Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 februari 2011
Op 22 november 2010 heeft de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie het verslag bij het bovenbedoelde wetsvoorstel vastgesteld (Kamerstukke II 2010/11, 32 399, nr. 5). Blijkens het verslag stellen meerdere fracties vragen over de introductie van de commissie, bedoeld in hoofdstuk 5 van het wetsvoorstel.
Deze vragen zijn mede aanleiding voor de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en mijzelf om, zoals ook in de memorie van toelichting (kamerstukken II 2009/2010, 32 399, nr. 3) is aangekondigd, te bezien of een andere opzet van de commissie tot de mogelijkheden behoort.
Daartoe zijn wij voornemens om binnenkort een expertmeeting te organiseren, waarbij een mogelijke andere opzet van de commissie wordt besproken. De Minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport en ikzelf zullen u zo spoedig mogelijk daarna bij gelegenheid van de nota naar aanleiding van het verslag informeren over de resultaten daarvan.
De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
F. Teeven