daarbij het oordeel van de Wzd-arts. Onze Minister van Veiligheid en Justitie neemt zo spoedig mogelijk een beslissing. Hij betrekt daarbij de overwegingen en de voorwaarden of beperkingen die de zorgaanbieder ingevolge de artikelen 47 en 48 nodig oordeelt.
2. Aan artikel 51a wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. De zorgverantwoordelijke stelt een beslissing als bedoeld in het eerste, tweede of derde lid op schrift, voorziet de beslissing van een schriftelijke motivering en stelt de Wzd-arts op de hoogte van de beslissing.
3. In artikel 55 wordt voor de huidige tekst de aanduiding «1.» geplaatst en wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Tevens kan de cliënt, zijn vertegenwoordiger of een nabestaande van de cliënt een schriftelijke en gemotiveerde klacht indienen bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of over een beslissing van de Wzd-arts.
4. In artikel 56b, zesde lid, wordt «de zorgverantwoordelijke en de inspectie» vervangen door: de zorgverantwoordelijke, degene op wie de klacht betrekking heeft en de inspectie.
5. In artikel 56c, eerste lid, wordt «de zorgaanbieder of een nabestaande» vervangen door: de zorgaanbieder, degene op wie de klacht betrekking heeft of een nabestaande.
6. In artikel 56d, eerste lid, wordt «de zorgaanbieder en de zorgverantwoordelijke» vervangen door: de zorgaanbieder, degene op wie de klacht betrekking heeft en de zorgverantwoordelijke.
7. In artikel 56d, tweede lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
g. de Wzd-arts.
8. In artikel 56f, vierde lid, wordt «de zorgaanbieder, de zorgverantwoordelijke» vervangen door: de zorgaanbieder, de Wzd-arts, de zorgverantwoordelijke.
9. In artikel 56f, zesde lid, wordt «de zorgaanbieder en de inspectie» vervangen door: de zorgaanbieder, degene op wie de klacht betrekking heeft en de inspectie.
XIX
In artikel 14:3, onderdeel AG, komt onderdeel b te luiden:
b. Het derde lid komt te luiden:
3. De cliëntenvertrouwenspersoon verricht zijn werkzaamheden onafhankelijk van de zorgaanbieder, de Wzd-arts, de zorgverantwoordelijke en het CIZ.
XX
In artikel 14:3, onderdeel AJ, wordt in artikel 60a, eerste en tweede lid, na «de zorgaanbieder,» ingevoegd: de Wzd-arts,.
XXI
Artikel 14:3, onderdeel AK, wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 61, eerste lid, wordt, onder verlettering van de onderdelen j tot en met hh tot k tot en met ii, een onderdeel ingevoegd, luidende:
j. 11a;
2. In artikel 61, tweede lid, wordt, onder verlettering van de onderdelen a tot en met m tot b tot en met n, een onderdeel ingevoegd, luidende:
a. 11a, eerste lid;
3. In artikel 62, tweede lid, wordt «het bepaalde in de artikelen 10 of 11» vervangen door: het bepaalde in de artikelen 10, 11 of 11a.
4. In artikel 63, eerste lid, onderdeel b, wordt «het bepaalde in de artikelen 10 of 11» vervangen door: het bepaalde in de artikelen 10, 11 of 11a.
5. In artikel 63, eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:
c. In strijd handelt met de artikelen 11a, 12, eerste lid, 13, eerste lid, 15, eerste lid, 16, eerste lid, 47 of 48.
Dit amendement regelt de beschikbaarheid van een Wzd-arts, gelijk aan de Bopz-arts onder de huidige Wet Bopz. De functie van Wzd-arts ontbreekt in de Wet zorg en dwang, terwijl de functie van geneesheer-directeur in het wetsvoorstel Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg wordt versterkt. Dit veroorzaakt een achteruitgang in toezicht op dwangmaatregelen ten opzichte van de huidige wet en een verschil tussen de toekomstige Wet zorg en dwang en de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, daar waar het de coördinatie en het toezicht op onvrijwillige zorg en onvrijwillige opname betreft. Indiener is van mening dat in de wetten minimaal vergelijkbaar niveau van rechtsbescherming behoren te hebben voor cliënten in de ene wet en patiënten in de andere. Daarbij is het binnen de Wzd onwenselijk dat het intern toezicht op dwangmaatregelen per zorginstelling gaat verschillen. Daarom is het passend dat ook bij Wzd-zorgaanbieders een Wzd-arts wordt aangesteld.
Door het invoegen van een Wzd-arts in de Wet zorg en dwang, wordt de rechtsbescherming van mensen die in de langdurige zorg geconfronteerd worden met dwangmaatregelen op een gelijkwaardige manier geregeld als voor mensen in de geestelijke gezondheidzorg. De Wzd-arts ziet op onafhankelijke wijze toe op de inzet van onvrijwillige zorg en de mogelijke afbouw hiervan. Tevens is de arts verantwoordelijk voor de gang van zaken op het terrein van het verlenen van onvrijwillige zorg. In dat kader kan hij het zorgplan laten aanpassen. Ook verlof en ontslag is alleen mogelijk met zijn toestemming, eventueel onder met hem afgestemde voorwaarden of beperkingen. De functie van Wzd-arts kan worden vervuld door een specialist ouderengeneeskunde, een arts verstandelijk beperkten of een andere deskundige arts.
Om de kleine zorgaanbieders niet te benadelen, hoeft de Wzd-arts niet in dienst te zijn bij de zorgaanbieder, maar kan ook op contactbasis worden aangesteld. De Wzd-arts wordt aangewezen zodra er sprake is van onvrijwillige zorg of onvrijwillige opnames.
Indiener merkt op dat niet alleen veldpartijen als Verenso en de Nederlandse Vereniging van Artsen voor Verstandelijk Gehandicapten (NVAVG), maar ook de commissie Thematische wetsevaluatie Gedwongen zorg en de Raad van State adviseren de functie van geneesheer-directeur te behouden en op te nemen in de Wet zorg en dwang.
Leijten